17.08.2013 Views

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

HET WERELDLIJK LIED 125<br />

Het is ondenkbaar, dat de jeugd in de middeleeuwen<br />

niet gezongen zou hebben. Het:<br />

„Zoals de ouden zongen, zo piepen de jongen"<br />

kan men ook letterlijk opvatten. Wanneer wij de overstelpende<br />

hoeveelheid kinderspelen aanschouwen, die<br />

Pieter Breughel op een <strong>van</strong> zijn doeken heeft afgebeeld,<br />

dan mogen wij ook aannemen, dat de verscheidenheid<br />

aan kinderliedjes zeer groot is geweest.<br />

Gelijk ook nu nog <strong>het</strong> geval is, gaan kinderlied en kinderspel<br />

vaak hand in hand. In een oud rederijkersstuk<br />

herdenkt een jongeling zijn zorgeloos kinderbestaan met<br />

de repels:<br />

„Springen, singen es al de joeght".<br />

In een klucht laat men een hardloper, die met bellen in<br />

de hand optreedt, zeggen:<br />

„Daer mede speel ick bim, bam, beyaert<br />

Ghelyc ander kinderkens".<br />

Het bim, bam, beyaert vinden wij terug in <strong>het</strong> bekende:<br />

„Bim, bam, beyeren<br />

de koster lust geen eieren," enz.<br />

Uit beide voorbeelden blijkt dus weer <strong>het</strong> verband tussen<br />

zang en spel.<br />

Ben zeer oud kerstlied begint met:<br />

„Weet je wel wat de kinderkens zongen<br />

Des savonds toen ze huiswaerts gongen?"<br />

Het feit, dat wij uit de oudste tijden niets vinden opgetekend,<br />

en zelfs in later eeuwen geen enkele melodie te<br />

vinden is, hoogstens enige teksten, valt slechts hieruit<br />

te verklaren, dat <strong>het</strong> kinderlied uitsluitend mondeling

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!