02.10.2016 Views

De Wens der Eeuwen door Ellen White

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hem, dat Hij “<strong>door</strong> Zijn moeitevol lijden” zou “zien tot verzadiging toe” en dat Hij velen zou behouden,<br />

voor eeuwig behouden.<br />

<strong>De</strong> zielestrijd van Christus was nog niet ten einde, maar Zijn neerslachtigheid en ontmoediging<br />

verlieten Hem. <strong>De</strong> storm was geenszins gaan liggen, maar Hij Die on<strong>der</strong> die storm gebukt ging, werd<br />

gesterkt om de woede ervan te weerstaan. Kalm en vredig trad Hij te voorschijn. Een hemelse vrede<br />

lag op Zijn met bloed bevlekt gelaat. Hij had datgene <strong>door</strong>staan wat geen mens ooit zou kunnen<br />

<strong>door</strong>staan, want Hij had het lijden van de dood voor ie<strong>der</strong> mens gesmaakt.<br />

<strong>De</strong> slapende discipelen waren plotseling ontwaakt <strong>door</strong> het licht dat hun Heiland omgaf. Zij zagen hoe<br />

de engel zich boog over hun Meester, Die met het aangezicht ter aarde lag. Zij zagen hoe hij het hoofd<br />

van de Heiland ophief en aan zijn borst deed steunen, en hoe hij naar de hemel wees. Zij hoorden zijn<br />

stem, als zoete muziek, woorden van vertroosting en hoop spreken. <strong>De</strong> discipelen dachten terug ‘aan<br />

hetgeen zij op de berg <strong>der</strong> verheerlijking hadden gezien. Zij herinnerden zich de heerlijkheid waarmee<br />

Jezus in de tempel was omgeven, en de stem van God die uit de wolk sprak. Nu werd diezelfde<br />

heerlijkheid opnieuw geopenbaard, en zij vreesden niet langer voor hun Meester. Hij stond on<strong>der</strong> de<br />

hoede van God; er was een machtige engel gezonden om Hem te beschermen. Weer geven de<br />

discipelen in hun vermoeidheid toe aan de vreemde bedwelming die hen overmant. Weer vindt Jezus<br />

hen slapende. Terwijl Hij vol droefheid op hen neerziet, zegt Hij: ‘Slaapt nu maar en rust. Zie, de ure<br />

is nabijgekomen, en de Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen van zondaren”.<br />

Terwijl Hij deze woorden sprak, vernam Hij de voetstappen van de menigte die Hem zocht, en zei:<br />

“Staat op, laten wij gaan. Zie, die Mij overlevert, is nabij”.<br />

Toen Jezus naar voren trad om Zijn verra<strong>der</strong> te ontmoeten, waren er geen sporen zichtbaar van de strijd<br />

die Hij kort tevoren had gestreden. Voor Zijn discipelen staande, zei Hij: “Wie zoekt gij? Zij<br />

antwoordden Hem: Jezus de Nazoreeër”. Jezus antwoordde: “Ik ben het”. Toen deze woorden werden<br />

gesproken, ging de engel die Jezus kort te voren had gediend, tussen Hem en de menigte staan. Een<br />

goddelijk licht bestraalde het gelaat van de Heiland, en de gestalte als van een duif overschaduwde<br />

Hem. In de tegenwoordigheid van deze goddelijke heerlijkheid kon de moordlustige menigte geen<br />

ogenblik blijven staan. Zij deinsden terug. Priesters, oudsten, soldaten, zelfs Judas vielen als dood ter<br />

aarde.<br />

<strong>De</strong> engel trok zich terug en het licht verbleekte. Jezus had de gelegenheid om te ontkomen, maar Hij<br />

bleef staan, kalm en beheerst. Als een verheerlijkte stond Hij te midden van de verharde bende, die nu<br />

hulpe-loos aan Zijn voeten ter aarde lag. <strong>De</strong> discipelen keken toe, stil van verwon<strong>der</strong>ing en ontzag.<br />

Maar het schouwspel veran<strong>der</strong>de snel. <strong>De</strong> menigte kwam overeind. <strong>De</strong> Romeinse soldaten, de priesters<br />

en Judas verzamelden zich rondom Christus. Zij schenen zich te schamen voor hun zwakheid, en<br />

vreesden dat Hij alsnog zou ontkomen. Weer stelde de Verlosser de vraag: “Wie zoekt gij?” Zij hadden<br />

het bewijs ontvangen, dat Hij Die voor hen stond, de Zoon van God was, maar zij wilden zich niet<br />

laten overtuigen. Op de vraag: “Wie zoekt gij?” antwoordden zij weer: “Jezus de Nazoreeër”. Toen<br />

zei de Heiland: “Ik zeide u, dat Ik het ben. Indien gij dan Mij zoekt, laat dezen heengaan”, wijzende<br />

449

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!