02.05.2013 Views

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

110 DAMI—DANGDANGKRAT.<br />

djidjijeunan, wat men gemaakt of gedaan<br />

heeft; tanda dadamëlan adjëngan, teeken<br />

door u gedaan; ook: de werken of al de<br />

werken, daden; dadamëlan Allah % de (bestaande)<br />

werken Gods; verder: maaksel;<br />

ngadamëlkeun, aan het werk zetten, laten<br />

(doen) werken; didamëlkeun; padamëlan,<br />

1. van pagawean, arbeid, bezigheid, werk<br />

(nog voortdurende), daad; sapadamèlan,<br />

denzeliden arbeid hebben.<br />

DAMI, ngbr.; sadami, vroeger = sakèdap,<br />

een oogenblik; thans z. v. a. één tocht,<br />

één snik, één haal; ambëkanana sadami,<br />

haar ademhaling tot op één tocht toe [uitdrukking,<br />

gew. gebezigd in den scheldbrief,<br />

van de vrouw die verstooten wordt, om<br />

te kennen te geven dat men haar terugzendt<br />

in denzelfden staat waarin men<br />

haar kreegl; njawana sadami, de ziel tot<br />

op één snik toe, d. i. de geheele ziel, de<br />

ziel geheel [in denzelfden zin waarin men<br />

van 't lichaam sakoedjoer zegt}.<br />

DAMI8, hetzelfde als damsi.<br />

DAMO, = dapon; zie ald. P.<br />

DAMPA, I. dubbele pit in één vrucht<br />

(inz. bij moentjang); verder: vet en naar<br />

de zflden uitgezet (van de borst, met een<br />

holte ter hoogte van het borstbeen,<br />

zoodat de borst als in twee helften ver*<br />

deeld schtjnt).<br />

II. Ook dempe, geul, vore (hetzy met een<br />

patjoel of een ploeg gemaakt). P.<br />

DAMPAL, de palm (muis, binnenkant)<br />

van de hand, het plat of de zool van den<br />

voet; - ook 1. p., sampejan 1., soekoe k.,<br />

voet, de voeten ; ngadampal 1. van nintjak<br />

en van ngalengkah, treden op, gaan over,<br />

voorttreden; didampal; ngadampalkeun,<br />

1. van ngaleumpangkeun, doen gaan, doen<br />

treden (van de voeten); didampalkeun.<br />

DAMPAS, slechts vluchtig (gras en onkruid)<br />

sn\)den; sawah dampasan (Man.),<br />

slecht vluchtig bewerkte moeras-saiea^,<br />

die geen grondbewerking ondergaan heeft<br />

vóór de beplanting. B.<br />

DAMPIJAK, uitgebreid (van iets dat eerst<br />

of gewoon] yk in elkander zat of zit, en<br />

nu zich zóó uitgebreid heeft, dat, het uit<br />

den bollen in den platten vorm overgegaan<br />

is).<br />

DAMPING, I. ngbr.; dadamping, verkl.<br />

met samping digoeloeng sabeulah, den sarong<br />

aaade een e z^jde omgeslagen hebben (P.)<br />

didadamping, ook wel sadadamping, slechts<br />

een samping (geen broek) aanhebben.<br />

II. Soemping damping, ~ dongkap datang y<br />

komen, gekomen.<br />

DAMPIT, I. naam van een grooten<br />

boom. P.<br />

II. Tweeling van beiderlei kunne. P.<br />

(Vgl. dompo en këmbar.)<br />

DAMPOEL (Kad.), = këmit; zie ald.<br />

DAM8I, ook damis, = pipi, wang, de<br />

wangen.<br />

DAMSIK (Ar. Damsjiq), Damascus; voll.<br />

nagara Damsik.<br />

DANAS, ook ganas, ananas.<br />

DANG, = doeng.<br />

DANGAH. een houding waarbfl hoofd en<br />

bove il\jf flink rechtop gehouden worden<br />

(minder echter dan bj) tanggah) y het hoofd<br />

rechtop houden; ngadangahkeun, het hoofd<br />

van een mensen of dier iets achterover<br />

buigen (b. v. om medieünen in den mond<br />

te gieten); didangahkeun. (Vgl. dangong.)<br />

DANGAN, licht (niet zwaar), gemakkelijk<br />

niet moeiiyk); ook: verlichting hebben;<br />

dangan kalakon y gemakkelijk geschieden<br />

dangan ngalakonan gawe, het werk gemakkelijk<br />

(zonder bezwaar) verrichten;<br />

ngadangankeun y verlichting schenken; ook<br />

licht-, gemakkelijk noemen of achten<br />

wat indeidaad moeiljjk is; verder: voor<br />

iemand iets licht doen zfln (b. v. een<br />

examen); in laatstgenoemden zin =ngentenglceun<br />

(zie enteng); didangankeun.<br />

DANGOAJANG, zie dajang.<br />

DANGDAN k., dangdos 1., zich opmaken,<br />

zich bereiden, zich gereedmaken (b. v. tot<br />

vertrek), toerusten ; ook : iets gereedmaken<br />

verder: gereed, klaar, gekleed, toegerust;<br />

dangdan-dangdan, toebereidsels maken<br />

ngadangdanan, in gereedheid brengen,<br />

toebereiden, uitrusten, reisvaardig maken,<br />

toerusten, bekleeden, optuigen, zadelen,<br />

uitdossen, versieren, inrichten, meubileeren,<br />

enz. ; didangdanan, in gereedheid<br />

gebracht worden, toebereid-, uitgerust-,<br />

versierd worden; ook z. v. a. dipigawe,<br />

gemaakt-, vervaardigd worden ; dangdanan,<br />

1. wat tot goreedmaking van iets dient<br />

(b. v. bamboe en rotan voor de verzending<br />

van goederen); - 2. versierselen of<br />

derg. die iemand (b. v. een bruidspaar)<br />

worden omgehangen; - 3. dat waarvan iets<br />

gemaakt is of wordt, de stukken waaruit<br />

iets (b. v. een huis) bestaat, materiaal,<br />

stof; -4.== parabot, gereedschap, materiaal,<br />

huisraad enz.; dangdananingpërang, krygsgereedschap.<br />

DANGDAN-DCNGDON, zie dongdon.<br />

DANGDANG, aarden pot voor het stoomen<br />

van ryst. [Van metaal gemaakt heet hrj<br />

seüng.]<br />

DANGDANG-GOELA, naam van een tëmbang-vr$s.<br />

(Zie Spraakk., Aanh.)<br />

DANGDANG-RAT, overgang uit den regentijd<br />

in den drogen moesson, overgang tot

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!