Zelfredzaamheid bij brand.pdf - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...
Zelfredzaamheid bij brand.pdf - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...
Zelfredzaamheid bij brand.pdf - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
256 <strong>Zelfredzaamheid</strong> <strong>bij</strong> <strong>brand</strong><br />
daardvluchttijd van verdiepingen 122 anderzijds. Verder wordt in het beleid uitgegaan<br />
van een bepaalde reactietijd, zoals figuur 7.10 visualiseert met de lijn<br />
‘t 1 ’. Ook <strong>bij</strong> de reactietijd wordt uitgegaan van standaardwaarden, die onder<br />
andere afhankelijk zijn van de aanwezigheid van een <strong>brand</strong>meldsysteem in<br />
het gebouw. Vervolgens is het uitgangspunt dat mensen na het ontdekken van<br />
een <strong>brand</strong>, <strong>bij</strong>voorbeeld door het horen van een ontruimingssignaal, direct<br />
met de ontvluchting starten. Uit incidentevaluaties blijkt dat dit echter niet het<br />
geval is, zoals ook in figuur 7.10 is gevisualiseerd met de lijn ‘t 2 ’. Deze fase van<br />
het vluchtproces wordt in het normatief <strong>brand</strong>verloop echter buiten beschouwing<br />
gelaten.<br />
Wat betreft de verplaatsing is de aanname dat mensen gemiddeld 30 seconden<br />
lang hun adem kunnen inhouden 123 en een loopsnelheid hebben van 1 meter<br />
per seconde. In 30 seconden kan een persoon <strong>bij</strong> een loopsnelheid van 1 m/s<br />
een afstand van 30 meter afleggen. Op basis van deze aanname en de aanname<br />
dat mensen <strong>bij</strong> een ontvluchting via de kortste weg vluchten, is gesteld<br />
dat de loopafstand tot een uitgang van een rookcompartiment (lees: nooduitgang)<br />
maximaal 30 meter mag zijn. Uit de literatuur blijkt echter dat de routekeuze<br />
niet is gerelateerd aan de werkelijke afstand, maar aan de perceptie van<br />
de afstand. Bovendien kiezen mensen doorgaans de bekende route en dat is<br />
veelal niet de kortste route.<br />
Het normatief <strong>brand</strong>verloop, zoals in de Nederlandse bouwregelgeving wordt<br />
toegepast, is gezien de uitgangspunten géén weergave van de feitelijke vluchttijd<br />
als gevolg van het menselijk gedrag <strong>bij</strong> <strong>brand</strong>. Er zal daarom een nieuw<br />
model van uitgangspunten ontwikkeld moeten worden. De aanbeveling is om<br />
aan te sluiten <strong>bij</strong> het model ‘Tijdlijn bedreigtijd en vluchttijd’ zoals ook in Britse<br />
standaarden voor fire safety engineering is toegepast. Verder wordt aanbevolen<br />
de uitgangspunten zo te formuleren dat deze meetbaar zijn en aansluiten <strong>bij</strong><br />
de psychonomische eigenschappen van gebouwkenmerken. Dit betekent dat<br />
in de gewijzigde uitgangspunten de mens, die gebruikmaakt van het gebouw,<br />
leidend moet zijn en niet de techniek. Het beoordelingsmodel voor gebouwen<br />
dat ontwikkeld is door Purser zou een basis kunnen zijn voor de bepaling<br />
van de benodigde <strong>brand</strong>veiligheidsmaatregelen in een gebouwontwerp. Het<br />
beoordelingsmodel betreft echter een eerste denkrichting en zal verder geoptimaliseerd<br />
moeten worden.<br />
122. Hier<strong>bij</strong> wordt een waarde van 1 minuut per verdieping gehanteerd.<br />
123. Op basis van deze aanname is <strong>bij</strong> <strong>brand</strong> in een ruimte sprake van een trage reactie als de<br />
aanwezigen zich langer dan 30 seconden in een bedreigde omgeving bevinden, of als de<br />
<strong>brand</strong>- en rookontwikkeling zodanig is dat de omgevingscondities als levensbedreigend<br />
beschouwd kunnen worden.