het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
78<br />
BLOEITIJDPERK NEDERLANDSE VOLKSLIED<br />
daar zat enen uil die spon" (a b b), „De zoete tijd komt<br />
aan" (a b a), „Den uyl, die in de pereboom zat" en<br />
„Plompaert en zien wuvetje" (a b c). Zie hiervoor ook<br />
vb. 3, blz. 47. Meer verbreid is de samengestelde driedelige<br />
liedvorm, Welke ook vaak onregelmatig is. Tot de<br />
regelmatige behoren:<br />
A (=aa) B (=bc) C (----,-cle)<br />
Rijck God wie zal ick claghen.<br />
Die vogelkens in der muten.<br />
A (=ab) B (=cd) C (=ef)<br />
Men brand, men blaeckt. (Valerius)<br />
A (=aa) B (=bb) C (=cd)<br />
God siet neder uit zijn Hemel. (Valerius)<br />
A (=aa) B (=bb) C (=cc)<br />
Merck toch hoe sterck. (Valerius)<br />
A (=aa) B (=bc) A (=aa)<br />
Wech op, wech opl<br />
A ( =aa) B (=bb) A (=aa)<br />
Een kindeken is ons geboren.<br />
A (=ab) B (=cd) A (=ab)<br />
't Ros Beiaard.<br />
Theoretisch zijn de mogelijkheden hiermede nog niet<br />
uitgeput, doch practisch komen geen andere formaties<br />
dan deze soort voor, tenzij bij uitzondering. Als een<br />
voorbeeld <strong>van</strong> deze vorm geven wij hier <strong>het</strong> kernachtige<br />
lied <strong>van</strong> <strong>het</strong> Ros Beiaard, opgetekend in Dendermonde<br />
en nu nog vaak gezongen. De ouderdom <strong>van</strong> dit lied<br />
kan men slechts gissen. De frisheid <strong>van</strong> deze melodie<br />
met de latente drieklank (c g e c') wijst op een betrekkelijk<br />
jonge datum, daarentegen duidt de tekst weer op<br />
aanknopingspunten met de middeleeuwen. De hier gebruikte<br />
vorm, trouwens de samengestelde driedelige vorm<br />
in <strong>het</strong> algemeen, is en blijft een zeldzaam verschijnsel