02.05.2013 Views

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

416 OENGKIL—OENOEN.<br />

galoppeerend paard); oengkëd-oengkèdan,<br />

(van een paard) herhaaldelijk of aanhoudend<br />

zich met het voorljjf oprichten, steigeren;<br />

ook : stampen (van een schip) ; ngoengkëdkeun,<br />

laten wippen, opwippen, over de<br />

eene ztyde doen hellen; dioengkëdkeun;<br />

pangoengkëd, verlengstuk beneden aan de<br />

djoere, dienende om het verlengde van het<br />

dak eenigszins op te heffen.<br />

OENGKfL, ngbr.; ngoengkil, opwippen,<br />

heffen (door middel van een hefboom);<br />

dioengkil.<br />

, OENGKLOEK, hetzelfde als dajang, gemeen<br />

vrouwspersoon.<br />

OENQKOE, alleen in paoengkoe-oengkoe, bjj<br />

of tegenover elkander zitten (van twee of<br />

meer personen). Vgl. toengkoe.<br />

OENQKOED, ngbr.; ngoengkoed, z=z ngoengkoeg<br />

(zie oengkoeg), doorgaan, niet stilhouden,<br />

niet omkeken; oengkoed-oengkoedan,<br />

loopen, den kop schuddende (een hond,<br />

een varken, enz.).<br />

OENQKOEQ, ngbr.; ngoengkoeg, — ngoengkoed<br />

(zie oengkoed), aanhoudend en snel<br />

doorloopen (zelfs niet stilstaan als men<br />

aangeroepen wordt).<br />

OENQKOEL, ngbr.; dioengkoel, gezegd van<br />

een persoon of voorwerp waarboven iets gehouden<br />

wordt, b. v. dioengkoel koe pajoeng,<br />

men hield boven hem een zonnescherm;<br />

ngoengkoelan, boven iets ofiemand zfyn ; zich<br />

uitstrekken, zweven, enz. boven; ook:<br />

boven iemand of iets houden; verder: te<br />

boven gaan, overtreffen ; ngoengkoelan kakoewatan,<br />

boven(ieinands) kracht; ngoengkoelan<br />

djalan, boven den weg uitsteken; dioengkoelan;<br />

kaoengkoelan, lQd. vorm, gezegd van<br />

iemand ofiets waarboven zich iets bevindt;<br />

kaoengkoelan koe mega, onder dewolkztyn;<br />

ngoengkoetktun, iets ( b. v. een zwaard) omhoog<br />

heffen boven iemand of iets, boven<br />

iemand uitstreksen ; dioengkoelkeun, boven<br />

iets gehouden worden.<br />

OENQKOEff, ngbr.; saoengkoerna, z. v. a.<br />

saënggeiisna, na, nadat; oengkoer-oengkoeran,<br />

elkander den rug toekeeren, ieder zy n eigen<br />

weg gaan; - poengkoer, 1. 1. van toekangk.<br />

(péngkër 1. p.), achter; 2. 1. van pandeuri,<br />

achter, na, achteraan, achterna komen;<br />

3. 1. van poendoek, nek; 4. 1. van tonggong,<br />

rug; - di poengkoer, achter zfln; ook: nakomen;<br />

masih di poengkoer, ntf (zJJ) komt<br />

achteraan, is achter mtJ (ons), komt straks;<br />

U poengkoer, van achteren; kapoengkoer, naar<br />

achteren; ook: verleden, in het verleden;<br />

poengkcereun, of di 'poengkoer eun, achter<br />

(iemand); lapoengkoer, na (iets), daarna;<br />

tnoengkoer, 1. van noekang (zie ioekang), zich<br />

keeren, den rug toekeeren, rugwaarts,<br />

achterwaarts; ook: zich afkeeren van;<br />

tnoengkoer Una kahadean, zich afkeeren van<br />

de deugd; moengkoerkeun, 1. van mandeurikeun,<br />

achter zich laten, achteraan plaatsen<br />

dipoengkoerkeun; pamoengkoer, Lvmpanoekang,<br />

persoon of personen, toegevoegd aan<br />

een beambte.<br />

OENGKOET OENGKOET, naam van een<br />

vogol, soort hoppe, die „koet! koet!" laat<br />

hooren. P.<br />

OENGKRAH ANGKRIH, verkl. met pipin*<br />

dahan, gedurig verhuizen, nu hier dan<br />

daar wonen, onbestendig; dioengkrah-angkrih,<br />

gedurig verhuisd-, verplaatst of heen<br />

en weer gesjouwd worden.<br />

OENG8RAK-ING8REUK, zie ingereuk.<br />

OENI k., oengël 1., luiden, inhoud van iets;<br />

oenina, luidende, inhoud ervan; teu oeni,<br />

geen geluid geven, niet luid baar, geen zin<br />

hebben, een wanklank ztfn; moeni (k.,van<br />

een mensen en ook wel eens van een ding:<br />

moengël 1., zie oengréff), klank of geluid geven<br />

(b. v. een muziekinstrument), ontbranden,<br />

knallen (b. v. geschut), spreken (b. v. een<br />

dier), zeggen (b. v. een geschrift) ; teu moeni,<br />

geen geluid geven, d.i. geen antwoord geven,<br />

niets zeggen; oeni-oenian, uitspraak (van<br />

een boek of geschrift).<br />

OENINQ (Indr.), = oeninga, weten.<br />

OENINGA, in het Westen der Preanger 1.,<br />

wèroeh s., njaho k.; in het overig deel 8.,<br />

njaho k., tingali L, weten, kennen, verstaan<br />

haloer oeninga, (aan een meerdere) te kennen<br />

geven, ik geef (u) kennis; ngoeninga,<br />

(aan een meerdere) kennis geven, berichten,<br />

mededeelen; dipioeninga, kennis van (iets<br />

of iemand) nemen, (opzetteltyk) gekend<br />

worden; kaoeninga, geweten-, gekend worden,<br />

bekend; ngoeningadn, aan (een meerdere)<br />

te kennen geven; dioeningadn;ngoeningakeun,<br />

aan (een meerdere) doen weten,<br />

berichten; ook: ik geef (u) kennis; (van een<br />

meerdere) kennis nemen, kennen, weten;<br />

dioeningdkeun; pangoeninga, mededeeling;<br />

kaoeningadn, kennis, wetenschap, wisheid.<br />

OENJAJ, blinken, lichten; Ungaroenjaj,<br />

(van de zee) lichten, flikkeren. (Vgl. njaj.)<br />

OENJAR, ngbr.; oenjar-oenjaran, flikkeren,<br />

gedurig opflikkeren; tingatoenjar, flikkeren<br />

(van vele voorwerpen); ramona Hngaloenjar,<br />

styn vingers flikkerden (van met edelgesteenten<br />

ingezette ringen).<br />

OENJOENG OENJOENG, ergens zijn zonder<br />

dat men weet hoe hJJ (ztf, het) daar<br />

gekomen is, zich ergens bevinden zonder<br />

door den ingang te ztyn binnengekomen.<br />

OENOEN, g. yr.;ngoenoen, boven het vuur;<br />

rooken, boven het vuur drogen, eesten<br />

ook (doch zelden): drogen in de zon; di-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!