Zijn wij anders? Waarom Nederland geen ... - Politieacademie
Zijn wij anders? Waarom Nederland geen ... - Politieacademie
Zijn wij anders? Waarom Nederland geen ... - Politieacademie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Door de snelle naoorlogse economische groei in <strong>Nederland</strong> dreigde er vanaf het<br />
midden van de jaren 1950 een arbeidstekort te ontstaan. Zo kwam gedurende de<br />
jaren 1960 een derde stroom van migranten op gang, die van de gastarbeiders.<br />
Met steun van de regering werden gastarbeiders geworven, eerst in Zuid-Europese<br />
landen, waaronder Spanje, Griekenland, Italië en het voormalige Joegoslavië.<br />
Later verplaatste de werving zich naar landen als Marokko en Turkije. 126 De<br />
opvang van deze gastarbeiders was provisorisch en vaak volstrekt onvoldoende,<br />
zoals later ook in verscheidene regeringsrapportages werd onderkend. De overheid<br />
beschouwde het niet als haar verantwoordelijkheid zich met de leefomstandigheden<br />
van de gastarbeiders te bemoeien. Hun komst was immers geïnitieerd door het<br />
bedrijfsleven en dus droegen de werkgevers deze verantwoordelijkheid. Niet<br />
alle werkgevers namen deze verantwoordelijkheid serieus. Bovendien werd het<br />
verblijf van de gastarbeiders als tijdelijk beschouwd, waardoor de regering zich<br />
niet verplicht voelde blijvende maatregelen te nemen. 127<br />
Vanwege de economische groei in eigen land keerden veel Zuid-Europese gastarbeiders<br />
in de loop van de jaren 1960 weer naar hun land terug. Hierdoor nam<br />
de vraag naar Marokkaanse en Turkse gastarbeiders toe. Vanaf 1962 werd het<br />
bovendien ook mogelijk gezinsleden over te laten komen. Na het uitbreken van<br />
de oliecrisis in 1973 viel de werving van nieuwe gastarbeiders zo goed als stil. De<br />
crisis was ook een reden het arbeidsmigratiebeleid nog eens te heroverwegen. In<br />
1974 stelde de regering dat <strong>Nederland</strong> <strong>geen</strong> immigratieland was. Het beleid richtte<br />
zich vanaf dat moment op repatriëring. Door financiële prikkels wilde men de<br />
gastarbeiders stimuleren naar hun land terug te keren. Zoals zo vaak het geval is,<br />
bleek ook hier de praktijk weerbarstiger. In plaats van een massale terugkeer nam<br />
het aantal gezinsherenigingen juist toe. De economische situatie in de landen van<br />
herkomst stak immers schril af tegen die van <strong>Nederland</strong>. In de periode 1975-1981<br />
immigreerden vooral vrouwen en kinderen. Nieuwe maatregelen van de regering<br />
om de immigratie af te remmen, waaronder de instelling van een visumplicht en<br />
aangescherpte vestigingseisen in respectievelijk 1980 en 1983, sorteerden nauwelijks<br />
effect. 128<br />
Na de Tweede Wereldoorlog genereerden internationale conflicten en bur geroorlogen<br />
nieuwe stromen vluchtelingen. De grootste groepen die in <strong>Nederland</strong><br />
terechtkwamen waren achtereenvolgens Hongaren (1956), Vietnamezen (na 1970),<br />
Tamils (na 1980), Somaliërs en Joegoslaven (na 1990) en als laatste Irakezen (na<br />
2003). Met de uitbreiding van de Europese Unie naar het oosten komen er sinds<br />
ongeveer 2000 ook steeds meer migranten uit voormalige Oostbloklanden richting<br />
<strong>Nederland</strong> (vooral uit Polen).<br />
126 Albeda, 1970: 635; Tromp, 1995: 231-244.<br />
127 Witte, 1996: 115.<br />
128 Obdeijn, 1995: 73.<br />
78