het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
HET WERELDLIJK LIED 105<br />
Een lied als „Rosina war was deyn gestalt" verraadt<br />
sterk de Rederijkersinvloed en is met mythologische<br />
namen doorspekt. Ook de zuiver phrygische melodie<br />
doet min of meer gekunsteld aan. Opmerkelijk zijn de<br />
vele kwarten en de melismatiek. De bekende meesterzanger<br />
Hans Sachs parodieerde op dit gedicht „O Chris<br />
te, wo war dein Gestalt". Het behoeft dan ook geen<br />
verdere uitleg, dat een dergelijk lied op de drempel staat<br />
tussen <strong>het</strong> echte <strong>volkslied</strong> en <strong>het</strong> kunstlied.<br />
Samenvattend kan men zegg en, dat de liefdeslyriek<br />
langzamerhand door ruiters en landsknechten, gildekens<br />
en rondtrekkende speellieden werd beoef end. Ongeveer<br />
tussen 1450 en 1550 beleefde de volkse minnepoezie zijn<br />
hoogtepunt en tegen <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> dit tijdvak droeg hij<br />
de sporen <strong>van</strong> decadentie in zich. De zinnelijke opzet<br />
overweegt dan en de beeldspraak wordt plat en realistisch.<br />
Niet dat de realistiek op zich een bezwaar is -<br />
zie maar <strong>het</strong> rauwe en cynische lied <strong>van</strong> de „lichte vrouwen-:<br />
„Wi meyskens net, schoon geblancket", dat werkelijke<br />
kunstwaarde bezit - doch wel wanneer zij allêên<br />
in dienst wordt gesteld <strong>van</strong> doelbewuste zinneprikkeling.<br />
Want tegelijkertijd schijnt dan de dichterlijke aanleg<br />
tezamen met de kunstvaardige stijl verdwenen to zijn.