02.05.2013 Views

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

Soendaneesch-Hollandsch woordenboek - upload.wikimedia....

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

638 TEPOK—TEREH.<br />

TÊPOK, g. w.; nèpok, met de holle baud<br />

ergens op slaan; ook: de holle handen op<br />

elkander slaan; ditépok; nipokan, aanh.<br />

met de holle hand ergens op slaan (b. v.<br />

op de billen yan een kind, als men het<br />

in slaap wil maken); ditëpokan; - têtëpokan,<br />

de holligheid ter zjjde van de billen. (Vgl.<br />

tépoek en tépak.)<br />

TEPOK, klappen (z. a. een klap op de<br />

bil); tetepokan, heup (iets hooger dan de<br />

poehoe pingping, of wel iets naar achteren,<br />

ter z^de van de bil). Vgl. tëpok enz.<br />

TER, of wel eter, het Holl. teer; idem;<br />

ngëter, met teer bestreken, teren; diter,<br />

geteerd worden.<br />

TÉBAH, z. v. a. teureuh, toeroman en tëdak,<br />

afstammeling, nakomeling; térahing radja,<br />

nakomeling van den vorst, van konink-<br />

lijke afkomst; aeal tèrahing ambya, afstammeling<br />

van de profeten.<br />

TfcRANG, licht, helder, duidelijk, klaar;<br />

verder: opgeklaard (van de lucht), over-zfln<br />

(van den regen); ook s. van njaho k oeninga<br />

L, weten, verstaan, kennen; bovendien: goedvinden,<br />

in iets toestemmen; manawi aja<br />

sih-tërang, als u het goedvindt, als het uwe<br />

sanctie heeft; satërangna, z.v.a. eatëgëena,<br />

in waarheid; térangna mah, daarentegen,<br />

maar integendeel; aing lain oraj, térangna<br />

mah malaikat, ik ben geen slang, maar<br />

integendeel een engel; pitërang, = soeka,<br />

iets goedvinden, ergens mede instemmen;<br />

ook : toestemming, sanctie ; nërang, aan een<br />

meerdere kennisgeven dat men iets doen<br />

zal; ook: hem verlof tot iets vragen;<br />

nirangan, op een verzoek ingaan, een verzoek<br />

inwilligen, sanctionneeren; ditèrangan;<br />

nërangkeun, iets tot klaarheid brengen,<br />

ophelderen, duidelijk maken, inlichten,<br />

uitleggen, verklaren, toelichten; ook: de<br />

verklaring afleggen (b. v. datiemand krankzinnig<br />

is); ditèrangkeun;katërangan inllch-<br />

}<br />

ting, opheldering, verklaring, verantwoording;<br />

aing menta katërangan, ik eisen verantwoording.<br />

TlRAP, I. het aanbrengen, opbrengen,<br />

inbrengen, inhangen, inzetten enz. van iets<br />

ergens op of in (b. . v. het hangen van deuren<br />

in de daarvoor geplaatste hengsels,<br />

het leggen van een fondament in de daarvoor<br />

gemaakte groeve, het doen van olie<br />

of verf ergens op, enz. ; verder: toepassen<br />

(z. a. een straf), treffen (z. a. iemands toorn)<br />

van een aangewend middel: werken,<br />

helpen, baten (vgl. ieurak) ; toemërap, hetzelfde<br />

als tërap; katërap, gezegd van iemand<br />

of iets waarop het een of ander is aan ge*<br />

bracht of toegepast; tëtërap, aanbrengen<br />

op of aan, Inzetten (b. v. deuren en ramen<br />

aan een huis), toepassen (b. v. straf of belooning);<br />

nërapan, op iemand of iets het<br />

een of ander aanbrengen, iemand ergens<br />

mede bekleeden, iemand iets aandoen, op<br />

iemand ten uitvoer leggen, aan iets het een<br />

of ander hechten; ditërapan;katërapan, gezegd<br />

van een mensch op wien men iets heeft<br />

gedaan of toegepast, of dien men iets heeft<br />

doen ondergaan; ook gezegd van een voorwerp<br />

waarop men iets heeft aangebracht,<br />

ingezet, opgehangen, enz.; nërapkeun, iets<br />

aan of op een mensch of voorwerp doen<br />

plaatsen, zetten, toepassen, inzetten (een<br />

ruit, ramen, deuren), enz.; nërapkeun makoeta<br />

kana mastaka, een kroon op het hoofd<br />

plaatsen ; nërapkeun hoekoeman, een vonnis<br />

ten uitvoer leggen; ditërapkeun,<br />

II. (Z.-B.), naam van een boom. (Zie „De<br />

Badoej's, bl. 87.)<br />

TËRAS, I. ngbr.; ditëras, verkl. met digën-<br />

tak, met haast gedaan worden; nërasan r<br />

verkl. met ngamimitian, voor het eerst doen<br />

(b. y. trouwen of baren) ;ditórasan,van het<br />

begin af gedaan worden; ook: met haast<br />

gedaan worden; tërasan, 1. pas ontgonnen<br />

land; 2. (Z.-B.) naam van een zeevisch.<br />

II. L. van tëroes, zie ald.<br />

TÉRAWA8 (Z.-B.), g. w.; nëratoas, (b« de<br />

Aoona-bewerking) een klein plekje openkappen<br />

en schoonmaken, als begin van<br />

ontginning, om daarop panglaj als ioembal<br />

te planten; ditërawas. (Vgl. tarawas.)<br />

TÊRBOEKA, zie boeka.<br />

TERE k., kawalon l. f stief-, voor- ;indoeng<br />

tere, stiefmoeder; bapa tere, stief ?ader; anak<br />

tere, voorkind, stiefkind; doeloer tere, de betrekking<br />

waarin tot elkander staan de kinderen<br />

van een man en vrouw die, terwijl<br />

ze reeds die kinderen hadden, zich met<br />

elkander in het huweljjk hebben begeven;<br />

doeloer pateterean, elkanders doeloer tere ztyn*<br />

TéRëB, ngbr.; nërëbkeun, (te verg. met<br />

ngagoebroeekeun) iets in het water gooien<br />

met een steen om den hals ofop een andere<br />

wjjze van bezwaar voorzien, om het te<br />

doen zinken; ditërëbkeun.<br />

TëRËBANQ, hand- of beltrommel, tamboeren;<br />

nërëbang, op de térèbang slaan.<br />

TÉRËDJËL, alleen in tëtèrëdjëlan,— totorodjolan,<br />

zie torodjol. F.<br />

TEREOJEL (o. p.), een speling op torodjol.<br />

TEREH, = gantjang k., enggal 1., weldra,<br />

spoedig, haastig, met haast, grif; soepaja<br />

tereh mariksa, opdat hjj (hem) spoedig onderzoeke;<br />

tereh malarat, spoedig arm worden»<br />

moal majar tereh'tereh, hJJ zal wel niet grif<br />

betalen; teterehan, = gagantjangan, haastig,<br />

met grooten spoed ;toemereh, zich haasten;<br />

ditereh-tereh, haastig verricht worden; ook»

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!