05.05.2013 Views

Zelfredzaamheid bij brand.pdf - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

Zelfredzaamheid bij brand.pdf - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

Zelfredzaamheid bij brand.pdf - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De omgevingsfactor: het gebouw 227<br />

Om het aantal slachtoffers <strong>bij</strong> <strong>brand</strong> tijdens de slaapperiode te beperken,<br />

beveelt Bruck aan rookmelders toe te passen die op het kussen het voor de<br />

mens maximaal te verdragen geluidsniveau genereren. Het maximaal te verdragen<br />

geluidsniveau is ongeveer 90 dBA. Dit betekent onder andere dat rookmelders<br />

(met geïntegreerd alarmsignaal) in de slaapkamers geplaatst moeten<br />

worden. Een mogelijk nadeel van rookmelders met een geluidsniveau van 90<br />

dBA is dat de geluidsintensiteit zodanig is dat men niet in de ruimte kan blijven.<br />

Onderzoek naar alarmering in gangen met een dergelijke intensiteit heeft<br />

uitgewezen dat de ondraaglijkheid van het geluid een groot probleem kan zijn.<br />

Volgens Bruck (2001) is de informatie in de literatuur over het ontwaken door<br />

rookmelders echter nog niet volledig.<br />

7.4.3 Noodverlichting<br />

Proulx e.a. (1999; 2000) hebben de invloed van het verlichtingsniveau in trappenhuizen<br />

op de loopsnelheid onderzocht. Hiervoor zijn experimenten uitgevoerd<br />

door middel van onaangekondigde ontvluchtingen via vier trappenhuizen<br />

in een dertien verdiepingen tellend kantoorgebouw. De vier trappenhuizen<br />

hadden verschillende verlichtingscondities:<br />

– A: Noodverlichting, 57 lux;<br />

– B: Normale verlichting, 245 lux;<br />

– C: Fotoluminescente borden (FL), 113 hangend aan plafond, 45x15 cm,<br />

– D: Fotoluminescente borden (FL) met noodverlichting, 74 lux.<br />

In de experimenten is onder andere de kwaliteit van de verlichtingscondities<br />

onderzocht. De resultaten van de experimenten zijn in de tabellen B20 tot en<br />

met B22 in <strong>bij</strong>lage 1 opgenomen.<br />

De kwaliteit van de normale verlichting (245 lux) en de fotoluminescente borden<br />

met noodverlichting (74 lux) wordt door de vluchtende personen als ‘zeer goed’ tot<br />

‘acceptabel’ beschouwd. Het merendeel vindt ook de noodverlichting (57 lux) ‘zeer<br />

goed’ tot ‘acceptabel’. De kwaliteit van de verlichting met fotoluminescente borden<br />

(hangend aan plafond, 45 x 15 cm) wordt als minder goed beschouwd. Bijna een<br />

derde van de vluchtende personen beoordeelt de kwaliteit namelijk als ‘slecht’ tot<br />

‘gevaarlijk’. Hieronder is de volledige beoordeling in procentuele waarden weergegeven<br />

[Proulx e.a. 1999; 2000].<br />

De kwaliteit van de noodverlichting (57 lux) en de normale verlichting (245) wordt<br />

door het merendeel als ‘zeer goed’ beschouwd (55%, respectievelijk 60%). 38%, res-<br />

113. In de periode voor de ontvluchting werden de borden door normale verlichting ‘opgeladen’,<br />

vlak voor het ontruimingssignaal werd de normale verlichting uitgezet.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!