17.08.2013 Views

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

TAAL, METRUM, VERSBOUW, MELODIE, RHYTHME, VORM 39<br />

Een „nieuw liedeken" begint met de eerste drie versregels,<br />

doch dan beet <strong>het</strong> verder:<br />

...... Die ic gesloten <strong>van</strong>t.<br />

Ic clopte so lijsselijck aen den rinck.<br />

Staet op mijn alderliefste lief,<br />

Staet op ende latet mi in. enz.<br />

Men ziet hoe sommige regels weer terugkeren, doch op<br />

een andere plaats en soms ook sterk gewijzigd. Een<br />

ander lied begint „Ic quam noch ghisteravont. Vorwaer<br />

ic en liege u niet". Voor de rest bevat dit lied ook niet<br />

de minste aanknopingspunten met de voorafgaande.<br />

Nu een ander voorbeeld <strong>van</strong> twee verwante liederen,<br />

die wij onder elkaar plaatsen:<br />

Het viel een coelen douwe<br />

Tot eender veynster in<br />

Tot eender huebscer vrouwen<br />

Ghe<strong>van</strong>gen in 't herte mijn.<br />

Het vie! eens hemels douwe<br />

Voor mijns liefs vensterkijn<br />

Ick weet gheen scoonder vrouwe<br />

Si staet in 't herte mijn.<br />

De eerste versie is waarschijnlijk de oudste; dit blijkt<br />

zowel uit de taal als uit de aanduiding een „oudt liedeken".<br />

Er is hier nog terloops sprake <strong>van</strong> een wachter<br />

„die opter tinnen lach", en aan <strong>het</strong> slot zijn er weer de<br />

traditionele bomen met „noten mischaten" en „goede<br />

nagelkijns" 1 . De tweede versie is stellig veel meer<br />

1 Nootmuscaat en kruidnagel golden in de middeleeuwen als<br />

vruchtbaarheidssymbolen,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!