02.05.2013 Views

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

TJOKREK, ngbr.; satjokrek, de kleinste<br />

hoeveelheid (nl. soeloeh of brandhout); tjotjo-<br />

krefcan, klein brandhout; hoewi tjotjokrekan,<br />

anders gezegd hoewi Walanda, de Europ.<br />

aardappel (ook koemëli geheeten); njokrek,<br />

= ngarorotek, hout sprokkelen; diijokrek.<br />

TJOKROM, I. omgebogen naar beneden<br />

(kéroeng ka handap, 't tegenoverg. van bang-<br />

kroeng), steil naar beneden hangen (b.v.<br />

het haar over het voorhoofd, de knevel<br />

over den mond, enz.).<br />

II. (Z.-B.), = terong, zie ald.<br />

TJOKTJANGAN, krygertje spelen; z^rokrokan<br />

(zie rok) en tjing-tjingan (zie tjing II).<br />

TJOKTJLOK, zeker soort van hengel;<br />

njoktjlok, dien hengel in de hand houden<br />

en heen en weer bewegen; ditjoktjlok.<br />

TJOKTJROK, ngbr.; njoktjrok, in Kad. : nat<br />

waschgoed met beide handen op een steen<br />

of plank drukken (by wyze van ons: stampen<br />

in een kuip); ditjoktjrok; njoktjrokan,<br />

ergens aan zuigen, op- of inzuigen (z. a.<br />

b. v. een kind dat op ztfn duim zuigt, of<br />

geujk een visch), sabbelen; ditjoktjrokan.<br />

TJOL (b. p.), = djol, zie ald.<br />

TJOLAT (vgl. tjerong), vlek, klad, smet<br />

(ook z. a. op iemands karakter of leven);<br />

verder: streep, bles, merk; tjolatna nëpi ka<br />

paeh> die smet biyft op hem kleven tot<br />

zyn dood, een uitdr. overeenkomende met<br />

ons: „die eens gestolen heeft biyft altfld<br />

een dief"; njolatan, iemand een veeg ergens<br />

mede op de huid of de kleeren geven (onverschillig<br />

met welke kleurstof); o verdr.: een<br />

smet op iemand werpen, iemands naam<br />

bekladden ; ditjolatan; njolatkeunf iets ergens<br />

op smeren, een vlek ergens op maken;<br />

ditjolatkeun.<br />

TJOLEJOS (b. p.), = tjol lejos, zie ald. P.<br />

TJOLEK, I. g. w.; njolek, met een stokje<br />

enz. ergens in steken of iets ergens uitnemen;<br />

ditjolek; tjotjolek, een staafje van<br />

bamboe, hout of metaal, kleine spit (om<br />

aan te braden), speetje, spaan, schopje,<br />

houtje om suiker af te strflken, enz.<br />

II. (Z.-B.), = tjolet, zie ald.<br />

TJOLEN (Buit.), = tjorong II., zie ald.;<br />

in Kad. =zobor, flambouw.<br />

TJOLET (vgl. tjolat), v\ek,\>.v.tjoletmang8i f<br />

inktvlek; njoletan, een vlek maken op (b. v.<br />

op een muur, z. a. met een vuilen vinger)<br />

met vuil ergens een streek op maken;<br />

düjolêtan; njoletheun, iets ergens tegenaan<br />

houden (b. v. de soldeerbout tegen het<br />

lood en tegen het soldeersel); ditjoletkeun.<br />

TJOLODOtf, het uitstrekken van de handen<br />

naar iemand om hem te groeten;<br />

overdr.: zich ootmoedig gedragen; tjolodok<br />

tasalaman, de handen uitstrekken en<br />

TJOKREK—TJOMBRANG. 683<br />

elkaar groeten; njolodok, de handen uitstrekken<br />

tot gezegd doel.<br />

TJOLOGOG, ongevraagd by iemand komen<br />

of zich ergens bijvoegen, vrijpostig<br />

zfln ; tjalagag-tjologog, zich onbeschoftheden<br />

veroorloven.<br />

TJOLOHOK (vgl. olohok), met open mond<br />

naar iets of iemand staren, verbaasd of<br />

verslagen staan te kijken of iemand aanstaren<br />

; tjotjolohokan, herh. mond of bek<br />

opsperren (b. v. om te roepen).<br />

TJOLOK, g. w. ; njolok, z. v. a. ngalamoen<br />

cf lalamoenan, al maar in zjj n gedachten veronderstellingen<br />

maken (als eens dit, als eens<br />

dat gebeurde, enz.) ; njolok, prikken, steken,<br />

ergens in steken of prikken (z. a. met den<br />

vinger of met een stokje, b. v. in iemands<br />

oog of in een wond); overdr.: steeds denken<br />

aan ; njolok mata, in 't oog prikken<br />

njolok koe tjoeroek, den vinger steken in;<br />

manahna njolok bae, haar hart dacht steeds<br />

(aan hem); ditjolok; katjolok, gezegd van<br />

iets waarin het een of ander gestoken is<br />

geraakt of binnengedrongen; njolokan,<br />

1. aanh, of herh. steken in, in iets porren<br />

2. opstoken, tot twist aanvuren ; ditjolokan ;<br />

njolokkeun, iets ergens insteken (z. a. in een<br />

wond of zachte plaats); ditjolokkeun.<br />

(Vgl. sogok.)<br />

TJOLOMONTOK (Z.-B.), naam van een<br />

zeevisch.<br />

TJOLONQ (Jav.), ngbr.; njokmg, stelen<br />

(zie bade II.); njipoeiri ditjolong, de prinses<br />

is gestolen.<br />

TJOLONGTJONG, hetzelfde als 't betere<br />

tjalongtjong,<br />

TJOLON08, = tjilimit, ongemanierd,<br />

vlegelachtig; ook: een onbeschofte vlegel.<br />

TJOLOTOK (Z.-B.), verkl. met boedah<br />

awi. P.<br />

TJOMBLANG, (van een gat) te groot, te<br />

wijd.<br />

TJOMBO, g. w.; njombo, sussen (inz. een<br />

schreiend of ontevreden kind), stillen, tot<br />

bedaren zien te brengen; ook: iemands<br />

toorn trachten te stillen; ditjombo; panjombo,<br />

het middel dat tot sussen of stillen<br />

aangewend wordt of daartoe kan worden<br />

gebezigd; panjombo panglipoer hate %<br />

middel tot stilling, tot vertroosting van<br />

het hart.<br />

TJOMBONG, z. v. a. parareen gat of opening<br />

in de afscheiding hebben (b. v. van<br />

bamboe), doorloopend, doorboord ; ook : het<br />

doorboord ztfn vanhetmaagdenvHes;(van<br />

een jongedochter) haar maagdom kwtftzyn,<br />

ontmaagd z$Jn.<br />

TJOMBRANG, naam der bloem van de<br />

hondje [zeer gezocht voor angeun].

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!