het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

More documents

Recommendations

Info

98 BLOEITIJDPERK NEDERLANDSE VOLKSLIED Omdat gheen conincskinderen Meer uit avontspelen souden gaen. Bij sommige liederen is de rol van den wachter slechts secondair; hij wordt slechts terloops genoemd. De meeste behoren dan ook niet tot het wachterlied. De meimaand wordt als symbool van de ontwakende natuur meestal met de liefde in verband gebracht. Op de schildering van de natuur legt de middeleeuwer geen speciale nadruk. Men beweert wel eens, dat hij „met zijn rug naar de natuur zat". Hij zingt van het ontluiken van bloemen en blaren, het „ruyten der vogels" en vooral het zingen van de nachtegaal, maar verder dan deze min of meer conventionele gezegden gaat zijn beschouwing niet. Doch altijd worden wij getrof fen door de frisse geest en de echte levensblijheid, die deze liederen ademen. Bestaat er wel een melodie, die zó tref fend het geluksgevoel weergeeft, dat iedereen opnieuw doortrilt bij het aanbreken van een nieuwe lente als de wijze van „Die winter is verganghen" uit het Luitboek van Thysius? (vb. 17, blz. 99). Van dezelfde tekst bestaat nog een andere melodie van oudere herkomst in de weemoedige aeolische toonsoort (vb. 18, blz. 99). Een zeer oud Meilied ( ± 1447) is ons door J. F. Willems medegedeeld uit een handboeksken van het Sint Jacobs Godshuis to Gent. Het heeft een merkwaardige versvorm: Laet ons, Laet ons de mey wat loven Met love heeft hij bestoven Die hoven Noort ende suut: Ghelijc die rosen die staen int cruut Zo neemt hij uut 1. 1 Zo munt hij uit (boven andere maanden).
HET WERELDLIJK LIED 99 Die win-ter is ver - gan-ghen, lc sie des mei-en schijn. lc sie die bloemkens hanghen, Des is mijn hert ver-blijt. B So ver aen ghe-nen da - le Daer ist ghenoechlick sijn. A ix: 111111111111111r! NMI 11111111MINIEM . ANOMIE!! 101111111111111111111.411 1110.111111n1111r . W WWI WWWW1.111 f.:1111111•11111W11111/^111P.u 11118021111111WANIW .11W111 al WI W 111/..JIWW111111111111M MEL t111111.11116/111111111.1116n1111MILIMMIll • MEIN 'AI WI 111111111MANE111111r BIL /LI CAMS Daer singhet die nach-te- ga le Al-so me-nig woutvogel- kijn. Voorbeeld 17 Het viel een hemels douwe,Voor mijns fiefs vensterkijn. Ick en weet geen schoonder vrouwe.Si staet int her - to mijn. Si hout mijn hert be -vangen,'Twelck is so seer doorwont: "IF 71 Mocht ick haer troost ontvangen, So waer is gansch ghesont. Voorbeeld 18
Page 5:
HET BLOEITIIDPERK VAN HET NEDERLAND
Page 8 and 9:
Aan min Schoonouders in dankbaarhei
Page 10 and 11:
HET GEESTELIJK LIED Hoofdstuk 11. B
Page 13 and 14:
1 Over het ontstaan en de overlever
Page 15 and 16:
TER INLEIDING 11 terug vinden, waar
Page 17 and 18:
V MN 11111111111111111111111 11/3 .
Page 19 and 20:
TER INLEIDING 15 tische manier te v
Page 21 and 22:
2 Het ontstaan van de Nederlandse s
Page 23 and 24:
TAAL, METRUM, VERSBOUW, MELODIE, RH
Page 25 and 26:
Page 27 and 28:
Page 29 and 30:
Page 31 and 32:
3 Metrum en versbouw. Tekstherhalin
Page 33 and 34:
BLOEITIJDPERK NEDERLANDSE VOLKSLIED
Page 35 and 36:
Page 37 and 38:
Page 39 and 40:
Page 41 and 42:
TAAL. METRUM, VERSBOUW, MELODIE, RH
Page 43 and 44:
Page 45 and 46:
Page 47 and 48:
Page 49 and 50:
Page 51 and 52: TAAL, METRUM, VERSBOUW, MELODIE, RH
Page 57 and 58: TAAL. METRUM, VFIRSBOUW, MELODIE, R
Page 65 and 66: i TAAL, METRUM, VERSBOUW, MELODIE,
Page 77 and 78: TAAL, METRUM, VERSI3OUW, MELODIE, R
Page 79 and 80: 6 De vorm en het tempo. DE VORM VAN
Page 85 and 86: TAAL, METRUM, 'VERSBOUW, MELODIE, R
Page 89 and 90: HET NITERELDLIJK LIED 85 hij ook ee
Page 91 and 92: HET WERELDLIJK LIED 87 merkwaardige
Page 93 and 94: HET WERELDLIJK. LIED 89 Volgens van
Page 95 and 96: HET WERELDLIJK LIED 91 van diefstal
Page 97 and 98: HET WERELDLIJK LIED 93 Nochtans en
Page 99 and 100: 8 Het minnelied. Wachterliederen. M
Page 101: HET GEESTELIJK LIED 97 de dag niet
Page 105 and 106: HET WERELDLIJK LIED 101 In den lust
Page 107 and 108: HET WERELDLIJK LIED 103 In Oostlant
Page 109 and 110: HET WERELDLIJK LIED 105 Een lied al
Page 111 and 112: HET WERELDLIJK LIED 107 Wi willen v
Page 113 and 114: HET WERELDLIJK LIED 109 houden en a
Page 115 and 116: HET WERELDLIJK LIED 111 Oak voor de
Page 117 and 118: i--4 4,----0schild en mijn HET WERE
Page 119 and 120: HET WERELDLIJK LIED 115 Van de nog
Page 121 and 122: 10 Spot- en drinkliederen. Het dans
Page 123 and 124: HET WERELDLIJK LIED 119 Hi, laet on
Page 125 and 126: wel - le - comst van Voorbeeld 21 H
Page 127 and 128: HET WERELDLLTIC. LIED 123 oaramo .1
Page 129 and 130: HET WERELDLIJK LIED 125 Het is onde
Page 131 and 132: HET WERELDLIJK LIED 127 Twee emmert
Page 133 and 134: HET WERELDLIJK LIED 129 uitingen va
Page 135 and 136: was r on2 HET GEESTELIJK LIED 131 D
Page 137 and 138: HET GEESTELIJK LIED 133 hemels douw
Page 139 and 140: HET GEESTELIJK LIED 135 chael Behai
Page 141 and 142: HET GEESTELIJK LIED 137 en bruid, m
Page 143 and 144: HET GEESTELIJK LIED 139 oprechte vr
Page 145 and 146: HET GEESTELIJK LIED 141 matis perso
Page 147 and 148: HET GEESTELIJK LIED 143 als refrein
Page 149 and 150: HET GEESTELIJK LIED 145 Door het th
Page 151 and 152: ons HET GEESTELIJK LIED 147 41 Een
Page 153 and 154:
HET GEESTELIJK LIED 149 in het verd
Page 155 and 156:
HET GEESTELIJK LIED 151 de overgang
Page 157 and 158:
HET GEESTELIJK LIED 153 Een ander P
Page 159 and 160:
HET GEESTELIJK LIED 155 Voor sommig
Page 161 and 162:
coos Voorbeeld .25 HET GEESTELIJK L
Page 163 and 164:
AANHANGSEL 159 Wy lief lick is der
Page 165 and 166:
AANHANGSEL 161 in de 15de en 16de e
Page 167 and 168:
AANHANGSEL 163 Muelen en „Al hadd
Page 169 and 170:
AANHANGSEL 165 „Ic seg adieu": a)
Page 171 and 172:
mijn. AANHANGSEL 167 Troest mi scoo
Page 173 and 174:
AANHANGSEL 169 in dit opzicht gesla
Page 175 and 176:
AANHANGSEL 171 Is ons volkslied doo
Page 177 and 178:
AANHANGSEL 173 arbeid de algemene a
Page 179 and 180:
knecht = jongen knive, knijf = mes
show all

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?