17.08.2013 Views

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

70<br />

BLOEMJDPERK NEDERLANDSE VOLKSLIED<br />

De veelvuldige maatwisseling, waardoor een weer vrij<br />

en soepel rhythme verkregen wordt, is karakteristiek<br />

voor ons <strong>volkslied</strong>. Men beschouwe in dit opzicht „Het<br />

regende seer", „Het dag<strong>het</strong> in den Oosten" en niet te<br />

vergeten <strong>het</strong> Wilhelmus, dat bestaat uit een voortdurende<br />

afwisseling <strong>van</strong> 2/4, 3/4 en 4/4 maat, <strong>het</strong>geen<br />

niemand bij <strong>het</strong> horen zou vermoeden, zo natuurlijk en<br />

spontaan is de indruk, die deze melodie maakt. Hoe<br />

dikwijls deze maatwisselingen ook voorkomen, <strong>het</strong> zou<br />

verkeerd zijn te menen, dat een constant rhythme minder<br />

voorkomt, of, dat zij tot een zekere starre regelmaat<br />

aanleiding zou geven. Deze komt ook inderdaad<br />

voor (bij Valerius en Starter o.a.) doch dit is Been<br />

noodzaak.<br />

Het gebruik <strong>van</strong> 3/8 en 6/8 maat duidt in vele gevallen<br />

op een danslied of een wiegelied. De tekst geeft hier<br />

meestal een duidelijke verklaring <strong>van</strong> of de aanduiding<br />

„na een dansliedeken". De gesprongen dans of estampida<br />

komt reeds in de 12e eeuw in Frankrijk voor, met<br />

name in de Provence. Evenals bij de Duitse stampenien<br />

werd hierbij gezongen met vedelbegeleiding.<br />

Met vrij grote zekerheid kunnen wij aannemen met een<br />

danslied te doen te hebben:<br />

1) wanneer dit uit de tekst blijkt;<br />

2) bij de aanduiding „na een dansliedeken";<br />

3) wanneer <strong>het</strong> betreffende lied bovendien in 3/8 of<br />

6/8 maat staat.<br />

Men vindt de aanduiding sub 2 bij verschillende stemmen<br />

<strong>van</strong> de Souterliedekens o.a.: „Den lanxten dach<br />

<strong>van</strong> desen iare", „Hoe soude ic vreucht bedriven",<br />

„Lyncken sou backed', „Die nachtegael die Banc een<br />

liet", „Ick quam aldaer, ic weet wel waer" en „Const ic<br />

die maneschijn bedecked'. Al deze liederen vindt men<br />

bij Mevr. Mincoff in 4/4 maat genoteerd met <strong>het</strong> rhythme

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!