het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
124<br />
BLOEITIJDPERK NEDERLANDSE VOLKSLIED<br />
Van <strong>het</strong> vrolijke danslied „Coppelt aeneen, den nacht<br />
is lanck" is de muziek helaas niet bewaard. Het ref rein<br />
„Ey God danck!" zal hierbij vermoedelijk weer door <strong>het</strong><br />
hele koor gezongen zijn.<br />
Het fraaie lied „Springht alle zeer wijfs ende mans,<br />
Knechtkens en meyskens tzamen" <strong>van</strong> M. de Casteleyn<br />
kan niet anders dan als een danslied worden opgevat,<br />
doch werd op een reeds bestaande melodie gezongen.<br />
Naast de reidansen behoren de plof- of stampdansen<br />
tot de hoofdelementen <strong>van</strong> de volksdans. Hieruit ontstonden<br />
door vermenging met buitenlandse de boerendansen<br />
en boerenpolka's, die eerst in latere eeuwen overal<br />
ingang vonden en nu nog onverwoestbaar voortleven<br />
onder een bevolking, die dank zij Naar geslotenheid en<br />
vasthoudendheid zijn oude zeden en gebruiken bleef<br />
behouden. Doch oorspronkelijk waren ook deze dansen<br />
cultische uitingen in verband met <strong>het</strong> vruchtbaarheidsidee.<br />
Zo bezit elke volksdans elementen uit oeroude<br />
tijden, waaraan latere gebruiken werden toegevoegd,<br />
terwijl de oorspronkelijke betekenis verloren ging.<br />
Dan is er nog een grote invloed uitgegaan <strong>van</strong> de kunsten<br />
gezelschapsdans. In de talrijke liedboeken uit de 16de<br />
en 17de eeuw vinden wij naast vele oorspronkelijke<br />
wijzen ook heel veel melodieen <strong>van</strong> buitenlandse herkomst.<br />
Dit blijkt ook uit titels als: „Engelsch Lapperken",<br />
„Almande Pekelharing", „Brasle", „Pa<strong>van</strong>e", „Coup.<br />
rante", „La Morisque" enz. Ook op dit gebied werd <strong>het</strong><br />
nationale langzaam maar zeker geheel door <strong>het</strong> vreemde<br />
verdrong en.<br />
Over <strong>het</strong> kinderlied weten wij tot ± 1800 weinig of<br />
niets. Dr Jop Pollmann heeft in een opstel in „Paedagogische<br />
Studien- ( Mei '41) aan de hand <strong>van</strong> de<br />
schaarse gegevens enige conclusies getrokken, waar<strong>van</strong><br />
wij bier tevens een dankbaar gebruik maken.