17.08.2013 Views

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

TAAL, METRUM, VERSBOUW, MELODIE, RHYTHME, VORM 77<br />

Wanneer wij enige <strong>van</strong> deze melodieen nauwkeurig beschouwen,<br />

dan blijkt hoe klaar en overzichtelijk deze<br />

vorm is. Tot dit type behoren o.a. de zeer populaire<br />

melodieen <strong>van</strong> „Die eerste vreugt" en „Die winter is<br />

vergangen" (vb. 17, blz. 99 ).<br />

Hiermede nauw verwant is de vorm, waarbij a de laatste<br />

maal min of meer gevarieerd wordt, voorgesteld door<br />

a a b a'. Hiertoe behoren: „Die nachtegael, die sanc een<br />

lief' en „Ick seg adieu" (vb. 6, blz. 55).<br />

Men vindt ook nog A (= a a) B (= b b), waarbij de<br />

tweede b met een slotformule naar de tonica leidt. Een<br />

voorbeeld hier<strong>van</strong> is: vb. 18, blz. 99. Tot deze groep behoren<br />

ook: „schoon jonkvrouw, is moet U claghen -<br />

en „Het waren twee coninckskinderen" (melodie uit de<br />

verzameling <strong>van</strong> Jop Pollmann). Ook bij <strong>het</strong> laatste lied<br />

is b voor de tweede maal lichtelijk gevarieerd.<br />

Uiteraard verschilt deze vorm weinig <strong>van</strong> A ( = a a)<br />

B ( = b c), welke wij aantref fen bij „In een huis daar<br />

woonde niemand in", „Meisken jong", „In 't zoetste <strong>van</strong><br />

de meie", „Ick wil mi gaen vertroosten", „Ick quam noch<br />

ghisteravont" en „Zeg kwezelken".<br />

Soms bevat <strong>het</strong> slot c weer een reminiscentie <strong>van</strong> a, bijv.<br />

bij „Ick wil mi gaen vertroosten".<br />

Hoeveel kleine verschillen en nuances er binnen <strong>het</strong> kader<br />

<strong>van</strong> de tweedelige liedvorm nog mogelijk zijn, blijkt ook<br />

uit <strong>het</strong> volgende schema:<br />

A .( = a b) B ( = c d). Me onderdelen hebben geen<br />

enkele of geen opvallende verwantschap met elkaar: „Die<br />

winter is een onweerd gast" (vb. 15a, blz .67). Verder bij:<br />

„Aen gheender linden daer staet een dal", „Een ridder<br />

end een meysken jonck", „Ic had een alderliefste", „Nu,<br />

sijt wellecome", „Daer was een wuf, die spon" en<br />

„wij klommen op hooge bergen".<br />

De eenvoudige driedelige liedvorm vinden wij in „En

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!