17.08.2013 Views

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

TAAL, METRUM, VERSI3OUW, MELODIE, RHYTHME, "%, ORM 73<br />

Ic hadde een lief vercoren,<br />

soe es sedert lanc,<br />

soe hadde een ore verloren,<br />

daertoe ginc si mane,<br />

Soe diende so wel na minen danc,<br />

seidic neen, soe seidi ja:<br />

Nu gaet voren, voren, voren<br />

nu gaet voren, ic volge na.<br />

Ic sei soete minnekyn,<br />

nu gaet met mi,<br />

ic wille altoos u eighen syn,<br />

soe naer ic zi,<br />

Myn herte is u so naeste bi,<br />

mine rouc waer dat ic gae;<br />

Nu gaet voren, voren, voren<br />

nu gaet voren, ic volge u na.<br />

Evenals een melodisch motief bindend kan zijn voor<br />

<strong>het</strong> gehele lied, zo kan ook een bepaald rhythme een<br />

dominerende rol spelen. Een bepaalde maatsoort brengt<br />

dikwijls <strong>van</strong>zelf mede, dat een stereotiep rhythme naar<br />

voren komt, bijv: j) j dt) in de 6/8 maat of<br />

4r) 4) in de 6/4 maat.<br />

Wij hebben eveneens gezien hoe 't rhythme or) . •<br />

(4/4) in sommige dansliederen overheerst. Zo'n rhythmisch<br />

motief kan worden ontwikkeld en gevarieerd,<br />

doch men kan er ook to star aan vasthouden. Deze starre<br />

regelmaat vinden wij nog niet bij <strong>het</strong> oude <strong>volkslied</strong>,<br />

maar wel bij Valerius, bij wien bepaalde rhythmische<br />

motieven de grondslag vormen <strong>van</strong> <strong>het</strong> lied. Hier volgen<br />

enige vOorbeelden:

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!