het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
TAAL, METRUM, VERSBOUW, MELODIE, RHYTHME, VORM 33<br />
dit eerste vers met staand rijm. Zij wordt schematisch<br />
voorgesteld door 4a - 4a; 4 stelt dus <strong>het</strong> aantal slagen<br />
voor, a duidt op dezelfde rijmklank.<br />
Van Duyse verklaart de eigenaardige afwisseling <strong>van</strong><br />
twee en drie versregels als volgt: „Daar de melodie<br />
met de sext niet kon sluiten, moest de tweede versregel<br />
natuurlijk herhaald worden am met de kwint te kunnen<br />
eindigen. Hierdoor verkreeg <strong>het</strong> Halewijnslied in<br />
werkelijkheid drieregelige strofen, en dit zal dan ook<br />
wel de oorzaak zijn, dat later bij sommige strofen een<br />
derde versregel werd gevoegd, waardoor <strong>het</strong> lied afwisselend<br />
twee- en drieregelige strofen bekwam." 1<br />
Bij <strong>het</strong> eveneens tweeregelige „Dat ruyterken in der<br />
schuren lagh" wordt in <strong>het</strong> Antwerps Liedboek opgemerkt:<br />
„Ende den eersten regel sing<strong>het</strong> altoos tweewerf."<br />
Zuiver drieregelig zijn o.a. „Het was een meysken<br />
vroech opgestaen" en „Arghe winter ghij sijt cout".<br />
Een symmetrische bouw der verzen is niet vereist;<br />
meestal is de derde regel aanmerkelijk korter. Bij <strong>het</strong><br />
volgende lied wordt zij dan ook herhaald, hoewel dit<br />
geen regel behoeft te zijn:<br />
In enen boomgaert quam ic ghegaen<br />
daer want ic scone vrouwen staen<br />
si plucten alle rosen.<br />
Overigens is deze vorm tamelijk zeldzaam. De vierregelige<br />
strofe komt veel meer voor:<br />
Ic stont op hoogen bergen<br />
Ic sach ter seewaert in;<br />
Ic sach een scheepken drijven<br />
Daer waeren drie ruyters in.<br />
i De melodie vindt men bij voorbeeld 6a, blz. 55.