Zelfredzaamheid bij brand.pdf - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...
Zelfredzaamheid bij brand.pdf - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...
Zelfredzaamheid bij brand.pdf - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
120 <strong>Zelfredzaamheid</strong> <strong>bij</strong> <strong>brand</strong><br />
de zelfont<strong>brand</strong>ingstemperatuur van het <strong>brand</strong>bare materiaal is bereikt, is<br />
geen ontstekingsbron nodig, maar zal het materiaal ‘spontaan’ gaan <strong>brand</strong>en.<br />
Elk type materiaal heeft een soortelijke (zelf)ont<strong>brand</strong>ingstemperatuur. De<br />
hoogte van deze temperatuur geeft een indicatie van de hoeveelheid energie<br />
die toegevoegd moet worden om het materiaal te ont<strong>brand</strong>en. Een katalysator<br />
stimuleert de ver<strong>brand</strong>ingsreactie tussen de <strong>brand</strong>stof en de zuurstof, waardoor<br />
het <strong>brand</strong>bare materiaal <strong>bij</strong> een lagere temperatuur dan de (zelf)ont<strong>brand</strong>ingstemperatuur<br />
kan ont<strong>brand</strong>en. Een katalysator ver<strong>brand</strong>t zelf niet, waardoor<br />
de eenmaal ontstane <strong>brand</strong> – <strong>bij</strong> een juiste mengverhouding – in stand<br />
kan worden gehouden.<br />
In een ruimte waar vlammen aanwezig zijn, is de stralingsintensiteit van de<br />
<strong>brand</strong> het grootst. De temperatuur vlak onder het plafond van een afgesloten<br />
ruimte kan in de eerste minuten na het ontstaan van vlammen stijgen tot<br />
1000-1200˚C. Door deze hittestraling gaan ook andere materialen in de ruimte<br />
uitgassen (pyrolyse). Verder komen ver<strong>brand</strong>ingsproducten vrij, zoals koolmonoxide<br />
(CO) en roet (onver<strong>brand</strong>e koolstofdeeltjes), zichtbaar als rook. De<br />
(warme) rook verplaatst zich naar boven en <strong>bij</strong> een voortdurende rookontwikkeling<br />
zal de rooklaag onder het plafond in volume toenemen en kan deze<br />
een afgesloten ruimte, zoals een kantoorruimte, binnen enkele minuten volledig<br />
vullen met rook. Wanneer de temperatuur in de rooklaag boven in de<br />
ruimte voldoende hoog is, en indien er voldoende zuurstof aanwezig is, kunnen<br />
de roetdeeltjes ontsteken. Op het moment van een flashover zullen <strong>bij</strong>na<br />
alle <strong>brand</strong>bare materialen in de ruimte <strong>bij</strong> de <strong>brand</strong> betrokken zijn en is er<br />
sprake van een volledig ontwikkelde <strong>brand</strong>. Verder neemt de temperatuur in<br />
de ruimte zeer snel toe, waardoor de eventueel nog in de ruimte aanwezige<br />
levende personen de <strong>brand</strong> niet zullen overleven. 65 Wanneer het grootste deel<br />
van de zuurstof in de ruimte door de <strong>brand</strong> is opgenomen, stopt het ver<strong>brand</strong>ingsproces<br />
en daalt de temperatuur in de ruimte. Het vlammenfront wordt<br />
kleiner en de <strong>brand</strong> gaat over in de smeulfase. De ontwikkeling van een <strong>brand</strong><br />
is in figuur 5.1 gevisualiseerd.<br />
In figuur 5.1 zijn twee <strong>brand</strong>krommen te zien: de doorgetrokken lijn toont<br />
het natuurlijk <strong>brand</strong>verloop zonder interventies. De onderbroken lijn geeft de<br />
<strong>brand</strong>ontwikkeling waar<strong>bij</strong> vroegtijdige blussing plaatsvindt, <strong>bij</strong>voorbeeld<br />
door een sprinklerinstallatie. Verder zijn drie <strong>brand</strong>stadia onderscheiden: de<br />
ontwikkelingsperiode, de <strong>brand</strong>periode en de doofperiode. Deze drie <strong>brand</strong>stadia<br />
zijn, evenals het onderscheid tussen een niet volledig ontwikkelde <strong>brand</strong><br />
en een volledig ontwikkelde <strong>brand</strong>, alleen van toepassing op het natuurlijke<br />
<strong>brand</strong>verloop.<br />
65. Dood <strong>bij</strong> <strong>brand</strong> wordt doorgaans veroorzaakt door inhalatie van rook en giftige gassen<br />
[Gann, 2004b], waardoor de in de ruimte aanwezige personen veelal al voor het moment van<br />
flashover zijn gestikt.