02.05.2013 Views

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

468<br />

of steen (bö het kappen), hamerslag ;pepetelan,<br />

idem, meerv.; pepetelan smneu, vonken;<br />

metel, afvliegen of afspatten (van<br />

vonken); kapetelan, ltfd. vorm, gezegd van<br />

iemand tegen wien een vonk, steentje enz.<br />

aanspat. (Vgl. pidjër I. en silalatoe.)<br />

PËTËNG, I. (ygl.pëting);pëpëtëng,Qenver.<br />

trouwd persoon, iemand die met het beheer<br />

van een zaak belast is, beheerder; kapëtëngan,<br />

van beproefde bekwaamheid (b. v.<br />

een krijgsman die gehard is in den oorlog),<br />

van bekende moed en dapperheid [in de<br />

Soepena wordt melding gemaakt van een<br />

corps van 10,000 man hapëtëngan, dienende<br />

tot lijfwacht]; ook: politieman, gerechtsdienaar.<br />

n. In samenst. met dëdët, zie ald.<br />

PËTENG, I. een werktuig om de kapas,<br />

nadat zfl in het ruwe van de pitten is ontdaan<br />

(dihindësan) verder te zuiveren (nga-<br />

djoedjoct), nl. een boog van hout of rotan,<br />

met een koord tot pees, welke in trilling<br />

kan worden gebracht door middel van een<br />

haakje; kaarde; mêteng, de kapas los en<br />

luchtig maken door middel van depëteng,<br />

egreneeren, kaarden (vgl. asiwoeng).<br />

II. Pëpëténgan, hetzelfde als hahajaman,<br />

zie hajam.<br />

PETET, kleine oogen hebben (ten gevolge<br />

van het neerhangen der oogleden). Vgl.<br />

potet<br />

PÉTETANJonge plant of planten, uit zaad<br />

voortgekomen; pëpëtetan, idem, maar inz.<br />

allerlei zulke jonge planten.<br />

PËTI, doos, kistje, kist; pëtioewang, geldkistje,<br />

geldkist; pëpëten, jdooeje (b. v. om<br />

kostbaarheden in te bewaren), juweelendoosje;<br />

dipëtian, in een doos, kistje of kist<br />

gedaan worden.<br />

PËTIK, g. w.; mëtik, afplukken, afbreken<br />

(van een bloem, blad of twijgje), aflezen<br />

(vruchten, bladeren, enz.) ;dipëtik;mëtikan,<br />

aanh. plukken; dipëtikan; - pëtikan, z. v. a.<br />

toekilan, bloemlezing. (Vgl. pipit.)<br />

PËTINQ, g. w.; meting, uitlezen, uitkiezen;<br />

sërdadoe noe beunang meting, uitgelezen<br />

krijgsvolk; dipëting; mètingan, uitkiezen,<br />

uitzoeken; dipëtingan; -pëtingan, wat uitgelezen<br />

is, uitgelezen, uitgezocht. (Vghpilih.)<br />

PËTIR, voll. tangkal pëtir, naam van een<br />

peuteuj-tioon\ manoek pëtir, naam van een<br />

vogel.<br />

PËTI8, I. een mengsel van suiker, zout<br />

en tjangkoedoe of iets anders (b. v. boewah<br />

randoe) met een weinig water, gebruikt als<br />

saus m#| onrijpe vruchten; dipëtis^otpëtis<br />

gemaakt worden of z^n.<br />

II. Vizier (van een vuurwapen); ook =<br />

sipatan (zie sipat I.).<br />

PETENG—PETJING.<br />

PËTJAH (eig. Mal., stuk, in stukken<br />

breken), schiften, runnen, zuren, geschift<br />

(b. v. melk); overdr.: breken of gebroken<br />

van hart, voll. pëtjah hate; sipat beulakpëtjah,<br />

= sipat heling, breekbare waar ;pëtjakan,<br />

breuk (in de cjjferkunst).<br />

PËTJAK, g. w. ; mëtjak, = njoba, beproeven,<br />

probeeren (b. v. een schouder, of die sterk<br />

genoeg is; een geneesmiddel, of het helpen<br />

wil, onz.); ook z. v. a. ngadjaran (zie adjar),<br />

aanpassen, probeeren of iets past, zien hoe<br />

een nieuw kleedingstuk zit, enz. (zie ook<br />

mëtjak-mëtjël) ; dipëtjak ; mëtjak-mëtjak, aanh.<br />

beproeven of probeeren, pogingen aanwenden<br />

om iets tot stand te brengen;<br />

dipëtjak-pëtjak; mëtjakan, iets probeeren;<br />

dipètjakan.<br />

PETJAK, éénoogig, zóó dat het ééne<br />

oog blind is of gemist wordt (vgl.<br />

botjos IL); djalma petjak, een éénoogige,<br />

éénoog.<br />

PËTJAT (vgl. tjat, poetjat enpotjot), vallen<br />

van of uit, van iets af raken of zrjn, gevallen<br />

van, uitgevallen (zie ook satoëd);<br />

pêtjat iman, van het geloof vervallen of<br />

afgevallen; pëtjat ti sih-koernya, gevallen<br />

uit de genade; pëpëtjatan, een voorwerp om<br />

dieren te vangen, soort spring; tipëtjat,<br />

ergens van af raken, afvallen, afstorten,<br />

afwaaien of afvliegen (b. v. een hoed van<br />

het hoofd); mëtjatan, iets ergens afrukken<br />

of afwippen; dipëtjatan; mëtjatkeun, iets<br />

ergens van afwerpen, maken dat iets<br />

ergens afvalt (b. v. een hoed van het<br />

hoofd), opwippen, ophalen (b. v. een<br />

hengel of een visch met den hengel);<br />

dipëtjatkeun.<br />

PËTJÉL, ngbr.; mëtjël, loswerken (van<br />

zaden), pellen (b. v. koffie, door de vrucht<br />

tusschen duim en vinger te knijpen en<br />

zoodoende de boon uitte duwen); ook: vertrekken,<br />

vertrokken ; dipëtjël, losgewerkt -,<br />

gepeld worden.<br />

PÉTJËNQHOEL, z. v. a. torodjol, uit iets<br />

te voorschijn komen, de punt of den kop<br />

boven den grond steken.<br />

PETJI, het Holl. pet, petje ; idem.<br />

PËTJIL, van een kind: klein (en dan 1.<br />

van leutik); poetra pëtjil anoe bosrèj, het<br />

kleine jonge kind; in Z.-B.enlndr.is.p*#tf<br />

= poetra, 1. van anak, kind, nl. zoon of<br />

dochter.<br />

PËTJINO (Z.-B.), een bamboestokje, aan<br />

het boveneind omwonden met een lap, gedrenkt<br />

in urine, petroleum of derg. vocht<br />

[zulke stokjes worden in den grond gestoken<br />

om de varkens van 't veld afte houden]<br />

pëpëtjing, idem ; mening, (bij 't spel), een kleinigheid<br />

aan den winner vragen; ook: een

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!