het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
TAAL, METRUM, VERSBOUW, MELODIE, RHYTHM, VORM 31<br />
zongen worden. Vanzelfsprekend volgt hieruit, dat <strong>het</strong><br />
rhythme <strong>van</strong> de melodie op deze plaatsen aan verandering<br />
onderhevig is (vb. 3, blz. 47).<br />
Soms moet dus een noot tweemaal zo lang aangehouden<br />
worden, een andermaal komen er twee lettergrepen<br />
in de plaats <strong>van</strong> een en <strong>het</strong> rhythme wordt dan dubbel<br />
zo vlug.<br />
Over <strong>het</strong> algemeen volgt <strong>het</strong> rhythme <strong>van</strong> de melodie<br />
<strong>het</strong> versrhythme op de voet, in die zin, dat de arsis<br />
onbetoond en de thesis betoond is. Doch meer dan bij<br />
<strong>het</strong> vers heerst hier een grote vrijheid. Het muzikaal<br />
rhythme <strong>van</strong> „In 't zoetste <strong>van</strong> den meye" wordt aldus<br />
genoteerd:<br />
,PIJ .1)J .h1J. J<br />
In't zoet - ste <strong>van</strong> de mey - e<br />
Het muzikaal en versrhythme komen dus precies met<br />
elkaar overeen, doch even goed zijn de volgende noteringen<br />
mogelijk:<br />
I 1h 11h. Jitor) P1J .t)<br />
I or) I .h. Ji .t). 4,Y .1).<br />
I „t)I.J. 1h1J. .1)1J. .r)<br />
1 Wij willen niet beweren, dat de rust of caesuur niet zou voorkomen,<br />
doch zien niet in, dat zij perse achter elke strofe <strong>van</strong> drie<br />
betoningen volgt. Bij de volgende strofe zou volgens <strong>van</strong> Well<br />
achter elk e strofe een caesuur komen, terwijl een meer natuurlijke<br />
en meer gangbare opvatting is:<br />
Het dag<strong>het</strong> in den Oosten, hoe ifittel weet mijn liefken<br />
<strong>het</strong> lichtet Overal. (rust) och waer ick henen sal. (rust)