het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
156<br />
BLOEITIJDPERK NEDERLANDSE VOLKSLIED<br />
digheid steken wel eens of tegen de eenvoud <strong>van</strong> de<br />
echte volkspoezie. De melodie is ook vaak kunstiger,<br />
doch mist daardoor de ongerepte natuurlijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>volkslied</strong>.<br />
Hetgeen vooral opvalt is, dat de melodie veel meer<br />
melismen vertoont, dan gewoonlijk <strong>het</strong> geval is. Hoe<br />
deze melismatiek soms tot een overdaad kan voeren, die<br />
in ons <strong>volkslied</strong> misplaatst is, leren ons de volgende<br />
voorbeelden (vb. 25, blz. 157).<br />
Andere melodieen uit de 14de en 15de eeuw zijn nog<br />
streng syllabisch, zoals „Mijn hert dat is in lijden" en<br />
„Wildi hooren <strong>van</strong> Jezus' woorden", beide op wereldlijke<br />
melodieen gezongen. Of wel zij vertonen slechts<br />
melismen op de slotlettergrepen <strong>van</strong> de halve strofe.<br />
Hierbij enkele voorbeelden, waarbij de gecursiveerde<br />
lettergreep de plaats aanduidt, waarop de melismatische<br />
toonfiguur gezongen wordt:<br />
a) Midden in den hemel, dair schijnt een licht 't is Clair.<br />
b) Men Vint er also menich siel, omtrent heer Jhesum<br />
staen.<br />
c) Maria saert, <strong>van</strong> edler aert, Een rose boven alle<br />
doren. Du hebste met macht wederomgebracht.<br />
Dat langen tijd was verloren.<br />
d) Loven so wilt den Heere. Hierusalem talder tijd<br />
Wilt loven en gheven hem eere. 0 Syon ghebenedijt.<br />
De voornaamste bronnen voor dit soort geestelijke liederen<br />
zijn de beide door Hoffmann von Fallersleben en<br />
Baumker uitgegeven 15de eeuwse manuscripten: „Een<br />
devoot ende profitelijck boecxken" (Antwerpen 1539)<br />
en Theodotus' „Paradijs der Geestelijcke Lofzangen-<br />
(1621 ):<br />
Dikwijls is niet met volstrekte zekerheid uit to maken,<br />
of de wereldlijke of de geestelijke versie <strong>het</strong> oorspron-