het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
VERKLARENDE LUST VAN WOORDEN EN<br />
IIITDRUKKINGEN IN ONS OLIDE VOLKSLIED<br />
Aanzien = zorgen voor<br />
aar = ander<br />
arbeid = moeite verdriet,<br />
barenspijnen<br />
arbeid (in—gaan) = baren<br />
avond = avond te voren<br />
avonture = geluk, voorspoed<br />
avijs = raad<br />
Balghe = pens<br />
banck = kroegbank, kroeg<br />
bat = beter<br />
baten (te — comen) = helpen<br />
bediet = betekenis<br />
bekken = bak, schedelkap<br />
bevaen = be<strong>van</strong>gen<br />
belghen = boos zijn (op)<br />
bilo = waarachtig<br />
bloode = laf<br />
boel = geliefde<br />
boelschap = liefde<br />
boeyken = knaap<br />
borsen = geldzak<br />
brag (h) eren = pronken, pralen<br />
brengen (om iets) = beroven<br />
<strong>van</strong><br />
breyt = groot, krachtig<br />
Caproen 7-= - hoed<br />
catijf = stakker<br />
certein = zeker gewis<br />
clapp (e) yen = kwaadspreken<br />
clapper = lasteraar<br />
clergesse = zon<br />
cokijn = schelm<br />
confoort = troost<br />
consent f= toestemming<br />
cruys = geldstuk, kruis<br />
cruut = gewas, Bras<br />
zie ook onder K<br />
Daes = dwaas<br />
derven = missen<br />
deeren = meisje<br />
dier = dierbaar, meisje<br />
dille = meisje<br />
dore = deur<br />
dracht = kind<br />
druc (k) = verdriet<br />
druckelijk = droevig<br />
du = gij, U<br />
dwinen = wegkwijnen<br />
dij = gij, U<br />
dijn = Uw<br />
Egelantier = wilde<br />
en = niet<br />
enghien = machine<br />
lichaam, mens)<br />
erve = land, grond<br />
Fooie = afscheidsmaal<br />
fraai = waar<br />
Geen = ginds<br />
genezen = baren<br />
gerei (d) en = behagen<br />
gestadich = trouw<br />
gewinnen = verkrijgen<br />
gheluw = blond<br />
ghespele = speelgenoot<br />
gheselle = kameraad<br />
ghilde = kroeggenoot<br />
goeyken = bezit, geld<br />
graen, greyn = puik, <strong>het</strong> edelste<br />
grauw ros = schimmel<br />
gulden = <strong>van</strong> goud<br />
Haen = hebben<br />
den dobbelen haen maken =<br />
goede sier maken<br />
haest = weldra<br />
hanck = rookzolder<br />
helsen = omhelzen<br />
hem = zich<br />
heyden = vlakte<br />
heysheid = hoffelijkheid<br />
hoosen = broek<br />
horen = haar (bez. vnw. )<br />
huebs, huybsch = lief, aardig<br />
Jent = lief, aanvallig<br />
jocken = schertsen<br />
jonste = gunst<br />
rocs<br />
(ook:<br />
Keren = vegen<br />
keirle = overkleed<br />
kersouwe = madelief, bloem<br />
(ook overdrachtelijk)<br />
Klaar = helder<br />
kleed = doek, lap