02.05.2013 Views

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

uit den koers geraakt zyn,met den stroom<br />

afgedreven ztyn, verdwaald of verzeild geraakt<br />

zp, afdreven of afgedreven ztyn.<br />

TAMBIR, rand, kant (van een sarong, een<br />

tafel enz.), HJst (b. v. van een lei), boord,<br />

band (b. v. van een broek); ook: boeipiank<br />

eener prauw (P.-R.), verlengstrook (P.);in<br />

't alg.: omUjsting ; tambiran, van een rand-,<br />

ltyst enz. voorzien z}jn; nambiran, aan<br />

of om iets een rand of lflst maken, omlasten;<br />

ditambiran.<br />

TAMBLÈQ, ngbr.; rlamblëg, het si aan van<br />

een min of meer groot voorwerp, onbeweeglijk<br />

staan, niets uitvoeren; namblëgkeun,<br />

nederzetten, plaatsen (nl. een staand<br />

voorwerp); ditamblëgkeun.<br />

TAMBLOG (vgl. temblog), g. w.; namblog,<br />

werpen met een kleverige stof (b. v. met<br />

klei); ditamblog; silih-tamblog koe lèmpah,<br />

elkander met pap werpen; namblogan,<br />

iemand of iets met iets kleverigs werpen<br />

of bewerpen; ook : bepleisteren (met kalk)<br />

ditamblogan; namblogkeun, stof als de genoemde<br />

naar iemand of iets werpen; ditamblogkeun,<br />

TAMBOEH, in het onzekere, in het onbepaalde<br />

(b. v. doen of gaan), nutteloos of<br />

zoo goed als nutteloos; tamboeh lakoe,een<br />

handeling in het onzekere, een nuttelooze<br />

handeling; tamboeh noe didjoegdjoeg, op het<br />

onzekere afgaan (d.i. zonder bepaald doel<br />

voortloopen); lain tamboeh, niet in het onzekere,<br />

niet nutteloos; tamboeh-tamboeh,<br />

= tamboeh, met verst.: in het onbepaalde,<br />

in het onzekere; ook wel: vergeefs ; tamboehtamboeh<br />

leumpang, loopen in het onzekere<br />

tamboeh-tamboeh mangpadtna, nutteloos of<br />

zonder veel nut \oelahdipitamboeh-tamboeh,<br />

houd hem (hen) niet voor nutteloos.<br />

TAMBOEJAK, maar doorgaans namboejak,<br />

den noodigen samenhang missend en ten<br />

gevolge daarvan slap en uitgezakt (b. v.<br />

een pudding waarin te weinig agér is).<br />

TAMBOEL, iets, dat men gewoonlijk met<br />

iets anders gebruikt of behoort te gebruiken,<br />

zoo maar eten, zonder dat ei b$|, of het<br />

alléén eten (b. v. vleesch eten, zonder r^st)<br />

namboel, op gezegde wijze iets eten;<br />

ditamboel; tatamboel, voortdurend op die<br />

wtyze eten.<br />

TAMBOER, het Holl. tamboer ; 1. tamboer,<br />

tremmelslager; 2. trom; -nabeuh tamboer,<br />

op de trom slaan ;tatamboeran,voü.djangkrik<br />

tatamboeran, naam van een djangkriksoort<br />

met een zwaar geluid.<br />

TAMBOESOE, de dunne darmen. (Vgl.<br />

ptudjit.)<br />

TAMBOET, g. w.; namboet, L van ngindjeum,<br />

van iemand leenen; ditamboet; nam'<br />

TAMBIR—TAMPAH. 613<br />

boetan, van iemand willen leenen, ontleenen;<br />

ditamboetan. (Vgl. andjoek.)<br />

TAMBOLER, alleen in fcafomftoteran, verkl.<br />

met tembong larangan teu dihadja, (van<br />

't schaamdeel) bjj ongeluk bloot raken<br />

[hetzy in slapenden ofwakenden toestand].<br />

TAMBROE (vgl. bro en gëbro), ngbr.; nambroe,<br />

nederploffen, nederztygen, machteloos<br />

in e en zinken; nambroekeun, iets ordeloos of<br />

zoo maar op een hoop nederleggen (b. v.<br />

een kleedingstuk); ditambroekeun.<br />

TAMENQ, schild, beukelaar; ook over dr.,<br />

b. v. tameng dada ratoe, (de patih) is het<br />

schild van 's vorsten borst. (Vgl. képéng<br />

en paris.)<br />

TAMEUH, navelbandje, buikband, Ujfgordel,<br />

ceintuur. P.<br />

TAMI, maar doorgaans taiami, 1. van tamoe<br />

en tatamoe, gast, logé, vreemdeling. (Zie<br />

verder bfl tamoe.)<br />

TAMIJANG, \o\L awi tamijang, naam van<br />

een dunne bamboesoort (inz. voor soempit<br />

of blaasroer en voor oelakan of garenwinder<br />

gebezigd); tamijang meuHtkabiti8,detamijang<br />

slingert zich om het onderbeen (nl. van<br />

hem die ze kapt), sprkw. voor: het onheil<br />

dat iemand aanricht keert op hemzelven<br />

weer (katëmpoeh diri sorangan).<br />

TAMI8, verb. van tamjis, zie ald.<br />

TAMJI8 (Ar., tamjïz), onderscheiding, inz.<br />

gebruikt bfl de bepaling van den „leefttyd<br />

des onderscheids", die met ongeveer het<br />

zevende jaar begint en waarop de geestelijke<br />

opvoeding van het kind een aanvang<br />

moet nemen.<br />

TAMLIK (Ar., inbezitstelling), het huisraad<br />

enz. dat de man verplicht is bty het<br />

huwelijk mede te brengen. B.<br />

TAMOE, I. maar doorgaans tatamoe, =<br />

semah k., tami en taiami 1., gast, logé,<br />

vreemdeling; toemamoe, zich ergens nog<br />

niet thuis gevoelen, ergens nog maar<br />

kort ztyn, uit oorzaak van nieuwigheid<br />

van iets nog het juiste begrip niet hebben;<br />

ook wel in 't alg.: weinig weten ;natamoe,<br />

ergens als gast verkeeren, logeeren.<br />

II. (Z..B.), = timoe, zie ald.<br />

TAMPA, = tarima k., tampi 1., ontvangen,<br />

aannemen; verder: opvatten, opvatting;<br />

ook g. w.; salah-tampa, misverstaan, verkeerd<br />

opvatten, misverstand; nampa, ontvangen<br />

(ook z. a. een gast), aannemen<br />

(ook z. a. een vrouw, iemand die haar ten<br />

huwelflk vraagt); ditampa; katampa, ontvangen,<br />

aangenomen; nampadn, meerdere<br />

dingen ontvangen, enz.; diiampadn.<br />

TAMPA-DAKBA, lie dakaa.<br />

TAMPAH, de breedte van de vvjf vingers<br />

der hand, palm; eatampah, één palm,em.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!