Zelfredzaamheid bij brand.pdf - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...
Zelfredzaamheid bij brand.pdf - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...
Zelfredzaamheid bij brand.pdf - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De omgevingsfactor: het gebouw 235<br />
wordt toegepast. Mensen die zich vlak<strong>bij</strong> de <strong>brand</strong>locatie bevinden, en zicht<br />
hebben op wat er aan de hand is, zullen zich volgens Sime eerder verplaatsen<br />
(vluchten) dan mensen die geen zicht hebben op de <strong>brand</strong>. De aanwezigen<br />
in andere ruimten dan de <strong>brand</strong>ruimte zullen zich waarschijnlijk later verplaatsen<br />
dan mensen die zich in de directe omgeving van de <strong>brand</strong> bevinden.<br />
Verder wordt verondersteld dat niet alleen het visuele bereik van belang<br />
is, maar dat beslissingen ook worden genomen op basis van een combinatie<br />
van signalen, zoals de combinatie van zichtbare en hoorbare signalen. Ook de<br />
bezettingsdichtheid van het gebouw, ofwel het aantal aanwezige personen, en<br />
de doorstroomcapaciteit van de vluchtroute hebben invloed op de benodigde<br />
vluchttijd [Sime, 2001].<br />
Purser (2003) heeft een beoordelingsmodel voor gebouwen ontwikkeld. 117<br />
Het systeem is gebaseerd op de belangrijkste aspecten die de vluchttijd bepalen.<br />
Aan de hand van het beoordelingsmodel kan <strong>bij</strong>voorbeeld de benodigde<br />
besluitvormingstijd, voorafgaand aan de werkelijke verplaatsing <strong>bij</strong> ontvluchting,<br />
voorspeld worden. Ook kan het model de basis zijn voor de bepaling van<br />
de benodigde <strong>brand</strong>veiligheidsmaatregelen in een gebouwontwerp. Purser<br />
onderscheidt acht (sub)gebruikstypen van gebouwen. In tabel 7.2 zijn de uitgangspunten<br />
voor het onderscheid van de gebruikstypen verder uitgewerkt in<br />
vier risicocategorieën. Deze tabel is gebaseerd op een tabel van Purser.<br />
’s Nachts hebben de aanwezigen in een gebouw een lage mate van opmerkzaamheid.<br />
De fatale <strong>brand</strong>en vinden vooral ’s nachts plaats. Gebouwen waarin<br />
geslapen wordt vallen daarom in de hoogste risicocategorie. De meeste fatale<br />
<strong>brand</strong>en vinden plaats in woningen. Bovendien heeft sinds 1970 <strong>bij</strong>na 48% van<br />
de fatale <strong>brand</strong>en met vijf of meer dodelijke slachtoffers plaatsgevonden in een<br />
woning. Woningen vallen daarom in risicocategorie 1.<br />
In institutionele woongebouwen, zoals ziekenhuizen, verzorgingstehuizen,<br />
gevangenissen, kinderdagverblijven en dergelijke, en in hotels kunnen de<br />
aanwezigen slapende zijn. Bovendien zijn de mensen die in een institutioneel<br />
woongebouw of in een hotel verblijven onbekend met de lay-out van het<br />
gebouw. Daar<strong>bij</strong> komt dat mensen in een institutioneel woongebouw <strong>bij</strong> <strong>brand</strong><br />
sterk afhankelijk zijn van het personeel in het gebouw. Sinds 1970 heeft <strong>bij</strong>na<br />
44% van de fatale <strong>brand</strong>en met vijf of meer dodelijke slachtoffers in dergelijke<br />
gebouwen plaatsgevonden, waar<strong>bij</strong> 22% in een institutioneel woongebouw en<br />
22% in een hotel of pension. Institutionele woongebouwen en hotels vallen<br />
daarom in risicocategorie 2.<br />
117. Zie ook paragraaf 7.5.3.