17.08.2013 Views

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

i<br />

TAAL, METRUM, VERSBOUW, MELODIE, RHYTHME, VORM 61<br />

Daar was een sneeuw - wit vo - gel - tie<br />

je • su ons lief& ons wen - schen<br />

Un four que ma cru - le<br />

Ai la fel - to d'E - chair - pant<br />

Voorbeeld 11<br />

' An di - am' al Cie - lo<br />

Voorbeeld 12<br />

melodie begint met een stijgende beweging. Inderdaad<br />

is deze de meest voorkomende. De dalende beweging in<br />

<strong>het</strong> begin komt sporadisch voor o.a. bij „Het dag<strong>het</strong> in<br />

den Oosten" en ,,Mijn hert hevet altijt verlanghen" (vb.<br />

8, blz. 59), verder bij „Den dach en wil niet verborghen<br />

sijn", „Ick had een boelken utvercoren" en „Die mey<br />

spruut uut den dorren hout" een geestelijk lied in de<br />

phrygische toonsoort.<br />

Een veel voorkomend melodietype is nog vb. 14, blz. 63.<br />

Wij vinden <strong>het</strong> o.a. in „Toen ik op Nederlands Bergen<br />

stond", „De boom groeit in den zavel". Het type komt<br />

ook voor in talrijke Franse en Duitse liederen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!