02.05.2013 Views

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

464<br />

pirangan koe sabar, bestrfld de lusten door<br />

geduld; dipërangan; pangpërangan, oorlogsveld,<br />

slagveld. (Vgl. djoerit, sabil eu<br />

roeroeg.)<br />

II. Përang-përang (Z.B.), naam van een<br />

zeevisch.<br />

PERANG, verdorren, verdord, verschroeid,<br />

verdroogd, verzengd (van planten of boomen,<br />

door de hitte); merangkeun, (van de<br />

zon gezegd) doen verdorren ; diperangkeun.<br />

(Vgl. garing.)<br />

PËRANGKAT, = 't mBeigébr. parangkat.<br />

PËRAS, ngbr.; mëras, voor het eerst gebruiken,<br />

in gebruik nemen, openen, inwijden;<br />

dipëras; mërasan, iets (b. v een<br />

kleedingstuk) voor het eerst dragen ; verder:<br />

openen, in gebruik nemen, inwijden<br />

(b. v. een huis); dipërasan. (Vgl. leuseuh.)<br />

PËRBADI, = 't meer gebr. pribadi.<br />

PÉRBAWA, zie bawa.<br />

PÉRBOE, = 't meer gebr. paraboe.<br />

PÉRBOT (onderscheiden van parabot), de<br />

twee houten schaven of gilinding, waarop<br />

de toekang parijoek ofpandjoenen zijn werk<br />

maakt. [De onderste scb\jf (welke rust)<br />

heet lalakina; de bovenste (welke draait)<br />

heet awewena.]<br />

PÉRDAH, het benedeneinde van den steel<br />

(perah) van een balijoeng [dat waarin het<br />

werktuig bevestigd wordtl.<br />

PÉRDAJA, zie daja II.<br />

PËRDATA, poëtisch voor padoe, twist.<br />

PÊRDIH, = 't meer gebr. përëdih.<br />

PËRDIJO, het Hoil. pro Deo, z. v. a. koe<br />

karna Allah, gratis.<br />

PÉRDIKA, soms verkeerdelijk beschouwd<br />

als stamw. van mërdika, zie ald.<br />

PÉRDJOERIT, hetzelfde als pradjoerit, zie<br />

djoerit.<br />

PÉRDOELI, zie 't meer gebr. pddoeli.<br />

PËRE, I. z. v. a. hengker, zwak, zwakke-<br />

HJk, nl. zwak van natuur, een zwak lichaam<br />

hebben, tegen geen inspanning bestand;<br />

van menschen ook z. v. a. teu koewat njaring,<br />

licht in slaap vallen; van visschen<br />

z. v. a. bdbari paeh, licht dood gaan (b. v.<br />

de totoes).<br />

II. Het Hoil. vrjj; idem. (Vgl. pareman.)<br />

PËRËBOET, = parëboet, zie rëboet.<br />

PËRÉO, ong. =.aeuseut %<br />

stroef gaan (b. v.<br />

een touw door een nauw gat), stroef, houterig,<br />

met moeite een bevel opvolgen;<br />

tnërëdan, stroef maken (b. v. door middel<br />

van zand); dipërëdan.<br />

PËRËDIH, ngbr. ; mërëdih, om iets vragen,<br />

op iets aandringen, vermanen, gelasten;<br />

dipérëdih tani, er by iemand op aandringen<br />

dat hrj zich op den landbouw zal toeleggen;<br />

- përëdihan, elk oogenblik of gedurig<br />

PERANG—PEKEPET.<br />

om iets vragen; pamërëdih, het aandringen,<br />

vermaning.<br />

PËRËDJËL, ngbr. ; mërëdjëlkeun, ong. =<br />

mëtjël (zie pëtjël), iet9 ergens uitknepen<br />

of uitpersen; dipërëdjëlkeun.<br />

PEREG, rad met de tong z^jn, snel spreken<br />

maar ten gevolge daarvan een weinig<br />

stotteren igarap); radja pertg, een verbloemde<br />

naam voor de toëd.<br />

PEREHEL, alleen in tingperehel, (van vele<br />

dingen van dezelfde soort) rond en klein<br />

zyn, z. a. b. v. schapenkeutels [men zegt<br />

ook tjingkerehel).<br />

PËRËKPËK. hetzelfde als perekpek.<br />

PEREKPEK (eig. hetzelfde woord als<br />

pekprek, maar in het gebruik onderscheiden,<br />

vgl. pek); merekpek, slaan zonder<br />

tusschenpoozen, iemand ranselen, afrossen,<br />

afranselen; diperekpek.<br />

PERELE, het roepen van een monjet;<br />

perele-perele, en peperelean, (van een monjet)<br />

aanh. roepen.<br />

PERELEK, wat korrelsgewjjs (z. a. rijst<br />

uit een gat in een zak) of keutelsgewrjs<br />

ergens uitvalt of uitrolt (vgl. paralak);<br />

merelek, korrels- of keutelsgewrjs ergens<br />

uitvallen of uitrollen, by korrels uitrollen,<br />

met keutels kakken (z. a. een schaap).<br />

PËRËLOE, = 't meer gebr. përloe.<br />

PEREN, ngbr.; peperen, opruimen ;merenkeun,<br />

aan kant doen, aan kant zetten,<br />

opruimen (z. a. dingen die overat zijn, werk<br />

waaraan men bezig is, enz.); diperenkeun.<br />

PËRÉN AH, = 't meer gebr. përnah.<br />

PERENG, I. voll. tangkal perevg, naam<br />

van een vjjgeboom.<br />

II. (Jav.), ^eafhelling of afhollende oever<br />

of kant van een rivier of ravijn. (Vgl.<br />

miring.)<br />

PERENQKEL, het zich oprollen (z. a. een<br />

slang), zich ineenrollen, samenkrimpen<br />

merengkel, opgetrokken (van een been of<br />

poot, van de beenen of pooten); ook: verbogen,<br />

krom (b. v. een kris) ; parangkalperengkel,<br />

zich samentrekken (z. a. b. v. de<br />

huid), plooien vormen. (Vg\.porongkol.)<br />

PËRËNGPËNG, drukking in het achterlijf<br />

b\j aandrang tot ontlasting of baring, =<br />

apëng-apëngan; mërëngpëng, met zulk een<br />

drukking hard ergens heen loopen.<br />

PËRËPËT (vgl. pët), nab. van 't geluid van<br />

klapperen, b. v. van een zeil ; pèpërëpëtan,<br />

aanh. klapperen.<br />

PEREPET, werkw. tusschenw. voor het<br />

opzetten van een pajoeng (ontleend aan<br />

het knappend geluid, vgl. kotjop) ; merepet,<br />

knappen en vonken laten spatten (van<br />

brandend hout) ; peperepetan, een knappend

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!