14.11.2013 Views

Bijzondere interventies aan het hart - Gezondheidsraad

Bijzondere interventies aan het hart - Gezondheidsraad

Bijzondere interventies aan het hart - Gezondheidsraad

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

moeten bieden, ook als er in een centrum geen interventiecardiologie of <strong>hart</strong>chirurgie<br />

plaatsvindt. Dit aspect was nog niet belicht in <strong>het</strong> rapport uit 1993.<br />

Volume-outcome relatie<br />

Zowel in <strong>het</strong> rapport uit 1993 als in de internationale richtlijnen is <strong>aan</strong> de orde<br />

gesteld wat de voorwaarden zijn voor een optimale kwaliteit van <strong>hart</strong>chirurgie en<br />

interventiecardiologie bij <strong>aan</strong>geboren <strong>hart</strong>afwijkingen. Het blijkt echter erg<br />

moeilijk de optimale situatie te beschrijven (Dae03). Het doel is kwaliteit. In de<br />

literatuur is bij herhaling gesuggereerd dat er een relatie is tussen <strong>het</strong> <strong>aan</strong>tal door<br />

een centrum verrichte ingrepen en de mortaliteit. Omvang is dan een grove maat<br />

voor kwaliteit (All03, Cha02, Han98, Jen95, Lun00, Spi02, Sol99, Sta00).<br />

Er is echter ook kritiek op de methoden van onderzoek waarmee deze relatie<br />

werd <strong>aan</strong>getoond (Spi02), met name in studies over <strong>hart</strong>chirurgie voor kinderen.<br />

Problemen die zich hierbij voordoen zijn: effecten van verschillen in ‘case mix’<br />

worden onvoldoende meegewogen in de analyses, de grens tussen ‘grote’ en<br />

‘kleine’ centra wordt niet gedefinieerd voorafg<strong>aan</strong>d <strong>aan</strong> de analyses, en individuele<br />

centra kunnen onevenredig veel invloed op de uitkomsten hebben (Spi02).<br />

Daarnaast is de bron van de gegevens waarop de analyses betrekking hebben<br />

vaak met een heel ander doel tot stand gekomen. Van belang is verder dat uitkomsten<br />

van <strong>hart</strong>chirurgie (of interventiecardiologie) voor kinderen niet bepaald<br />

worden door één of meer individuele artsen (<strong>hart</strong>chirurgen/kindercardiologen),<br />

maar door <strong>het</strong> gehele team en alle factoren die betrokken zijn bij de behandeling,<br />

de zogenoemde ‘institutional performance’ (Spi02).<br />

In een retrospectieve analyse van resultaten van kinder<strong>hart</strong>chirurgie in Engeland<br />

tussen 1990 en 1995 die rekening hield met deze potentiele bezwaren, werd<br />

voor open <strong>hart</strong>operaties onder de leeftijd van 1 jaar wel een significant effect van<br />

<strong>het</strong> <strong>aan</strong>tal ingrepen op de mortaliteit gevonden (Spi02). Overigens was <strong>het</strong> <strong>aan</strong>tal<br />

gevallen waarbij de beste resultaten werden behaald gelijk <strong>aan</strong> dat wat ook in de<br />

kleinste Nederlandse centra inmiddels gebruikelijk is.<br />

Onlangs werd in de Nederlandse literatuur <strong>aan</strong>gegeven dat in de discussie<br />

over de volume-uitkomstrelaties rekening gehouden moet worden met de statistische<br />

mogelijkheden om verschillen in uitkomsten <strong>aan</strong> te tonen (Kie05b). Het<br />

<strong>aan</strong>tal patiënten dat nodig is om een significant risicoverschil <strong>aan</strong> te tonen tussen<br />

een groep A (risico op mortaliteit 2,5%) en een groep B (risico op mortaliteit<br />

5%) bedraagt 1208 (Kie05b). Dit <strong>aan</strong>tal kan in Nederland alleen over een reeks<br />

van jaren gehaald worden, tenzij alle patiënten in één centrum worden geconcentreerd.<br />

Behandeling van kinderen en volwassenen met <strong>aan</strong>geboren <strong>hart</strong>afwijkingen 185

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!