02.05.2013 Views

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

II. Ngagëm 1., = njandak, grypen, aanvatten,<br />

vasthouden; ook = nganggo, 1.<br />

van make, aanhebben, gebruiken; diagëm;<br />

kadgëm; piagëm, akte van aanstelling;<br />

ook: diploma; djaro piagëm, een der ajaro's<br />

van de buitengehuchten der Badoej's, door<br />

het Gouvernement aangesteld en dienstdoende<br />

als tusschenpersoon tusschen<br />

het bestuur en de kleine Badoejsche<br />

maatschappij. (Zie „De Badoej's" bl. 47.)<br />

AQÉNG, 1. van gëde, groot (van lichaam,<br />

nl. van den mensen, vgl. agoeng); ngagëngan,<br />

groot of grooter worden, groeien, opwassen.<br />

AGEP (Buit.), = bedja, bericht, tyding;<br />

ngagepkeun, iets berichten; diagepkeun;<br />

ka&gepkeun.<br />

AQËR, I. naam van een zeep\a.nt (djoekoet<br />

laoet), het bekende zeewier, waarmede<br />

geleien gemaakt worden, gelatine.<br />

II. Diagër-ager, uitgejouwd worden ; agëragëran,<br />

= ajeuh-ajeuhan en raramean,<br />

juichen, jubelen; toerak ajeuh-ajeuhan, idem.<br />

AQEUNQ, dial. voor agëng.<br />

AGOEL, zich verheffen op, opgeblazen,<br />

hoovaardig, zich (orgens op) verhoovaardigen;<br />

dipake agoel, zich er op verhoovaardigen;<br />

ngagoelkeun, hoog opgeven van,<br />

zich laten voorstaan op ; ngagoelkeun radja<br />

lijan, hoog opgeven van een ander vorst;<br />

naon noe diagoelkeun? waarop laat ge u<br />

voorstaan? waarop verheft gy u? waarop<br />

z\Jt ge trotsch?<br />

AGOENG, 1 van gëde, groot (in waardigheid,<br />

rang of derg.), aanzienlek, voornaam<br />

(vgl. agëng); agoengna, = gëdena, het<br />

meest, vooral, bovenal (vgl. djëmbar);<br />

miagoeng, groot achten; dipiagoeng, groot<br />

geacht worden; kapiagoeng, groot geacht<br />

zyn; ngagoeng-ngagoeng, grootmaken, verheffen,<br />

eeren; diagoeng-agoeng; ngagoeng -<br />

keun, tot grootheid-, macht-, aanzien bren-<br />

gen, grootmaken, verhoogen, verheffen, verheerlijken<br />

(inz. God); ook: eer bewezen,<br />

eeren (b. v. een kind zyn ouders); ngagoengkeun<br />

ka diri sorangan, zichzelven grootmaken;<br />

adjëngan anoe diagoengkeun, Gy<br />

(God) zyt het die verheeriykt wordt;<br />

kadgoengkeun, verhoogd-, verheeriykt<br />

worden of zyn; kadgoengan, grootheid,<br />

verhevenheid, majesteit; kagoengan 1.,<br />

gadoeh s., boga en banda k., verkrygen,<br />

hebben, bezitten, bezitting, eigendom;<br />

kagoengan poetra, een kind krygen of<br />

hebben; noe kagoengan, eigenaar, bezitter,<br />

meester; kamagoengan (voor koemagoengan),<br />

= angkoeh, groot in eigen oogen,<br />

ingebeeld, hoogmoedig.<br />

AQOE8, = oedjang, titel voor santana'a<br />

beneden asep; ook wel in 't algemeen<br />

AGENG—AHIR.<br />

door ouders gegeven aan hun jonge<br />

zoons en door ieder aan personen die men<br />

niet kent, maar die een goed burgeiyk<br />

voorkomen hebben.<br />

AGOE8TOES, het Holl. Augustus; idom;<br />

voll. boelan Agoestoes.<br />

AGRENG, sterker dan aloes, fraai, schitterend.<br />

AH, tusschenw. om zyn afkeuring te<br />

kennen te geven, zich van iets af te<br />

maken, of ook wel gezegd als men op een<br />

plan of gedachte komt: ahl ha! (Vgl.<br />

Spraakk. § 216, V 2 en VIII 11.)<br />

AHAD (Ar., één), Zondag, Yoll.poëAhad;<br />

sadhad, een week ; doewa ahad, twee weken<br />

tëpoeng ahad, den volgenden Zondag.<br />

AHADIJAT (Ar. ahadijjat), zie martabat.<br />

AHA-EHE, klanknab. van jengelen,<br />

grienen.<br />

AHAM-EHEM, zie ehem.<br />

AHA-OHO, klanknab. van hoesten, gehoest.<br />

AHASA (O.-S.), = 't betere akasa.<br />

AHËNG, aanvangswooid van djampe*s,<br />

radjah's en andere derg. formulieren. P.<br />

(Vgl. ahoeng en ong.)<br />

AHENQ, ongewoon, schoon, wondervol,<br />

vreemd, zonderling, boven 't begrip verheven,<br />

opmerkeiyk, belangryk, merkwaardig;<br />

moedjidjat aheng, een boven<br />

't begrip verheven wonder; anak aheng,<br />

een wonderkind; diaheng-aheng, als iots<br />

wondervols behandeld worden, iets beschouwen<br />

of behandelen alsof het heel<br />

wat is; ngahengkeun, boven 't begrip verheven<br />

maken of achten, als bovenzinneneiyk<br />

vereeren; diahengkeun; kadhengan,<br />

luister, glans, pracht, heeriykheid, het<br />

wondervolle, de onbegrypeiykheid; kadkengan<br />

Allah, de onbegrypeiykheid van het<br />

Goddeiyk Wezen.<br />

AHERAT (Ar., archirat), het leven hiernamaals,<br />

de eeuwigheid; ti doenya tëpika<br />

aherat, van nu aan tot in eeuwigheid,<br />

voor immer; doenya-aherat, dit (in dit) en<br />

het toekomende levon,<br />

AH-IH-ËH, gedurig zuchtende ah! ëhl<br />

zeggen (z. a. wanneer men verscheidene<br />

dingen doen moet en niet weet waarmede<br />

te beginnen).<br />

AHIR (Ar., achir), laatste, einde (staat<br />

tegenover awal); lohor ahir, na lohor, in<br />

den namiddag; asar ahir, na asar, zoo<br />

tusschen half 5 en half 6; poë ahir, de<br />

laatste of jongste dag; djaman ahir, de<br />

laatste tyd, d. i. de laatste periode van<br />

't bestaan der wereld; mapan djaman<br />

ënggeus ahir, we zyn immers reeds in<br />

't einde des tyds; ahir-ahir, ten laatste,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!