het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
82<br />
BLOEITIJDPERK NEDERLANDSE VOLKSLIED<br />
termen als: niet te langzaam, niet te vlug, krachtig, pittig<br />
enz. Wij willen hiermede slechts enige algemene richtlijnen<br />
geven en bedoelen allerminst hier bindende regels<br />
te geven, of dat er star aan deze metronomisering moet<br />
worden vastgehouden!<br />
Natuurlijk blij ft <strong>het</strong> tempo afhankelijk <strong>van</strong> de ruimte en<br />
<strong>het</strong> milieu waarin men zingt en <strong>van</strong> de omstandigheid of<br />
an persoon zingt, een kleine groep of een geheel koor.<br />
De meeste dansliederen en ook die <strong>van</strong> Valerius zijn<br />
bijzonder geschikt voor koorzang. De stoere geuzenliederen<br />
bijv. komen, gezongen door een mannenkoor, <strong>het</strong><br />
best tot hun recht.<br />
Hoe meer personen er aan de volkszang deelnemen en<br />
hoe groter de ruimte - <strong>het</strong> summum aan ruimte is natuur-<br />
lijk de open lucht - des te langzamer wordt <strong>het</strong> tempo.<br />
Sommige Valerius-liederen, zoals de overbekende „Wilt<br />
heden nu treden", „O Heer, die daer", „Hoe groot o<br />
Heer", die ook als gemeentegezang dienst doen, worden<br />
meestal in zeer vertraagd tempo „choraliter" uitgevoerd.<br />
Dit is natuurlijk niet de oorspronkelijke bedoeling geweest<br />
<strong>van</strong> deze liederen. Ook bij <strong>het</strong> „Wilhelmus" wordt<br />
dikwijls onuitstaanbaar gesleept. Dit maakt op buiten<br />
landers dikwijls de indruk of er „geen fut" in ons yolkslied<br />
zit, terwiji toch niets minder waar is. Een andere<br />
droeve omstandigheid is, dat bijna niemand de tekst <strong>van</strong><br />
de overige coupletten kent, zodat bij een herhaling <strong>van</strong><br />
de melodie iedereen maar wat onverstaanbaars prevelt<br />
en „doet alsor.<br />
Alle coupletten <strong>van</strong> ons <strong>volkslied</strong> hadden tenminste op<br />
school geleerd moeten zijn, evenals de teksten <strong>van</strong> de<br />
meest bekende liederen. Dat daarbij ook op een goede<br />
en duidelijke uitspraak dient gelet te worden zij hier<br />
nogmaals opgemerkt. In dit laatste opzicht zijn wij Ne-