02.10.2016 Views

De Wens der Eeuwen door Ellen White

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Jezus stortte geen tranen in het vooruitzicht van Zijn eigen beproevingen. Vlak voor Hem lag<br />

Gethsemane, waar weldra de verschrikking van een grote duisternis He’m zou overschaduwen. Ook<br />

de Schaapspoort, waar<strong>door</strong> eeuwenlang de offerdieren waren geleid, was in zicht. <strong>De</strong>ze poort zou<br />

weldra voor Hem, het grote Tegenbeeld, op Wiens offer voor de zonde van de wereld al deze<br />

offeranden hadden gewezen, worden geopend. Dichtbij was Golgotha, de plaats van Zijn na<strong>der</strong>ende<br />

foltering. Toch weende en klaagde de Verlosser niet in geestessmart om deze dingen, die Hem deden<br />

denken aan Zijn wrede dood. Zijn smart was niet zelfzuchtig. <strong>De</strong> gedachte aan Zijn eigen lijden maakte<br />

die edele, zelfopofferende ziel niet bevreesd. Het was de aanblik van Jeruzalem, die <strong>door</strong> het hart van<br />

Jezus sneed — Jeruzalem, dat de Zoon van God had verworpen en met Zijn liefde had versmaad, dat<br />

weigerde zich <strong>door</strong> Zijn machtige won<strong>der</strong>en te laten overtuigen en dat op het punt stond om Hem het<br />

leven te be-nemen. Hij zag wat de stad was, in haar misdaad haar Verlosser te verwerpen, en wat ze<br />

geweest had kunnen zijn, indien ze Hem Die alleen haar wonde kon genezen, zou hebben aangenomen.<br />

Hij was gekomen om haar te redden; hoe zou Hij haar nu kunnen prijsgeven?<br />

Israël was een begunstigd volk geweest; God had hun tempel tot Zijn woonplaats gemaakt; die was<br />

“schoon <strong>door</strong> zijn verhevenheid; een vreugde voor de ganse aarde”. Daar was het gedenkteken van<br />

meer dan duizend jaren van Christus’ wakende zorg en te<strong>der</strong>e liefde, zoals een va<strong>der</strong> voor zijn enigste<br />

kind koestert. In die tempel hadden de profeten hun plechtige waarschuwingen uitgesproken. Daar<br />

waren de brandende wierookvaten bewogen, terwijl de wierookgeur, vermengd met de gebeden van<br />

de tempelgangers, waren opgestegen naar God. Daar had het bloed van dieren gestroomd, als<br />

zinnebeeld van het bloed van Christus. Daar had Jehova Zijn heerlijkheid geopenbaard boven het<br />

verzoendeksel. Daar hadden de priesters hun dienst gedaan, en had de pracht van symbolen en<br />

plechtigheden eeuwenlang plaatsgevonden. Maar aan dit alles moest een einde komen.<br />

Jezus hief Zijn hand op — die zo dikwijls de zieken en lijdenden had gezegend — en terwijl Hij de<br />

hand uitstrekte naar de ten on<strong>der</strong>gang gedoemde stad, riep Hij met <strong>door</strong> smart gebroken stem uit: “Och,<br />

of gij ook op deze dag verstond wat tot uw vrede dient!” Hier zweeg de Heiland even, en zei niet wat<br />

de toestand van Jeruzalem zou zijn geweest, indien de stad de hulp had aangenomen die God wilde<br />

geven — de gave van Zijn geliefde Zoon. Indien Jeruzalem had geweten wat het was zijn voorrecht te<br />

kennen, en had acht geslagen op het licht dat de hemel het had gezonden, dan had de stad kunnen staan<br />

in de luister van voorspoed, de koningin van koninkrijken, vrij in de kracht van de haar <strong>door</strong> God<br />

gegeven macht. Dan zouden er geen gewapende soldaten aan haar poorten hebben gestaan, geen<br />

Romeinse banieren zouden op haar muren hebben gewapperd. <strong>De</strong> heerlijke bestemming waarmede<br />

Jeruzalem gezegend had kunnen worden indien de stad haar Verlosser had aangenomen, kwam de<br />

Zoon van God voor ogen. Hij zag, dat Jeruzalem <strong>door</strong> Hem had kunnen worden genezen van zijn<br />

verschrikkelijke ziekte, bevrijd van slavernij, en bevestigd als de machtige hoofdstad van de aarde.<br />

Vanaf zijn muren zou de vredesduif zijn uitgegaan naar alle volken. <strong>De</strong> stad zou de krans <strong>der</strong><br />

heerlijkheid van de wereld zijn geweest.00.<br />

Maar het lichte beeld van wat Jeruzalem had kunnen zijn, vervaagt voor de ogen van de Heiland. Hij<br />

beseft, wat de stad nu is, on<strong>der</strong> het Romeinse juk, de toorn Gods dragend, gedoemd tot Zijn vergeldend<br />

oordeel. Hij neemt de gebroken draad van Zijn klaagzang weer op: “Maar thans is het verborgen voor<br />

uw ogen. Want er zullen dagen over u komen waarin uw vijanden een bolwerk tegen u zullen opwerpen<br />

en u omsingelen en u van alle zijden in het nauw brengen, en zij zullen u en uw kin<strong>der</strong>en in u vertreden<br />

371

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!