17.08.2013 Views

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

104<br />

BLOEITIJDPERK NRDERLANDSE VOLKSLIED<br />

bijna altijd is er toch sprake <strong>van</strong> twee bomen, 66n met<br />

nagelkijns, de ander met nootmuscaten.<br />

Tot ditzelfde genre verhalende liefdesliederen behoren:<br />

„Het reghende seer en ick worde nat", „Die vogelkens<br />

in der muten", „Ick ghinc noch ghister avont", enz.<br />

Een thema, dat overweegt, is dat <strong>van</strong> de minneklacht.<br />

Een enkele maal is <strong>het</strong> de vrouw, die haar nood klaagt,<br />

zoals in „Eylaas, is arm allendich wijf, moet mijnen noot<br />

wel drucklich klagen", doch meestal is <strong>het</strong> de heer der<br />

schepping, die door zijn geliefde verstoten is en nu zijn<br />

troost zoekt in de herberg en in een zwervend leven.<br />

Soms is hij zelfs zo radeloos, dat slechts de dood hem<br />

een oplossing kan brengen. (Vergelijk <strong>het</strong> reeds aangehaalde<br />

„Blanckeberge, wel duyster kooye").<br />

In <strong>het</strong> genoemde handschrift <strong>van</strong> Gruythuyse komt de<br />

minneklacht reeds voor ( „Mijn hertze en can verbliden<br />

niet" en „O vrouwe mijn ewelic bestier" ).<br />

Een ongelukkige liefde is voor menig zanger een bron<br />

<strong>van</strong> inspiratie geweest. En wanneer zijn smart werkelijk<br />

oprecht is, en hij niet in conventionele herhalingen vervalt,<br />

worden wij vaak getrof fen door tedere weemoed<br />

en echt menselijke warmte. In deze liederen treedt de<br />

persoonlijke belevenis iets sterker naar voren. Tot de<br />

meest bekende behoren: „Ghequetst ben ick <strong>van</strong> binnen",<br />

„Rijk God, wie sal ick klaghen", „Die eerste vreucht, die<br />

ick gewan", „Help God, hoe wee doet scheiden" en<br />

„Verlanghen, ghi doet mijnder herte pijn".<br />

Verder zijn er nog de afscheidsliederen als: „Adieu mijn<br />

troost", „Adieu Antwerpen ghenoechlijck pleyn" en „Ick<br />

seg Adieu". Van <strong>het</strong> laatste lied met de zeer bekende<br />

melodie bestaan ook enige varianten en bovendien verschillende<br />

meerstemmige toonzettingen, welke men in<br />

ons hoofdstuk „Het polyfoon bewerkte <strong>volkslied</strong>" besproken<br />

vindt.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!