02.10.2016 Views

De Wens der Eeuwen door Ellen White

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

die en zeide: Drinkt allen daaruit. Want dit is het bloed van Mijn verbond, dat voor velen vergoten<br />

wordt tot vergeving van zonden. Doch Ik zeg u, Ik zal van nu aan voorzeker niet meer van deze vrucht<br />

van de wijnstok drinken, tot op die dag, dat Ik haar met u nieuw zal drinken in het koninkrijk Mijns<br />

Va<strong>der</strong>s”.<br />

Judas, de verra<strong>der</strong>, was aanwezig bij deze heilige dienst. Hij ontving van Jezus de symbolen van Zijn<br />

gebroken lichaam en van Zijn vergoten bloed. Hij hoorde de woorden: “Doet dit tot Mijn gedachtenis”.<br />

En terwijl hij daar zat in de tegenwoordigheid van het Lam van God, peinsde de verra<strong>der</strong> over zijn<br />

eigen duistere bedoelingen, en hij koesterde zijn weerspannige, wraakzuchtige gedachten.<br />

Bij de voetwassing had Christus een overtuigend bewijs gegeven, dat Hij het karakter van Judas kende.<br />

“Gij zijt niet allen rein”, zei Hij. <strong>De</strong>ze woorden overtuigden de valse discipel ervan, dat Christus zijn<br />

geheime bedoeling had <strong>door</strong>zien. Nu sprak Christus nog duidelijker. Terwijl zij aan tafel zaten en Hij<br />

Zijn discipelen aanzag, zei Hij: “Ik spreek niet van u allen; Ik weet, wie Ik heb uitgekozen; maar het<br />

Schriftwoord moet vervuld worden: Hij die Mijn brood eet, heeft zijn hiel tegen Mij opgeheven”.<br />

Zelfs nu verdachten de discipelen Judas nog niet. Maar zij zagen, dat Christus zeer bezorgd was. Een<br />

voorgevoel van een verschrikkelijke ramp, waarvan ze de aard niet begrepen, overschaduwde hen als<br />

een wolk. Terwijl zij in stilte aten, zei Jezus: “Voorwaar, Ik zeg u, dat één van u Mij verraden zal”. Bij<br />

deze woorden beving verbazing en verwarring hen. Zij konden niet begrijpen, hoe iemand van hen hun<br />

goddelijke Leraar op verra<strong>der</strong>lijke wijze zou kunnen behandelen. Om welke reden zouden zij Hem<br />

kunnen verraden? En aan wie? In wiens hart zou een <strong>der</strong>gelijk plan kunnen opkomen? Toch zeker niet<br />

in het hart van een van de twaalf begunstigden, die boven alle an<strong>der</strong>en het voorrecht van Zijn on<strong>der</strong>wijs<br />

hadden genoten, die Zijn won<strong>der</strong>baarlijke liefde hadden gedeeld en voor wie Hij zoveel zorg getoond<br />

had <strong>door</strong> hen in nauwe gemeenschap met Zichzelf te brengen.<br />

Toen ze de draagwijdte van Zijn woorden gingen begrijpen, en zich herinnerden hoe waar alles was<br />

wat Hij zei, overviel hen angst en gebrek aan zelfvertrouwen. Zij begonnen hun eigen hart te<br />

<strong>door</strong>zoeken om te zien of daarin enige gedachte tegen de Meester werd gekoesterd. Zeer pijnlijk<br />

getroffen stelde de een na de an<strong>der</strong> de vraag: “Ik ben het toch niet, Here?” Maar Judas bleef zwijgen.<br />

Johannes vroeg ten slotte in diepe wanhoop: “Here, wie is het?” En Jezus antwoordde hem: “Die zijn<br />

hand met Mij in de schotel heeft gedoopt, die zal Mij verraden. <strong>De</strong> Zoon des mensen gaat wel heen<br />

gelijk van Hem geschreven staat, doch wee die mens <strong>door</strong> wie de Zoon des mensen verraden wordt.<br />

Het ware voor die mens goed geweest, als hij niet geboren was”. <strong>De</strong> discipelen keken elkan<strong>der</strong><br />

on<strong>der</strong>zoekend aan, terwijl ze vroegen: “Ik ben het toch niet, Here?” En nu trok het stilzwijgen van<br />

Judas aller ogen tot hem. Te midden van de verwarde vragen en uitroepen van verbazing had Judas het<br />

antwoord van Jezus op de vraag van Johannes niet gehoord. Maar om nu te ontkomen aan de<br />

on<strong>der</strong>zoekende blikken van de discipelen, vroeg hij evenals zij hadden gedaan: “Ik ben het toch niet,<br />

Rabbi?”<br />

Verbaasd en verward dat zijn bedoeling openbaar werd gemaakt, stond Judas haastig op om het vertrek<br />

te verlaten. “Jezus dan zeide tot hem: Wat gij doen wilt, doe het met spoed... Hij nam dan het stuk<br />

brood en vertrok terstond. En het was nacht”. Nacht was het voor de verra<strong>der</strong>, toen hij zich afkeerde<br />

van Christus in de buitenste duisternis.<br />

426

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!