Zijn wij anders? Waarom Nederland geen ... - Politieacademie
Zijn wij anders? Waarom Nederland geen ... - Politieacademie
Zijn wij anders? Waarom Nederland geen ... - Politieacademie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Vrijdag 28 oktober gaf de overheid een eerste reactie. Zonder enig onderzoek<br />
verklaarden verschillende autoriteiten dat de politie juist had gehandeld. De<br />
jongeren waren bezig om spullen te stelen op een bouwterrein en dus was de<br />
achtervolging terecht geweest. Sarkozy noemde de relschoppers racaille ofwel<br />
uitschot en ging voorbij aan de emoties die de dood van de jongens had opgeroepen.<br />
Hij wees er tevens op dat iedere volgende ordeverstoring door de politie met kracht<br />
zou worden bestreden. Van enige toenadering was op dat moment nog <strong>geen</strong> sprake.<br />
’s Avonds braken rellen uit in de banlieue Chêne Pointu waar verscheidene auto’s<br />
uitbrandden. Zo’n 250 politiemensen waren het doelwit van naar schatting 400<br />
jongeren. Zij werden bekogeld met stenen, flessen en molotovcocktails. Pas rond<br />
drie uur in de ochtend keerde de rust terug.<br />
Zaterdag 29 oktober verliep zonder rellen. De dag stond in het teken van een stille<br />
tocht ter nagedachtenis aan de beide slachtoffers. De ouders liepen voor in de stoet.<br />
’s Avonds en ook het grootste deel van de zondag bleef het op enkele autobranden<br />
na rustig. Er was in ieder geval <strong>geen</strong> sprake van geweld tegen personen. In een<br />
poging de situatie verder te normaliseren bood de regering aan een ontmoeting<br />
te organiseren tussen de ouders van de jongens en minister Sarkozy. De familie<br />
wilde echter <strong>geen</strong> ontmoeting met de minister, die het onmiddellijk voor de politie<br />
had opgenomen. Uiteindelijk hadden zij enkele dagen later een ontmoeting met<br />
de als meer gematigd bekendstaande premier De Villepin.<br />
Na de weigering van de nabestaanden laaiden de emoties na een weekend van<br />
relatieve rust weer op. Sarkozy werd hierdoor de personificatie van een onwelwillende<br />
overheid. Zelf gooide hij die zondagavond nog eens olie op het vuur door<br />
in een interview voor de televisiezender TF1 nogmaals te verklaren dat de politie<br />
correct had gehandeld. In datzelfde gesprek vertelde hij dat de overheid zou<br />
vasthouden aan het zerotolerancebeleid en de onrust met harde hand zou bestrijden.<br />
Zondag had hij al toestemming gegeven om de politiemacht in Clichy-sous-Bois<br />
te versterken met zeventien compagnieën oproerpolitie van de CRS, en zeven<br />
eskadrons mobiele gendarmerie.<br />
Volgens de socioloog Roché maakte de regering op 30 oktober een volgende<br />
fout toen bij een charge van de CRS in de banlieue La Forestière à Clichy een<br />
door de politie afgeschoten traangasgranaat bij een moskee naar binnen rolde. De<br />
moslimgemeenschap reageerde verontwaardigd op dit nieuwe incident. Ditmaal<br />
waren het niet alleen jongeren die zich roerden, maar ook ouderen. Ook nu<br />
reageerde de regering op een manier die weinig bevorderlijk was voor de situatie;<br />
zij schoof de schuld in de richting van de jongeren en hield vast aan een harde<br />
lijn. Er was <strong>geen</strong> sprake van een handreiking naar de jongeren, noch naar de<br />
moslimgemeenschap. Het effect hiervan werd merkbaar op maandag 1 november,<br />
toen de rellen zich verplaatsten naar andere Parijse voorsteden. 108<br />
108 Roché, 2006: 9-28.<br />
66