02.05.2013 Views

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

150 DOENG-DENGr—DOERMA.<br />

DOENO-DÉNG, zie ding.<br />

DOENGDOEMAN, = doeoeman; zie doeoem.<br />

DOENQDOENG, ngbr.; tidoengdoeng, =<br />

ttoouoet (zie soesoêt), vooroverstorten.<br />

DOENGKAK-DENGKAK, zie dengkak.<br />

DOENGKAP, = 't meer gebr. dongkap.<br />

DOENGKAR, g. w.; ngadoengkar, uitgraven,<br />

uit den grond breken (b. v. een<br />

dapoeran haoer), wegruimen, opruimen<br />

(b. v. wiidernis); didomgkar.<br />

DOENGKOEK, het staan of liggen van<br />

een groot voorwerp; ngadoengkoek, staan<br />

of liggen van eenig groot voorwerp (b. v.<br />

een kanon of een olifant), als een hoop<br />

daar liggen; van een mensch: zwQgend<br />

nederzitten of nederliggen.<br />

DOENGKOET, ngbr.; ngadoengkoet,beda&T&<br />

loopen, wandelen (b. v. met de handen op<br />

den rug).<br />

DOENGOES, eenig struikgewas, in een<br />

groep btyeen staande, bosschage (groot<br />

genoeg om b. v. er zich in te verbergen).<br />

Vgl. roejoek en roengkoen.<br />

DOENG8ANG, = doesang; kadoengsangdoengsang,<br />

== kadoesang- doesang, zie doesang.<br />

DOENOENG, ngbr.; ngadoenoeng, een<br />

pantoen-woord voor: huwen (M.); doenoengan,<br />

= djoeragan, heer, vrouwe, patroon,<br />

meester, meesteres (ook wel door een man<br />

tegen z$jn vrouw en door de vrouw tegen<br />

haren man gebezigd); padoenoengan (Z.-B.,<br />

maar verouderd), echtgenoote; ngadoenoengan,<br />

iemamd dienen; in Z.-B., maar verouderd:<br />

tot echtgenoote hebben.<br />

DOENYA (Ar.), de wereld, nl. de tegenwoordige<br />

(vergankelijke) wereld, het<br />

tegenwoordige leven, het wereldsche, het<br />

aardsche; ahir doenya, het einde der wereld<br />

alam doenya, eig. de ttfd der wereld, de<br />

duur der tegenwoordige wereld (vgl. alam);<br />

ook: de wereld; hoeboe doenya, verkl. met<br />

njadh (rësëp, bogoh) kana doenya, de wereld<br />

of het wereldsche liefhebben; hanteu<br />

ambrih kana doenya, het wereldsche niet<br />

begeeren; ahli doenya, wereldling,wereldsch<br />

mensch; kamoektian doenya, wereldsche<br />

rijkdom; tinggal doenya k., tilar doenya 1.,<br />

overladen, sterven ; eusi doenya, de inwoners<br />

der wereld; saeusi-doenya, alle inwoners<br />

der wereld; doenyana, iemands stoffelijke<br />

belangen; doedoenya, aan de wereld verkleefd<br />

zjjn, de wereld liefhebben, geldgierig;<br />

pidoenya, aan de wereld verkleefd<br />

ztyn; djalma pidoenya, iemand die aan de<br />

wereld verkleefd is, wereldling; midoenya,<br />

de wereld dienen, het bezit van de wereld<br />

boven alles stellen.<br />

DOEOEH, afdruppelen, inz. van dauw.<br />

Vgl. d\joeoeh.)<br />

DOEOEM (Buit. ngbr.), deel, aandeel (vgl.<br />

bagi); eadoeoem, een geltyk deel hebben; ngadoeoem,<br />

deelen (aan twee of meer personen),<br />

verdeelen; didoeoem; ngadoeoeman, verdeelen<br />

onder, toedeelen; didoeoeman; kadoeoeman,<br />

deel van iets bekomen, deel hebben aan,<br />

in iets deelen; ngadoeoemkeun, iets verdeelen<br />

onder, uitdeelen; didoeoemkeun;<br />

doeoeman, deel, aandeel, gedeelte.<br />

DOEPA (Skr. dhüpa), wierook ; padoepadn,<br />

wierookvat; altar ëmas pangdoepadn, gouden<br />

reukaltaar.<br />

DOEPAK, g. w.; ngadoepak, stooten of<br />

bonzen tegen, met kracht tegen iemand<br />

of iets aankomen, slaan of beuken tegen<br />

(b. v. de golven tegen een rots), stormloopen<br />

op of tegen, onderstboven loopen;<br />

didoepak, lfld. vorm, gezegd van een persoon<br />

of voorwerp waartegen iemand of<br />

iets aanbonst, enz.; kadoepak, zonder<br />

opzot gestooten, enz.; ook: (door den wind)<br />

medegevoerd; padoepak, tegen elkander<br />

stooten, bonzen, enz.<br />

DOEPI, L, ook dopi, 1. van o^mtl.envan<br />

art, aangaande, wat betreft, maar, doch,<br />

daarentegen, als, toen.<br />

II. Een andere naam voor tangtang-angin,<br />

zie angin.<br />

DOER, klanknab. van het geluid der<br />

bëdoeg enz., maar inz. van het afgaan van<br />

een schot, = dor, pafl poef! (vgl. djëdoer) ;<br />

doer-dar en dar-doer, 't herhaalde van doer;<br />

ook werkw. tusschenw; voor losbranden;<br />

geura doer! brand los I welke toeroep echter<br />

ook een uitdaging kan zyn, in den zin van:<br />

kom maar opl<br />

DOERAT, zwaar. P.<br />

DOER DAR, zie doer.<br />

DOER DOR, zie dor.<br />

DOEREN, voll. tangkal doeren, de do erianboom,<br />

welks vrucht kadoe heet.<br />

DOERGA, voll. balara Doerga, naam van<br />

de gemalin van Qiwa; ztf draagt ook den<br />

naam van Kali.<br />

DOERIJA8, gaas, neteldoek.<br />

DOERIJAT, I. = djodo, wederhelft, echtgenoot;<br />

katalian koe doerjjat, aan een plaats<br />

gebonden z$jn door ztfn huweiyk (zyn<br />

wederhelft); kapidoeryat, tot wederhelft<br />

genomen worden of ztfn.<br />

II. =s bogoh, verliefd; ook: liefde, genegenheid;<br />

ari geus iaja doeraat mah, als<br />

ge geen liefde (voor haar) hebt.<br />

IIL = pasti, bepaald, van te voren bepaald;<br />

nja koemaha doer&atna, = nja hoemaha<br />

pastina, geltyk te voren bepaald is.<br />

DOERMA (Kw.), 1. = maoeng, tflger; -<br />

2. naam van een tëmbang^s (zie Spraakk.,<br />

Aanh.).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!