02.05.2013 Views

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

502 RAMPIJOEL—EANDOE.<br />

spinnen); karampid, medegedragen-, medegeroerd<br />

worden (bjj ongeluk of zonder<br />

opzet, nl. van iets dat ergens in of onder<br />

geraakt is; verkJ. met Jcabawa kasoempoetkeun,<br />

d. i. medegenomen zonder dat<br />

men het wist); 2. = karagoem (zie ragoem),<br />

b$ iets inbegrepen zfln.<br />

RAMPIJOEL, ong. = ngoedoepoeng (zie<br />

koedoepoeng), ineenzinken, neerzagen (b. v.<br />

in onmacht).<br />

RAMPING, rank, slank, tenger (van een<br />

vrouw; meestal voorafgegaan door lènggik) ;<br />

verder: dun, scherpsntydend (b. v. een<br />

zwaard); raramping, tenger, dun (van de<br />

onderscheidene lichaamsdeelen).<br />

RAMPOEJOEK, 1. van gek, werkw. tusschenw.<br />

voor: gaan zitten, zich nederzetten;<br />

ngarampoêjoek, ineen zinken, nederztfgen,<br />

ter aarde storten.<br />

RAMPOENG, afgeslagen, afgehouwen (van<br />

een hand, een voet, een oor, of van beide<br />

handen, voeten ofooren,vandennek,enz.,<br />

b. v. door een zwaard); verder: vanéén,<br />

vanéén zfln (z.a. door een houw of zwaardslag);<br />

in 't alg.: van iets afzijn (ten gevolge<br />

van een slag of houw); in Bant. ook =<br />

anggeus, voltooid; in Kad. daarenboven:<br />

een rechtzaak beslissen ; ngarampoengkeun,<br />

breken, verbreken (b. v. een strik, web,<br />

ketting, enz); verder: afslaan, doorslaan,<br />

van iets af houwen ; dirampoengkeun. (VgJ.<br />

roempoeng.)<br />

RAMP0E8, verk). met sagala beukt, alles<br />

lusten, graag zjjn in het eten, met graagte<br />

eten (van menschen en dieren), gulzig,<br />

vraatzuchtig. (Vgl. rakoes.)<br />

RAMPOG, straatschender, roover, pmnderaar;<br />

ook: horde \djoeroerampog % roover<br />

(van beroep); rarampog, al maar rooven,<br />

niets doen dan rooven ; ngarampog, aanranden,<br />

straatschender plegen, rooven,<br />

berooven; dirampog.<br />

RAMPOHPOJ, verkl. met leuleus Usoe en<br />

taja tanaga, geheel zwak, zonder kracht,<br />

machteloos.<br />

RANDA (Skr.), weduwe; ook wel — jwpotongan<br />

(ziepotong), gescheiden vrouw, soms<br />

met randa hirotp aangeduid (vgl. doeda);<br />

boeroen g randa, z. v. a. Uu tocloes randana,<br />

gezegd van een vrouw die, na verstooten<br />

te zjjn, door haar man weer wordt (is)<br />

aangenomen; laki randa, naam van een<br />

klein vliegje dat om den avondtfld zich<br />

onder geboomte ophoudt en gaarne iemand<br />

in de oogen vliegt (zie ook bty midavg);<br />

rarandadn. (van een gehuwde vrouw) als<br />

«en weduwe leven, een onbestorven weduwe;<br />

karanda&ti, weduwschap.<br />

RANDAKAH, ngbr.; ngarandakah, de tak-<br />

ten wtjd uitbreiden, zich wrjd vertakken,<br />

wijd uitgespreid zjjn (van de takken van<br />

een grooten boom of van de hoorns van een<br />

hert). Vgl. rangkadak en rantjabang.<br />

RANDÉG (vgl. andëg), het staanbhjven<br />

of stilhouden; teu aja randëgna, er biyft<br />

niets staan, er beklrjit niets (b. v. van<br />

onderwas); ngarandëg, stil bujven staan,<br />

halt maken, stilhouden (ook van den wind),<br />

stilstaan; ngarandëg pikir, stilstaan of<br />

stilstand in de ontwikkeling; roendag-randèg,<br />

ieder oogenblik-, gedurig-, vantjjdtot<br />

tt)d stilstaan; ook: weifelachtig, besluiteloos;<br />

ngarandëgkeun, doen stilstaan;<br />

dirandëgkeun.<br />

RANDJAGAN, voll. lagoe randjagan (Z.B.),<br />

naam van een zangwfls.<br />

RANDJAH, ngbr.; ngarandjah, (van dieren)<br />

in een aanplant of bebouwd veld komen<br />

en daar schade aanrichten ; dirandjah,<br />

RANDJAM (Ar., radjam, steeniging), het<br />

Bteenigen; ngarandjam t iemand slaan of<br />

geeselen, tot er de dood op volgt; diran~.<br />

djatn. (Vgl. rangket.)<br />

RANDJANG, een bamboezen rustbank van<br />

onbepaalde grootte (tot zit-, maar meest<br />

tot slaapplaats gebezigd), bank, rotanbank,<br />

rustbank, rustbed, sofa; rarandjangan,<br />

een kleine randjang.<br />

RANDJAP, maar meestal ngarandjap,<br />

(iets) in kleine stukken snijden; diran-<br />

djap. P.<br />

RANDJENG, een terrasvormige dam ; ngarandjeng,<br />

een randjeng maken ; dirandjeng,<br />

van een randjeng voorzien worden.<br />

RANDJI, naam van een zuurachtige<br />

vrucht, geliefd bfl de Ghineezen; tangkal<br />

randji, naam van den boom.<br />

RANDJING, ngbr. ; ngarandjing, = asoep,<br />

in iets zjjn; ook van den duivel: zijn in<br />

iemand; karandjingan, door iemands geest<br />

beheerscht, iemands geest of beginselen in<br />

zich hebben opgenomen, bezeten zjjn;r?$rarandjingkeun,<br />

in elkander zetten, ineenzetten<br />

(van dingen die men pasklaar<br />

gemaakt heeft, b. v. een huis, een stoel,<br />

enz.); ook: inschuiven; dirandjingkeun.<br />

RANDJOEG. ngbr.; ngarandjoeg, z. v. a.<br />

kaliwat reuwas, een schok kragen, opschrikken,<br />

van schrik opspringen, hevig ontstellen<br />

of ontroeren; tingrarondjoeg, idem, van<br />

velen. (Vgl. rendjag.)<br />

RANDO, e. v. a. batoer en wakil, makker,<br />

helper, iemand om zoo 't noodig is btystand<br />

te verleenen of in te springen.<br />

RANDOE, de kapokvrucht (vgl. kapoek);<br />

tangkal randoe, de kapokboom [die niet<br />

alleen de kapok oplevert, maar ook op<br />

Java dient tot (levende) telegraafpaal; het

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!