02.05.2013 Views

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

van gevoelen, tweedrachtig; pabëngkahan,<br />

scheuring, verdeeldheid, tweespalt; kabëngkahan,<br />

het verdeeld ztfn, verdeeldheid.<br />

BËNGKANQ, alleen in nangkarak béngkang,<br />

op den rug liggen, met opgetrokken<br />

beenen; ngabëbëngkang, idem.<br />

BENGKEL, L het Holl. winkel; werkplaats,<br />

inz. timmermanswerk plaats van<br />

den Waterstaat.<br />

II. Naam van den derden bloemsteel<br />

van den kawoeng, voll. leungeun bengkel, een<br />

der topstelen van den kawoeng.<br />

BËNGKËR, I. hoepel, band om een wiel,<br />

velg; verder: bamboezen hoepel waarbinnen<br />

pasgeplukte koffie gedroogd wordt<br />

(vgl. wëngkër); ngabëngkër, een hoepel of<br />

band om iets maken ; ook : krammen (z. a.<br />

met yzerdraad); dibèngkêr.<br />

II. Opperste, voornaamste, eerste onder<br />

geleken pangbëngkër, idem. (Vgl. wëngkër<br />

;<br />

en wëngkoe.) P.<br />

BÈNGKOENG, gekromd (z. a. de rug van<br />

een oud mensen), een hoogen rug hebben,<br />

gebocheld; ook: krom, een bocht hebben<br />

naar boven (b. v. een pamikoél of dakplaat);<br />

bëngkoeng ngarijoeng bongkok ngaronjok,<br />

sprkw., verkl. met kajang ngarijoeng<br />

moengpoeloeng, alles bijeenkomen; ook:<br />

allen hetzelfde doen; bëbëngkoeng, laüge<br />

breede doek, door vrouwen na hare bevalling<br />

om den buik gedragen, sluitlaken,<br />

sluitverband ; dibëbëngkoeng, een sluitlaken<br />

omdoen of dragen ; ngabëngkoengkeun, krom<br />

maken, verkrommen ; dibëngkoengkeun-<br />

(V gl. bingkëng.)<br />

BENGKOK, krom; lakoe (of lampah)bengkok,<br />

op verkeerde wegen gaan, zich aan verkeerde<br />

handelingen schuldig maken; béngkokaëmbah,<br />

z. v. a. gindipikir van gezindheid<br />

y<br />

of stemming veranderen; bangsa bengkok,<br />

een krom volk, menschen met een verkeerde<br />

gezindheid; milampah bengkok, verkeerd<br />

handelen, onrecht doen; btngkok ka<br />

goesti, jegens den vorst verkeerd of verdraaid<br />

handelen; mengkok, omgaan, een<br />

bocht vormen, een bocht of hoek in een<br />

weg of in een rivier (vgl. malengkok);<br />

bebevgkok, kromhout (van een wiel, door<br />

debëngkër bijeengehouden); ngabengkokkeun,<br />

krom maken, verdraaien, iemands woorden<br />

verdraaien; ngabengkok-bengkokkeun<br />

omongan, aanh. iemands woorden verdraaien;<br />

dibengkokkeun.<br />

BÉNGKONQ, maar meestal ngabëngkong,<br />

onafgebroken (in gebogen houding) zitten<br />

iets te doen; ook wel: zitten, neerzitten<br />

(in algemeenen zin).<br />

BENQKONG, persoon die de besnijdenis<br />

voltrekt (toekang njoenatan).<br />

BENGKANG—BENTANG. 71<br />

BENGO, gebogen, met krommingen, niet<br />

recht; verder: een scheeve mond, een<br />

scheeven mond hebben; ook: scheef, z.a.<br />

schrift.<br />

BËNGOEK, = bëkoek, een kromme neus<br />

(z.a. van eentaoefcémas(goudvisch)ofvan<br />

een arend), arendsneus; ook = boewah koas,<br />

naam der vrucht van de koas; ngabëngoek,<br />

of ngabëkoek, een paard dwingen zjjn kop<br />

omlaag te houden, door het een breidel<br />

aan te leggen en dien over z\)n nek te<br />

bevestigen; dibëngoek.<br />

BÉNGONG, = hoökeun, met open mond<br />

verwonderd of versteld staan kyken,<br />

verbaasd zien of staren, versteld staan.<br />

BENGRA8, — tërang, helder, klaar, onbewolkt,<br />

glinsterig, blinkend, schitterend<br />

(het zonlicht, een witte muur, enz.).<br />

BENGSAL (het tegenoverg. van bangen),<br />

niet slagen, missen, misraken (b. v. een<br />

schot), ongelukkig in iets zjtfn, niet voorspoedig,<br />

onbekwaam, ongeschikt; geus<br />

poenah balang-bengsalna, aan alle moeite<br />

en ellende is een einde gekomen.<br />

BÈNING (eig. Jav.), z. v. a. herang, helder,<br />

klaar, zuiver; bodas bëning, zuiver wit;<br />

tjai bëning, helder water; ali noe bëning,<br />

een rein hart; dipoendoet ati noe bëning,<br />

iemands geheele hart, d. i. zjjn geheele<br />

toewijding vragen.<br />

BËNJE, (van een kloedingstuk) met<br />

gaten (veroorzaakt door slijtage), rafelig;<br />

oelah make samping ijeu, geus barënje, trek<br />

deze sarong niet aan, er z\jn gaten in. P.<br />

BÈNJENG, I. ngbr.; ngabënjeng, zacht aan<br />

iets trekken (b. v. aan iemands mouw);<br />

dibënjeng; ngabënjengan t herh. aan iets<br />

trekken; dibënjengan.<br />

II. Naam van een plant, van wier wortel<br />

(beuti) men een soort kleine kaarsjes<br />

maakt, welke door arme lieden gebrand<br />

worden [op den Goenoeng Gede, wellicht<br />

ook elders; de aanslag van den walm,<br />

vergaderd door een kopje omgekeerd boven<br />

zulke brandende pitten te houden, gebruikt<br />

men wel om inkt te maken].<br />

BËNJE8, ngbr.; mëwjes, zwygen, zich stilhouden<br />

(uit verlegenheid of beschaamdheid,<br />

omdat men het onderspit heeft<br />

moeten delven), zwijgend de plaat poetsen<br />

ten gevolge eener ondergane vernedering;<br />

kabënjes, in zoodanigen toestand gebracht<br />

of geraakt ztyn.<br />

BËNTAK, ngbr.; ngabëntak, = njëntak,<br />

iemand hard toespreken, toesnauwen;<br />

dibëntak; ngabëniak-béntak, zeer heet ztfn<br />

(b. v. van een dag in den drogen moesson).<br />

BENTANG, ster, de sterren; ook: ordeof<br />

ridderteeken (doch in dezen zin meestal

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!