Zelfredzaamheid bij brand.pdf - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...
Zelfredzaamheid bij brand.pdf - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...
Zelfredzaamheid bij brand.pdf - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
254 <strong>Zelfredzaamheid</strong> <strong>bij</strong> <strong>brand</strong><br />
Uit de gegevens van de reactietijden in kantoorgebouwen en winkels blijkt<br />
dat het management in het gebouw een zeer belangrijke invloed heeft op de<br />
reactietijd. Zo is in geval van een goed functionerende bedrijfshulpverleningsorganisatie<br />
de reactietijd ongeveer tienmaal sneller dan wanneer geen sprake<br />
is van een goed functionerende bedrijfshulpverleningsorganisatie. De reactietijden<br />
zijn echter nog nauwelijks goed beschreven en gekwantificeerd. Op<br />
basis van incidentevaluaties kan aangenomen worden dat de reactietijden in<br />
hotels en woongebouwen vele malen langer zijn dan in gebouwen waarin niet<br />
geslapen wordt. Er is echter behoefte om deze aanname te kwantificeren.<br />
De loopsnelheid is gerelateerd aan de routekeuze en daarmee aan de loopafstand.<br />
Mensen kiezen doorgaans de bekende route, en dat is niet altijd de<br />
kortste route. De loopsnelheid wordt beïnvloed door de volgende factoren:<br />
– mate van mobiliteit van de persoon;<br />
– mate van mobiliteit van de persoon als gevolg van groepsdynamiek;<br />
– aantal aanwezigen in een gebouw en de verdeling over het gebouw;<br />
– verlichtingssterkte;<br />
– invloed van rook (indien van toepassing);<br />
– eigenschappen van vloer- en wandoppervlakken;<br />
– uitvoering van de looproute (traptreden, geleidingrails en dergelijke);<br />
– breedte van de looproute (gangbreedte, deurbreedte);<br />
– mate van training of mate van begeleiding door personeel (bedrijfshulpverleningsorganisatie).<br />
Trappen en uitgangen vormen bottlenecks tijdens een ontvluchting. De capaciteit<br />
van trappen en uitgangen wordt bepaald aan de hand van de doorstroomsnelheid.<br />
De data voor de doorstroomsnelheid van (nood)uitgangen, zoals in de<br />
literatuur genoemd, zijn niet geheel eenduidig. Dit komt voornamelijk doordat<br />
de studies niet onder gelijke condities zijn uitgevoerd. Verder is uit onderzoek<br />
naar de doorstroomsnelheid op trappen gebleken dat de doorstroomsnelheid<br />
(van trappen, gangen en uitgangen) afhankelijk is van de effectieve breedte en<br />
niet van de werkelijke breedte. Rekening houdend met de bepaling voor de<br />
effectieve vluchtbreedte komen de resultaten van de belangrijkste onderzoekers<br />
Fruin, Pauls, Nelson en MacLennan omtrent de doorstroomsnelheid wel<br />
nagenoeg overeen. De doorstroomsnelheid van (nood)uitgangen is ongeveer<br />
1 persoon per meter per seconde, dat is 60 pers/m/min. Gedurende het vluchtproces<br />
is overigens geen sprake van een constante doorstroomsnelheid. Mensen<br />
hebben namelijk de neiging om zich eerst in kleine groepen te verzamelen<br />
om zich vervolgens gezamenlijk naar de uitgang te verplaatsen.<br />
Om het gedrag <strong>bij</strong> <strong>brand</strong> te kunnen voorspellen en te verklaren worden modellen<br />
gemaakt. Groner (1998) heeft twee typen benaderingen van vluchttijdmodellen<br />
met elkaar vergeleken, te weten de traditionele ‘stimulus response<br />
(travel/flow)-modellen’ en de nog nauwelijks toegepaste ‘gebruiker response-