02.05.2013 Views

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

688 TOEDAL—TOEGKEUG.<br />

d. i. hy kan het geluid van andere vogels<br />

nabootsen; de spotvogel.<br />

TOEDAL, = 't meer gebr. bedel, zie ald.<br />

TOEDING, = ioedosh, aanwijzing (z. a.<br />

met den vinger); ook: aantöging, beschuldiging;<br />

noeding, = ngadoedoeh (zie doedoeh),<br />

aanwezen, aantoonen; inz. iemand als<br />

den schuldige aantoonen of van schuld<br />

betichten; ditoeding, aangewezen worden<br />

(inz. als den schuldige), beticht worden,<br />

enz.; noe ditoeding, de beschuldigde; panoeding,<br />

of ook pangnoeding, aantijging, beschuldiging.<br />

TOEDJAH, g. w.; noedjah, stooten(z. a.<br />

een buffel of koe tegen het achterdeel van<br />

een ander dier); verder = noedjoel (zie<br />

toeajoel), tegen iemand optreden, iemand<br />

aanbrengen, iemand verklagen of verklappen<br />

(b. v. een misdadiger zfln medeplichtige);<br />

ook: sich bezwaard achtende over<br />

arbeid of heerendienst welken men te<br />

verrichten heeft, wjjzen op een ander die<br />

minder heeft te doen of uit gunst van<br />

den dienst is vrijgesteld; ditoedjah.<br />

TOEDJOE, I. verkl. met aja njiri aja<br />

hanieu en met njëri kakapeungan, naptJn<br />

of naweeön hebben (z. a. iemand die<br />

ajengkoleun geweest is); van tijd tot tfld<br />

nog eens pjjn voelen.<br />

II. (Vgl. todjo), g. w.; toedjoena, richting,<br />

vaart; noedjoe, zich richten naar, afgaan<br />

tot, afkomen op, koers zetten naar, zjjn<br />

loop nemen naar, in de richting zjjn naar;<br />

ook z. v. a. ninggang en paring, treffen,<br />

aandoen (b. v. 't hart); verder: juist aankomen<br />

(b. v. op een feest), juist treffen op;<br />

ditoedjoe, beoogd worden, ten doel strekken<br />

(b. v. van een tocht); noe ditoedjoe, dat waarheen<br />

men zich richt, dat waarop gedoeld<br />

wordt, mikpunt; panoedjoe, Instemming,<br />

hgval, sympathie; verder: ook zóó willen<br />

als een ander wil, instemmen, goedvinden,<br />

aanstaan, gaarne zien, behagen hebben in<br />

iemand of iets; teu panoedjoe, mishagen,<br />

ongevallig; noedjoekeun, iets richten heen,<br />

richten op; ditoedjoekeun.<br />

TOEDJOEH, zeven (zie ook koeriling en<br />

ladjèr)', toedjoehna, voll. eidékah toedjoehna,<br />

ïykfeest op den zevenden dag na het overladen;<br />

katoedjoeh, zevende; noe katoedjoeh,<br />

de (het) zevende; toedjoehan, zevental.<br />

TOEDJOEL, het wyzen op of heenwflzen<br />

naar; ook: dat waarop gewezen of gedoeld<br />

wordt; verder: bedoeling (z.a. van een gezegde),<br />

beteekenis; voorts : gericht aan (z.a.<br />

een brief), geadresseerd aan; teutoedjoelka<br />

djaltna hidji, ik wfls niet op een enkel<br />

mensch; toedjoeina püjatoer kaoela, de bedoeling<br />

van mtfn rede is «... ; noedjoel, =<br />

noedoeh, op iemand of iets wijzen, iemand<br />

aanwezen (z. a. ter verrichting ergens van),<br />

naar iemand verwezen, iemand als den<br />

schuldige aanwezen of van schuld betichten;<br />

verder: (een brief) adresseeren aan;<br />

noe ditoedjoel, de aangewezene, de geadresseerde;<br />

katoedjoel, aangewezen ztfn, enz.;<br />

noe katoedjoel koe soerat, de persoon aan<br />

wien de brief gericht is (of was), de geadresseerde;<br />

noedjoelkeun, (een brief) richten<br />

of adresseeren aan; ditoedjoelkeun;<br />

soerat toedjoelan, brief of circulaire welke<br />

van een bepaald adres voorzien is.<br />

TOEDJOEM, soms verkeerdelijk aangenomen<br />

stam van noedjoem, waarzeggen;<br />

toedjoemeun, iemand of iets om over te<br />

waarzeggen. (Zie verder noedjoem.)<br />

TOEDOEH, ong. ~toeding,toedjoelentoendjoek,<br />

aanwijzing, heenwjjzing, verwijzing;<br />

ook: betichting, beschuldiging; satoedoeh,<br />

één aanwijzing, d. i. in één oogenblik;<br />

noedoeh, wyzen, toonen, aantoonen, aanwezen,<br />

betichten, beschuldigen; ditoedoeh,<br />

aangewezen worden, beschuldigd worden,<br />

enz.; pitoedoeh, aanwijzing, inlichting, openbaring;<br />

miioedoeh, aanwyzen, aantoonen,<br />

inlichting geven, openbaren; noedoehan,<br />

iemand iets wijzen, aanwijzen, iemand den<br />

weg wyzen; ditoedoehan; noedoehkeun, l.iets<br />

aan iemand wyzen, iemand op iets wyzen,<br />

iets aantoonen; ook: iets tegen iemand<br />

inbrengen; -2. k., nawiskeun 1., toonen, betoon<br />

en, aanduiden, in het licht stellen, het<br />

bewtys geven, bewezen, ten teeken zyn van<br />

ditoedoehkeun; panoedoehan, aanwy zing.<br />

TOEDOENG, = langgoekan, 1. van doedoekoej,<br />

het Inlandsche hoofddeksel, hoed.<br />

TOEG, werkw. tusschenw. voor: afdalen<br />

van, in den zin van afkomstig; ioeg ti karoe*<br />

hoen, verkl. met tikaroehoennëpikaajeuna<br />

kiioe boe, van de voorouders tot nu toe is<br />

het zoo geweest. (Vgl. toetoeg.)<br />

TOEQAQ-TIQÊQ, z. v. a. roega-rogo (zie<br />

rogo), met horten en stooten (lezen).<br />

TOEGAR, g. w.; noegar, (met een* voorwerp<br />

of werktuig) in den grond graven,<br />

een gat graven, uitgraven; ditoegar; noegaran,<br />

naar iets graven, uitgraven, uitdelven;<br />

ditoegaran; panoegar, voorwerp<br />

waarmede men graaft, graafwerktuig.<br />

TOEGËL (eig. Jav.), zzpotong, afgeslagen;<br />

noegël,— moiong, afslaan, afsneden ; ditoegël;<br />

ioetoegëlan, = popotongan, afgeslagen stuk,<br />

TOEGÉNAH, = teu ginah en hanieu ngew<br />

nahpikiran, treuren,treurig of bedroefd zy n,<br />

sich gekrenkt gevoelen, zlelsbedroefd.<br />

TOEGEUQ, hortend, stootend (b. v. een<br />

volzin); iamba toegeug, middel om het horten<br />

ot stooten van een zin te voorkomen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!