02.05.2013 Views

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

eerst ondervinden, in het leven ervaren<br />

(b. v. wat te voren besloten i$);papanggih,<br />

samentreffen met, elkander ontmoeten;<br />

pipanggiheun, ofpipapanggiheun, zullen ontmoeten,<br />

zullen aantreffen \pamanggih, wat<br />

men gevonden of bevonden heeft, vinding,<br />

ondervinding, bevinding, wedervaren,<br />

avontuur; ook: uitvinding; manggihan,<br />

iemand of iets opzoeken, naar iemand of<br />

iets toegaan met het bepaalde voornemen<br />

daartoe; ook: vinden (nl. van iemand die<br />

zoekende is), vinden wat men zoekt ; dipanggikan;<br />

manggihkeun, iets ergens doen<br />

vinden, doen aantreffen; ook: iets bepaalds<br />

vinden; dipanggihkeun; dipapanggihkeun,<br />

elkander doen ontmoeten, doen samentreffen<br />

met; papanggihan, wat men vindt<br />

of gevonden heeft, vondst; mapanggihan<br />

(zelden), = manggihan. (Vgl. sampak.)<br />

PANGGOEH, z. v.a. têgës,sëgoetensoeroep,<br />

goed staan, schoon staan, bevallig, weigemaakt.<br />

PANGGOEL, g. w.; manggoel, op den schouder<br />

nemen of dragen (een geweer, een lans,<br />

een boomstam, een hjk, enz.); manggoel<br />

pioetoes, een last overbrengen; dipanggoel<br />

dina taktak, op den schouder gedragen<br />

worden ; dipapanggoel, aanhoudend ofoveral<br />

op den schouder medegedragen worden<br />

(b. v. een katjapi); manggoelkeun, iemand<br />

iets op den schouder leggen of op den<br />

schouder doen dragen; dipanggoélkeun;<br />

pamanggoel, een die aan 't hoofd ergens<br />

van staat, de uitstekendste (grootste,<br />

knapste, schoonste enz.).<br />

PANGGOENG, I. koepel, uitkjjk, toren;<br />

manggoeng, boven de wolken; ook wel voor:<br />

hemel; ngëboel koekoesna ka manggoeng, de<br />

rook van het reukwerk steeg ten hemel;<br />

ti manggoeng, van boven, van den hemel<br />

dipanggoeng-panggoeng, (een kind of iets<br />

anders) op de handen op en neer bewegen;<br />

papanggoengan, koepel, toren.<br />

II. Manggoeng \ gereed staan; ook:<br />

onaangeroerd staan (van spijs of drank),<br />

onaangeroerd biyven liggen (b.v. eenljjk,<br />

zonder dat men het aflegt of begraaft);<br />

manggoengan, = njanghareupan, met het<br />

front gericht naar; dipanggoengan ; mang*<br />

goengkeun, iets onaangeroerd laten staan<br />

of liggen; dipangaoengkeun.<br />

PANGHOELOE, zie hoeloe.<br />

PANGIDON (Kad.),—païdon, zie ald.<br />

PANQKALAN, plaats op korter of grooter<br />

afstand van de eigen woning, waar men<br />

tftdeiyk vertoeft (b. v. op een sawah, om<br />

te arbeiden of te oogsten); mangkalan, naar<br />

zoodanige plaats gaan of er toeven zoolang<br />

men er voor zfln zaken noodig heeft.<br />

PANGGOEH—PANGOEROES. 441<br />

PANGKA8, g. w.; mangkas, snoeien, afsnoeien,<br />

besnoeien; ook: op stomp kappen<br />

(van een kofïïeboom, een rozenstruik, enz.);<br />

dipangkas; kapangkas, afgesnoeid, afgesneden;<br />

mangkasan, meerdere boomen of<br />

tuinen snoeien, enz.; dipangkasan. (Vgl.<br />

rambas.)<br />

PANGKAT, zie angkat.<br />

PANGKEK, g. w. ; mangkek, samenbinden,<br />

inz. een bos gesneden rflst in schooven<br />

binden (voll. mangkek, njijeun beungkeutan);<br />

dipangkek.<br />

PANGKENG, kamer (in een Inlandsen<br />

huis), inz. slaapvertrek. Vgl. kamar.<br />

PANGKOE, g. w.: neem oplmangkoe, met<br />

de handen opnemen (een kind, een spiegel,<br />

enz ), in de handen houden, op de armen<br />

nemen, op de armen dragen, op of in den<br />

schoot dragen; verder: onder zfln bescherming<br />

nemen, regeeren, beheersenen; dipangkoe;<br />

dipapangkoe, aanh. op de handen<br />

of armen gedragen worden; - pangkon<br />

(samentr. van pangkoean), 1. van lahoenan,<br />

schoot ; aja di pangkon, in iemands<br />

schoot zijn, in iemands onmiddellijke nabijheid<br />

zyn; indit ti pangkon radja, heengaan<br />

uit de tegenwoordigheid des konings;<br />

mangkon, 1. van ngalahoen, op den schoot<br />

nemen of houden (inz. een kind), op de<br />

armen houden ; dipangkon.<br />

PANGKOEK, het Holl. pannekoek ; idem.<br />

PANGKOER, naam van een témbang-vrlJB,<br />

voll. poepoeh pangkoer.<br />

PANGKON, zie pangkoe.<br />

PANGLAJ, naam van een plant welker<br />

knol men tot reukmiddel, tot geneesmiddel<br />

en tot moera (zie hoera) bezigt [meestal<br />

tot eenig bygeloovig doel, en veelal te<br />

zamen met djaringao aangewend). Zie<br />

singlar en tèrawaa.<br />

PANGLARI, zie lari.<br />

PANGLING, iemand niet herkennen; hamteu<br />

pangling, iemand herkennen, zich<br />

iemand nog herinneren, iemand nog kennen;<br />

kapanglingan, in den toestand geraakt<br />

zjjn of verkeeren van iets of iemand<br />

niet te kunnen onderkennen.<br />

PANGNAMDJIN, naam van het teeken //<br />

bfl het Arab.-Soendan. letterschrift, dienende<br />

tot rustteeken, ter afscheiding van<br />

zinnen of aan het einde van een stuk.<br />

(Zie Spraakk., de tafel bfl § 7.)<br />

PANGOBROLAN, zie obroL<br />

PANGOEDAL, purgeenniddel, braakmiddel.<br />

PANGOELOE, = »t betere panghoeloe, zie<br />

hoeloe,<br />

PANGOENGKÉD, zie oengkëd.<br />

PANGOEROE8, zie oeroes.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!