02.05.2013 Views

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

598 SOESTER—SOEWAT.<br />

uwe tranen af! disossotfan; njoesoetkeun,<br />

iets dat vochtig is (b. v. een natte hand)<br />

ergens aan afdrogen; disoesoetkeun.<br />

SOESTER, het Holl. zuster; idem, nl.<br />

pleegzuster.<br />

SOET, werkw. tusschenw. voor: ontsteken,<br />

afvuren (nader uitgedrukt door<br />

njoendoet, zie soendoet).<br />

SOETËR, hetzelfde als soestèr.<br />

SOETJI (Skr., cuci), rein, zuiver, heilig<br />

(vgl. bërësih en setra)\djalmasoetji, heilige;<br />

para soetji, de heiligen; soesoetji, zich<br />

heiligen; njo*#ifcun, heiligmaken, heiligen;<br />

d\8oetjikeun\ ngamaha-soetjikeun, zeer heiligen<br />

(b.v. God); kasoetji, heilige; Kasoetji<br />

Allah, de Heilige Gods ; kasoetjian, 1. heiligheid;<br />

2. heilige plaats, heiligdom xdoakeun<br />

ti kasoetjian, bid voor hem (haar) uit het<br />

heiligdom, d. i. uit den hemel [woorden<br />

van een paradji tegen den hem verschenen<br />

geest van een voorvader eens zieken].<br />

SOETRA (Skr., sütra, een draad), zjjde,<br />

zjjden stof, van zQde. (Zie ook dewangga<br />

en palangi.)<br />

SOETRI, springteugel; ook (nl. als het<br />

paard geleid wordt) het touw dat, na aan<br />

het gebit te zjjn vastgemaakt en tusschen<br />

de voorbeenen door of er buiten langs te<br />

zQn gehaald, om het ltffvan het dier wordt<br />

gewonden, ten einde het te beletten te<br />

steigeren; verder: opzetteugel van een<br />

paard dat voor een rtftuig is gespannen;<br />

njoetri, een paard een soetri aandoen.<br />

SOEWABAN, verkl. met hamboer omong<br />

en loba tjarek, snoeven, bluffen, grootspreken,<br />

pochen, uit de hoogte spreken,<br />

een snoevende oflaatdunkende taal voeren.<br />

(Vgl. rahoel.)<br />

SOEWAJ, g. w.; njoewaj, rechts en links<br />

op zijde doen (b. v. bala, als men er doorgaat);<br />

diaoewaj; njoewajkeun, iets rechts<br />

en links op zjjde doen, op zyde duwen;<br />

disoewajkeun.<br />

SOEWAK, splitsen. B.<br />

SOEWAK 8IJ0EK (Z.-B), heen en weer<br />

sleuren of trekken. P.<br />

SOEWAL I. (Ar.), vraag, vraagstuk,<br />

raadsel; ook: rekenkundig vraagstuk, opgave;<br />

in Z.-B. ook wel = sindir, zie ald.;<br />

njoewal, iemand een vraagstuk ter oplossing<br />

voorleggen; njoewalan, idem, maar bfl<br />

herhaling (z. a. van meerdere vraagstukken);<br />

disotwalan.<br />

II. Waarsch. z. v. a. „tegenstelling, het<br />

tegengestelde", te verg. met balik en<br />

soewala (zie addb); soesoewalan (Z.-B.), ong.<br />

hetzelfde als sesebred, sisindiran en bangbalikan<br />

(zie sindir en balik) en te verg.<br />

met de Mal. pantoens en de Jav. wang-<br />

salans, nameUjk: versjes van vier of ook<br />

wel zes regels, elke regel doorgaans acht<br />

lettergrepen tellende; de eerste helft van<br />

zulk een versje bestaat uit verbloemde<br />

uitdrukkingen zonder veel zin, terwijl de<br />

regels der tweede helft, die min of meer<br />

op die der eerste helft rymen, de etui of<br />

beteekenis geven. De inhoud is meestal<br />

van zinneiyken aard. Voorb.:<br />

Ka tjaï koering teu mandi,<br />

Teu sibeungeut-beungeut atjan;<br />

Pasini koering teu djadi,<br />

Hanteu deukeut-deukeut atjan.<br />

D. i.: Ik ging naar de rivier maar baadde<br />

[nuj niet,<br />

Zelfs wiesch ik niet mtyn aangezicht;<br />

Myn samenspreking (met haar)<br />

[had geen resultaat,<br />

Z\j waagde zich zelfs niet in mijn<br />

[nabijheid.<br />

Zie Meijer, BJjdr. tot de T.-, L- enVk.van<br />

N.-I., 5de Volgr. V, en Pleyte, Ttfdschr. voor<br />

Ind. T.-, L.- en Vk., deel LIV, bl. 257.<br />

SOEWALA, = sawala, zie ald.<br />

80EWAMI (Kad., Skr. swami), gemaal,<br />

echtgenoot.<br />

SOEWAMtN! (Kad., Skr. swamini, mees-<br />

teres.<br />

SOEWAN, neef, nicht (nl. zoon of dochter<br />

van een jonger broeder of zuster, vgl. aio).<br />

SOEWANGKOENG, voll. tangkal soewangkoeng,<br />

naam van een boom als dedjambe.<br />

30EWA08, 1. van soewasa, zie ald.<br />

SOEWAP (waarsch. samentr. van sahoewap,<br />

zie hoewap), hap, een hap; disoewap,<br />

of disoewapan, gevoerd worden (z. a. een<br />

kind).<br />

SOEWAR, g. w.; njoevoar, iets breed uithangen;<br />

disoewar.<br />

SOEWARGI, = sawargi, zie ald.<br />

SOEWASA, ook oesoe-asa k., soewaos<br />

(maar zelden) 1., zekere metaalspecie, bestaande<br />

uit twee deelen goud en een deel<br />

rood koper (tambaga), spinsbek.<br />

80EWAT, geruite stof met bloemen<br />

[welke onder het weven erin gewerkt<br />

worden door uitrukken en vervangen van<br />

njoewat, l.soewat maken;<br />

de djingdjingan) ;<br />

2. k., njeuit 1., de huid openmaken (b. v.<br />

om een splinter te verwijderen), een wond<br />

openreten, een zweer doorprikken; overdr.:<br />

kwaadstoken, iemand tegen een ander<br />

opzetten (b. v. door een verkeerde handeling<br />

van dezen in herinnering te brengen);<br />

diaowoat, zich de huid enz. openreten;<br />

kasoewat, in de herinnering opkomen, weer<br />

aan denken (b. v. aan een ondervonden<br />

smart of beleediging); soemoewat, hetzelfde<br />

als njoewat, openreten; oepat-socmoewat,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!