02.05.2013 Views

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

36<br />

AWÉR (vgl. aber), ngbr. ; ngawër, inhouden<br />

(z.a. een paard), water minder hard doen<br />

stroomen; teu beunang diawèr-axoër, = teu<br />

beunang dipëngkêk, niet in te houden.<br />

AWET, duurzaam ztfn, duren of duren<br />

kunnen, goed bleven, blijvend, onvergankelijk;<br />

barang anoe awet, duurzame goederen.<br />

AWEUHAN, weerklank, weergalm, echo.<br />

AWEWE (vgl. ewe) k., istri 1., vrouw (in 't<br />

algem.); ook: van de vrouwelijke kunne,<br />

vrouwelijk; anak awewe, vrouwelijk kind,<br />

dochter; boedak awewe, meisje; awewe<br />

koering, een vrouw uit den minderen stand;<br />

biwir-aweiceëun, een mond als een vrouw<br />

hebben, d.i. babbelachtig ztfn.<br />

AWI, algm. benaming der bamboesoorten,<br />

bamboe. (Vgl. haoer.)<br />

AWIR, ngbr.; ngawir, afhangen, ergens<br />

uithangen (de tong uit den mond, een<br />

zakdoek uit den zak, enz.); ngawirkeun,<br />

iets ergens af of uit doen hangen;<br />

diawirkeun.<br />

AWI8, I., ook awisan, voor, bestemd<br />

voor, met het oog op. (VgL tjawis.)<br />

II. L. van arang en van mahal, zelden,<br />

zeldzaam, duur; awis-awis, hoogst zelden.<br />

AWIT, 1. van mimiti en van asal, begin,<br />

aanvang, eerste; ook: eerste inzet; verder:<br />

beginnen, aanvangen ; ook wel : aanleiding;<br />

anoe djadi awit, wat 't begin is, die de<br />

eerste is, wat de aanleiding is; awitna,<br />

de eerste, het begin, eerst; dina awitna,<br />

in 't begin, in den aanvang ;noengawitan,<br />

de eerste of eersteling ztfn; - kawit, eerste,<br />

beginner, voorzitter; pawitan, z. v. a. modal,<br />

zie ald. (Vgl. wiwüan.)<br />

AWOEN, maar meestal awoen-awoen,<br />

morgennevel, mist, heiigheid ; verder: walm<br />

(boven een plaats die door de zon bestraald<br />

wordt), wasem, damp (uit 't water of van<br />

een veld opstijgend); ook z.v.a.: dampkring,<br />

de wolken, maar alleen in katjëloêk<br />

ka awoen-awoen, beroemd tot in wolken.<br />

AWOENTAH, verkl. met pikiran hanteu<br />

Utëp, ong. = motah, ongeregeld, onrustig,<br />

Teel beweging makende; ook; kieskeurig'<br />

BA, I. zeventiende letter vanhetSoend.<br />

alphabet.<br />

II. Een voorvoegsel dat, vóór telwoorden<br />

(termen van de schaal en algemeene) gevoegd,<br />

aan deze de beteekenis geeft van<br />

een onbepaald, maar groot aantal der<br />

AWER—BA.<br />

B.<br />

AWOER, het strooien, enz.; ook g.w.;<br />

ngawoer en ngawoer-ngawoer, strooien, uitstrooien;<br />

diawoer; diawoer-diawoer; awoerawoeran,<br />

al maar strooien; ook: onbedacht<br />

strooien, uitstorten of uitgieten;<br />

oelah awoer- awoeran, bisi moedal, je moet<br />

het er niet zoo maar instorten, het mocht<br />

eens over den rand gaan; mawoer t verspreid,<br />

verstrooid, uiteenliggen; adjoermawoer,<br />

in stukken verspreid liggen (b. v.<br />

een verbrijzeld lichaam); ngawoer an, bestrooien;<br />

diawoeran, bestrooid worden;<br />

mastakana diawoeran koe taneuh ti pipir<br />

boemi, haar hoofd bestrooide zrj met aarde<br />

(stof) van de ztfde van het huis; ngawoerkeun,<br />

iets strooien of uitstrooien, te<br />

grabbel gooien; diawoerkeun\kadwoerkeun,<br />

uitgestrooid.<br />

AWOET-AWOET, onordelijk, in wanorde,<br />

wanordelijk, gekreukt, verkreukeld ; awoetawoeian,<br />

in dezen toestand verkeeren;<br />

ngawoet-ngawoet, in wanorde brengen, verkreukelen,<br />

verfrommelen; diawoet-awoet,<br />

in wanorde gebracht worden (b. v. het<br />

hart door den duivel); ngoewoetngawoet,<br />

alles door elkaar gooien; dioewoet-awoet.<br />

AWON, 1. van goreng t leeltfk, slecht, boos,<br />

gemeen, laag; het woord dient ook om<br />

een spreken tot een meerdere in te leiden,<br />

en bet. dan z.v.a.: ik mag niet nalaten<br />

(ong. = salah), b.v. awon teu naroa, ik<br />

mag niet nalaten (ik wensen) te vragen;<br />

awon teu ngoeninga, ik mag niet nalaten<br />

(ik wensch) u mede te deelen; awon /ianfeu<br />

kapioendjoek, het zou verkeerd zrjn het<br />

u niet te zeggen; ngawonkeun, 1. van<br />

ngagorengkeun, kwaad spreken van iemand,<br />

bekladden, belasteren; diawonkeun; ngawonngawon,<br />

1. van ngagogoreng, lasteren;<br />

diawon-awon; miawon t<br />

1. van migoreng,<br />

lasteren; dipiawon,<br />

AWOR, verkl. met pada peupeus doewanana,<br />

beide breken (b. v. twee dingen die<br />

men tegen elkander slaat); ook: zich<br />

onder elkander mengen (b. v. stemmen,<br />

awor sorana), onder elkander gemengd.<br />

hoeveelheden, met welker benaming het<br />

verbonden is (zie poeloeh^ratoes^loba, enz.);<br />

het wordt ook in denzelfden zin verbonden<br />

met goenoeng; verder heelt het, vóór<br />

sommige stammen gevoegd, daarvan afgeleide<br />

woorden gevormd [deze laatste

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!