02.05.2013 Views

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

40 BADJAG—BAGAL.<br />

BADJAG, = badjo, zeeroover, zeeschuimer;<br />

ngabadjag, zeeroof plegen.<br />

BADJEQ, ngbr.; ngabadjeg, een mensen<br />

of dier (b. v. een dollen buffel) de hielspier<br />

doorsnijden of doorhakken; ngabadjegan,<br />

idem, van meer dan één dier; dibadjeg;<br />

dibadjegan; babadjeg, de hielspierof Achil-*<br />

lespees (en wel tot in de dy toe).<br />

BADJËNDIT, het Holl. bajonet; idem.<br />

BADJI (Kad.), opvulsel (b. v. een stukje<br />

hout ter opvulling by 't inslaan van een<br />

te dunne keg [anders gezegd paseukpantjir).<br />

BADJIQOER, koffie met suiker en tji-pati<br />

of kokoswater, na de vermenging nog eens<br />

goed doorgekookt (inz. gebruikt door<br />

lieden die 's nachts waken moeten, b. v.<br />

by een doode).<br />

BADJINQ, de gewone eekhoorn.(Vgl. kekes.)<br />

BADJIR (vgl. hapa) onvruchtbaar (van<br />

menschen en dieren); van menschen k.,<br />

gaboeg L; madjir, na den eersten keer geen<br />

jongen meer kragen (b. v. een visch, die<br />

niet in haar element-, die in verkeerd<br />

water is), onvruchtbaar geworden.<br />

BAOJO, = badjag, zeeroover, zeeschuimer;<br />

ngabadjo, zeeroof plegen, kapen (op zee).<br />

BADJOE (Mal., uit Perz.) k., raksoekan 1.,<br />

baadje, buis, kamizool; beuheung badjoe,<br />

hals-, kraag van een baadje; leungeun<br />

badjoe, mouw; hees make badjoe, slapen<br />

met het baadje aan (wat pamali heet,<br />

matak ngimpi hibër); ngegelan badjoe, op<br />

zyn baadje kauwen (heet eveneens pamali,<br />

matak potong hoentoe)' }pibadjoeëun, stof voor<br />

een baadje; ngabadjoe, een baadje aanhebben;<br />

overdr : ingeworteld (inz. van deugd<br />

of ondeugd, kwade of goede gewoonten);<br />

dibadjoe, een baadje aantrekken of aanhebben;<br />

ngabadjoean, een ander een baadje<br />

aantrekken; dibadjoean.<br />

BADJONQ, ngbr.; ngabaajong, by een<br />

groote party koopen (inz. om weer te<br />

verkoopen), inkoopen, in het groot koopen,<br />

voorraad inslaan; toekang ngabadjong,<br />

koopman in 't groot; dibadjong, in 't<br />

groot verkocht worden.<br />

BADODOJ, achteraanslenteren (z. a. b. v.<br />

een volgeling die telkens stilstaat). P.<br />

BADODON, een soort luik die in groote<br />

rivieren uitgezet wordt om visch te vangen.<br />

BADOED, z. v. a. toekang ngabodor, een<br />

potsenmaker (by anghloeng en dogdog).<br />

BADOEQ, ngbr.; ngabadoeg, (van een<br />

dier) met den kop of de hoorns zijwaarts<br />

stooten; (van menschen) iemand met den<br />

arm of de elleboog aanstooten, tegen iets<br />

stooten; dibadoeg.<br />

BADOEJ, voll. nagara Badoej, naam van<br />

een verdwenen plaats in het Zuiden van<br />

Bantam ; Tji-Badoej, naam van een riviertje<br />

waaraan genoemde plaats gelegen was;<br />

oerang Badoej, de Badoej's, meer algemeen<br />

oerang Kanekes, oerang Karang enz. genoemd,<br />

naar de dessa's, thans door hen<br />

bewoond. [Zie Dr. Jul. Jacobs en J. J.<br />

Meyer, „De Badoej's", 1891. Verder: C. M.<br />

Pleyte, „Artja Domas", Tijdschrift voor<br />

Ind. T.-, L.- en Vk., deel LI, en „Badoejsche<br />

Geesteskinderen", Tydschrift voor Ind.<br />

T.-, L.- en Vk. deel LIV.]<br />

BADOEJOET, naam van een areuj (klimplant)<br />

als de waloeh.<br />

BADOEWI, zie Badwi.<br />

BADOQ, ngbr.; ngabadog, straatroof<br />

plegen, wegnemen, rooven; dibadog. (Vgl.<br />

bêdag.)<br />

BADONQ, I. naam van een bamboezen<br />

mand (soort fuik) om visch te vangen.<br />

II. (Z.-B.), sluitplaat van een uit metalen<br />

schalmen bestaanden gordel (vgl. bënten),<br />

elders babadong geheeten. P.<br />

III. Zéker rugversiersel 'by wajanghelden.<br />

B.<br />

BADORI, naam van een plant met witachtige<br />

bladeren [de vruchten bevatten<br />

een soort katoen].<br />

BADOT, bok, geitebok; babado ton, naam<br />

van een sterkriekend onkruid met ondiepe<br />

wortels.<br />

BADRA (Kw.), poëtisch voor mëndoeng,<br />

regenwolk, donkere wolk, donkere lucht.<br />

BADWI, of wel Badoewi(Ar.), woestyn bewoner,<br />

Bedouin, deBedouinen; ook scheldnaam,<br />

wel gegeven door de Moh. Bantammere<br />

aan de nog heidensche Badoej's.<br />

BAE, slechts, maar; ook: voortdurend,<br />

steeds; dimanah-manah bae, er steeds over<br />

denken; madjoe bae, steeds voortgaan ;- in<br />

de spreektaal zegt men ook wae. [De plaats<br />

is immer achter het woord of den zin,<br />

waarby het als bepaling gevoegd is.]<br />

BAETOELLAH (Ar.), huis Gods.<br />

BAEU, z.v. a. hijap, hajoh en geuraprak,<br />

kom opl ga je gangl sla toe!<br />

BAEUD, donker-, stuursch-, zuur-,norschstroef<br />

kyken; baeudan, van aard zóó<br />

kyken, een stuursch uiteriyk hebben,<br />

nurkscb zyn; boewad-baeud, asmh, oftelkens<br />

een zuur gezicht zetten; ngdboeudan,<br />

iemand zuur of norsch aankyken;<br />

dibaeudan.<br />

BAQA, ngbr.; tarang-baga, de schaamheuvel.<br />

(Vgl. poeroes.)<br />

BAQAD (Z.-B.), een zeevisch die, naarmate<br />

hy grooter wordt, mangapas en<br />

galang-tjangkek heet.<br />

BAGAL, I. de basis, grondslag of ondergrond<br />

van iets, de bonkwortel van de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!