14.09.2013 Views

Zijn wij anders? Waarom Nederland geen ... - Politieacademie

Zijn wij anders? Waarom Nederland geen ... - Politieacademie

Zijn wij anders? Waarom Nederland geen ... - Politieacademie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De reactie van de overheid was dan ook dat er meer politie moest komen en dat<br />

het toezicht op de <strong>wij</strong>ken moest worden verscherpt om de criminaliteit te kunnen<br />

indammen. De inzet van meer politiepersoneel bleek echter problematisch. Er was<br />

eenvoudigweg te weinig capaciteit om de aanwezigheid in de getto’s op te voeren.<br />

Daarom vertrouwden de korpsen in de grote steden op andere methoden en tactieken<br />

om de greep op de <strong>wij</strong>ken te verstevigen, zonder dat de sterkte buitensporig hoefde<br />

te worden verhoogd. Deze tactiek kreeg de naam agressive preventive patrolling.<br />

Zij stelde de politie in staat volkomen willekeurige voorbijgangers staande te<br />

houden, te verhoren en te fouilleren. De invoering van agressive preventive patrolling<br />

ging vrijwel gelijk op met de invoering van belangrijke technische innovaties<br />

die bijdroegen aan een verdere professionalisering van de politie. Hierbij ging<br />

het met name om een verdere verbetering van de communicatie en het transport,<br />

zoals de invoering van de mobiele surveillance. In de praktijk betekende dit dat<br />

de politie veelal mobiel, met surveillanceauto’s, in de <strong>wij</strong>ken surveilleerde en<br />

personen aanhield die in haar ogen verdacht overkwamen.<br />

Bestuurders en politie waren enthousiast over de nieuwe tactiek. Het was een<br />

ideale manier om zonder al te veel personele investeringen de criminaliteit in de<br />

getto’s te bestrijden. De toepassing van deze nieuwe technieken had echter ook<br />

een keerzijde. Door de mobiele surveillance met politieauto’s nam het directe<br />

contact tussen burgers en politie af. Politiemensen draaiden hun rondjes in de<br />

<strong>wij</strong>k en kwamen nog nauwelijks de auto uit. De alledaagse interactie met het<br />

publiek kwam onder druk te staan. In slechte <strong>wij</strong>ken waar dit contact toch al<br />

gering was, maakte de mobiele surveillance de afstand tussen politie en burgers<br />

zo mogelijk nog groter. Het contact beperkte zich steeds meer tot situaties waarin<br />

de politie al dan niet op verzoek van de bewoners moest interveniëren bij ruzies<br />

en misdrijven of vanuit de tactiek van aggressive preventive patrolling.<br />

De technische vernieuwingen en tactische aanpassingen bleken dus een minder<br />

wenselijk neveneffect te sorteren, namelijk dat de normale alledaagse omgang<br />

met de <strong>wij</strong>kbewoners verminderde. Door het gebrek aan dagelijks contact in de<br />

<strong>wij</strong>ken raakte de politie waardevolle informatiebronnen k<strong>wij</strong>t. Uit een onderzoek<br />

in elf grote steden bleek dat 49 procent van de straatagenten nog <strong>geen</strong> vijf namen<br />

van de in hun buurt wonende belangrijke sleutelpersonen kon noemen. 66<br />

Zoals gezegd speelde ook het gebrek aan personeel de politie parten. Rond het<br />

midden van de jaren 1960 moest een forse inhaalslag worden gemaakt. Veel<br />

ouder personeel in de steden stroomde vervroegd uit. Als reden werd onder meer<br />

de verhoogde werkdruk aangegeven. Omdat het veel moeite kostte nieuw personeel<br />

te vinden, verlaagde een groot aantal korpsen de toelatingseisen. Dit had<br />

zijn weerslag op de kwaliteit van het personeel. De New York Times berichtte<br />

in 1968 dat het New York Police Department 2000 nieuwe politiemensen had<br />

66 Hahn & Jeffries, 2003: 128.<br />

49

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!