02.05.2013 Views

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

146<br />

DJONGDJOLONQ, I. ngbr.; tidjongcVoUmg,<br />

strompelen, aan het strompelen raken<br />

door te struikelen.<br />

II. Naam van een zoetwatervisch, ook<br />

hampal geheeten.<br />

DJONGDJON, ongestoord-, onverstoord-,<br />

zonder stoornis of oponthoud of zonder<br />

zich met iets anders op te houden voortgaan,<br />

rustig voort(werken, slapen, enz.),<br />

aan iets zonder ophouden voortarbeiden;<br />

ook: iets bltfven, bestendig; djongdjonnja<br />

maroedji, bestendig (God) prezen; bisoena<br />

ieh djongdjon boe, ztfn stom-z^Jn was<br />

blijvend; kaajongdjonan, = katoetodoejan,<br />

onwillekeurig iets biyven of mèt iets<br />

voortgaan, medegesleept of medegevoerd<br />

worden of zjjn<br />

; bisi toeloej kadjongdjonan, dat<br />

(euvel) mocht eens van biyvenden aard ztJn.<br />

DJONGDJONGAN, de afstand van een<br />

gegeven punt tot een ander, rust- of<br />

pleisterplaats; sadjongdjongan, een zoodanige<br />

afstand, een eind; ook: een kort<br />

tijdsverloop, een wtJl, een korte poos, een<br />

spanne trjds, een oogenblik; watara sadjongdjongan,<br />

na een korte poos.<br />

DJONGE (Z.-B.), naam eener plant.<br />

DJONGGLO, hoop drek van een karbouw<br />

[of een ander dier?]. B.<br />

DJONGHOK, = djogo L en djagrag, tegenwoordig<br />

ztfn, aanwezig zyn, vóór iemand<br />

z$jn, voll. djonghok di hareupeun; djararong-<br />

hok, (van een veld of tuin) welig, tierig<br />

(P.); ngadjonghokkeun, vóór iemand doen<br />

tegenwoordig ztfn, aanwezig doen ztfn;<br />

didjonghokkeun.<br />

DJONGKENG, het ter aarde storten; ngadjongkeng,<br />

= roeboeh, vallen, ter aarde<br />

storten (maar met het hoofd naar beneden).<br />

Vgl. djëngkang.<br />

DJONGDJOLONG—DJOROK.<br />

DJONGKLOK, ngbr. ; tidjongklok, vooro verstorten<br />

; hareup teuing tidjnngklok, toehang<br />

ieuing tidjëngkang, sprkw. voor: men<br />

moet het midden houden, of: vooraf<br />

ztfn schreden overwegen, want gaat men<br />

ka hareup salengkah, één schrede naar<br />

voren, dan zal men zich misschien gedwongen<br />

zien ka toekang doewa lengkah,<br />

twee schreden achterwaarts te doen;<br />

njtfeun tidjongklok, doen vooroverstorten;<br />

sadjongklokan, = sadjongdjongan, een<br />

korte poos, een spanne ttyds; ngadjong*<br />

klokkeun, iemand vooroverwerpen, iemand<br />

of iets omverwerpen, wegduwen, wegstooten,<br />

uitstooten; didjongklokkeun,<br />

DJONGKOT, = boekti, openbaar, bekend,<br />

wat blflkWaar of gebleken is, wat uit iets<br />

uitgegaan of voortgekomen zQnde tot onze<br />

kennis geraakt ; teu djongkotkatingali, niet<br />

in werkelijkheid gezien worden, geen aan.<br />

wezen hebben ;pamolahna noegeus djongkot,<br />

een handeling welke openbaar is.<br />

DJONGOK, = 't meer gebr. djonghok.<br />

DJONGOS, het Holl. jongen; bediende,<br />

huisbediende, kajuitsjongen, enz.; ngadjongosan,<br />

als binnenjongen dienen.<br />

DJONGRANG, voll. simeut djongrang, een<br />

lange sprinkhaan, gelijkende op de tjong-<br />

tjorang.<br />

DJONTOR, I. ook djodjontor, wat stomp<br />

uitloopt of in zjjn loop gestuit of bekort<br />

is (b. v. een rots waarlangs een rivier<br />

stroomt, een boomtak welks uiteinde<br />

afgekapt is, de uiteinden van een tjatang,<br />

enz.); ook: landpunt, landtong, kaap;<br />

soms = sisinggët, nauwte of engte in<br />

iets (b.v. in een rivier).<br />

II. Soro djontor, naam van een visch<br />

ter grootte van een middelmatige kantjra.<br />

(Zie ook soro.)<br />

DJONTROT, = djogo en djagrag, vóór<br />

(iemand of iets) ztfn; ook z.v.a.: de vóórstaande,<br />

aanwezige/ ngadjontrotan, vóór.<br />

houden (b.v. geld); didjontrotan; ngadjontrotkeun,<br />

vóór (iemand of iets) doen ztfn;<br />

didjontrotkeun.<br />

DJOPAK, het op den grond vallen;<br />

ngadjopak, vallen, gevallen (b. v. in den<br />

strijd), op den grond uitgestrekt liggen<br />

(b v. een zieke of een doode); ngadjopak<br />

dina gëtih, daar liggen in zjjnblotd \patingdjaropak,<br />

idem, van velen.<br />

DJOPRAK, het op den grond storten;<br />

ngadjoprak, = ngadjopak, maar iets sterker,<br />

zie djopak; patingdjaloprak, — patingdjaropak,<br />

zie djopak.<br />

DJOR, een toeroep = los, maar nog,<br />

grover: voort! ga weg! pak je weg! scheer<br />

ja weg! geura djor, idem (met verst.);<br />

didjor-djor, weggejaagd worden, de bons<br />

krijgen. (Ygl. djig, bral en mantog.)<br />

DJORANG, ong. = songong, onbeleefd,<br />

onbeschoit, loszinnig.<br />

DJORE, maar meestal djore-djore, z.v.a.<br />

goreng, slecht, gemeen; ngadjore-djore of<br />

ngadjodjore, miskennen (de waarde, deugdelijkheid,<br />

talenten enz. van iemand of<br />

iets); didjore-djore.<br />

DJORODJOJ, verkl. met pikiran en<br />

taksiran, willen, genegen z{jn, plan op<br />

iets hebben, gedachte op iets hebben, lust<br />

in iets hebben.<br />

DJOROG, ngbr.; ngadjorogkeun, = njoeroengkeun,<br />

beetpakken en wegdoen (b. v.<br />

van den weg), iemand of iets wegduwen,<br />

wegdringen, van zich wegstooten, van zich<br />

afstooten ; ook : weg- naar een ander sturen<br />

{make disoeroeng tonggongna); didjorogkeun.<br />

DJOROK, = odoh onrein, %<br />

vuil, smerig.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!