het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
74<br />
BLOEMJDPERK NEDERLANDSE VOLKSLIED<br />
iJdJJ 101. .1)4J<br />
i•iiJ..t)J<br />
0 Heer, die daer.<br />
Wilt heden nu treden.<br />
Siet, Christen menschen.<br />
Die <strong>het</strong> Goet geerne doet.<br />
/ I Hoe loopet volc dus oneenig.<br />
j• dir)JIGI di 1 De vogel Wert gelockt, gefluyt.<br />
Geen dingen sijn so geringe.<br />
Die vastelijck op den Heer.<br />
/JiJ. M.) 411<br />
4 J n.1 .r-J<br />
I dirl .1( J .b. J)<br />
Bij allen toch ontijdig is en strijdig is.<br />
Waer dat men Bich al keerd of wend.<br />
Hij slaet en moort vernielt, verstoort.<br />
't Geween, 't gehuyl 't gekrijt.<br />
Merk toch hoe sterck.<br />
(verderop): j dorl 61<br />
Sulcken moet, sulcken macht.<br />
Siet 't bestuur <strong>van</strong> natuer.<br />
Zulke rhythmische herhalingen zijn trouwens niet <strong>het</strong><br />
uitsluitend privilege <strong>van</strong> Valerius; men vindt ze evengoed<br />
bij Starter, Theodotus en Camphuusen of andere<br />
liedboeken uit deze tijd. Men moet <strong>het</strong> eenvoudig zien<br />
als een tijdverschijnsel, doch dit neemt niet weg, dat<br />
<strong>het</strong> <strong>volkslied</strong> door de consequente toepassing er<strong>van</strong> snel<br />
zijn oude kracht heeft verloren,