het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
34 BLOEITIJDPrRK NEDERLANDSE VOLKSLIED<br />
Deze vorm vinden wij ook bij de „nyeu liedekens" <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> Antwerps Liedboek. Enige bekende vierregelige<br />
verzen zijn: „In 't soetste <strong>van</strong> den meye", „Van den<br />
Lantsknecht", „Daer staet een clooster in Oostenrijck",<br />
„Het dag<strong>het</strong> in den Oosten", „Den dag en wil niet verborgen<br />
zijn", „Ic sie die morgensterre", „Het viel eens<br />
hemels douwe" enz.<br />
Wij geven hierbij nog een paar <strong>van</strong> de meest voorkomende<br />
vierregelige rijmschema's:<br />
3a - 3b - 3a - 3b<br />
4a - 3a - 4a - 3b<br />
4a - 4a - 3b - 3b<br />
4a - 4a - 4a - 3b<br />
Het zou te ver voeren bij elk dezer vormen afzonderlijk<br />
stil te staan. De afwisseling en verscheidenheid in strofenbouw<br />
is schier onbegrensd. Men kent vijfregelige,<br />
zesregelige tot zelfs dertienregelige strofen. Elk genre<br />
heeft daarenboven verschillende rijmschema's. Het is<br />
moeilijk uit te maken welke kunstvormen alien hebben<br />
bijgedragen tot deze bonte verscheidenheid. De poezie<br />
der troubadours en trouvêres is hierop niet zonder invloed<br />
geweest en ook <strong>het</strong> meerstemmig kunstlied uit de<br />
Ars nova heeft zijn sporen nagelaten.<br />
Het Franse rondeau had in den beginne twee, drie of<br />
vier versregels. Charles d'Orleans prefereerde echter<br />
kwatrijnen. Later werd aan elk kwatrijn nog een vijfde<br />
regel toegevoegd, rijmend op de voorgaande.<br />
Bij een in <strong>het</strong> Antwerps Liedboek voorkomend lied<br />
wordt de vierregelige strofe plotseling met een vijfregelige<br />
afgewisseld ( „Het was te nacht, also soeten<br />
nacht"). In <strong>het</strong> merkwaardige lied „Een koning die<br />
hadde twee dochterkens", opgetekend door de Coussemaker,<br />
wisselen zelfs drie, vier, vijf, zes en acht regels<br />
per strofe.