02.10.2016 Views

De Wens der Eeuwen door Ellen White

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk 73—Uw hart worde niet ontroerd<br />

Terwijl Hij met goddelijke liefde en met het te<strong>der</strong>ste medegevoel naar Zijn discipelen keek, zei<br />

Christus: “Nu is de Zoon des mensen verheerlijkt en God is in Hem verheerlijkt”. Judas had de<br />

opperzaal verlaten en Christus was alleen met de elf discipelen. Hij stond op het punt te gaan spreken<br />

over Zijn na<strong>der</strong>end afscheid van hen; maar voordat Hij dit deed, wees Hij op het grote doel van Zijn<br />

zending. Dit hield Hij voortdurend voor ogen. Het was Zijn vreugde, dat al Zijn verne<strong>der</strong>ing en lijden<br />

de naam des Va<strong>der</strong>s zou verheerlijken. Hierop richt Hij allereerst de gedachten van de discipelen.<br />

Dan spreekt Hij hen aan met de te<strong>der</strong>e bewoording: “Kin<strong>der</strong>kens”, zei Hij, “nog een korte tijd ben Ik<br />

bij u; gij zult Mij zoeken en, gelijk Ik de Joden gezegd heb: Waar Ik heen ga, kunt gij niet komen, zo<br />

spreek Ik thans ook tot u”. <strong>De</strong> discipelen konden zich niet verblijden toen ze dit hoorden. Vrees beving<br />

hen. Zij drongen dichter om de Heiland heen. Hun Meester en Here, hun geliefde Leraar en Vriend,<br />

was hun dierbaar<strong>der</strong> dan het leven. Naar Hem hadden zij opgezien om hulp in hun moeilijkheden, om<br />

troost voor hun smarten en teleurstellingen. Nu zou Hij hen, een eenzaam, afhankelijk groepje, verlaten.<br />

Sombere voorgevoelens vervulden hun harten.<br />

Maar de woorden die de Heiland tot hen sprak, waren vol hoop. Hij wist, dat zij <strong>door</strong> de vijand zouden<br />

worden aangevallen, en dat Satans sluwheid het meeste suces heeft bij hen die dooi moeilijkheden<br />

worden terneergedrukt. Daarom deed Hij hen de blik afwenden van “het zichtbare” naar “het<br />

onzichtbare”. Hij wendde hun gedachten af van de aardse ballingschap op het hemels tehuis.<br />

”Uw hart worde niet ontroerd”, zei Hij; “gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis Mijns<br />

Va<strong>der</strong>s zijn vele woningen — an<strong>der</strong>s zou Ik het u gezegd hebben — want Ik ga heen om u plaats te<br />

bereiden; en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik we<strong>der</strong> en zal u tot Mij nemen,<br />

opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben. En waar Ik heen ga, daarheen weet gij de weg”. Om uwentwille<br />

ben Ik in de wereld gekomen. Ik werk voor uw zaak. Wanneer Ik wegga, zal Ik nog ijverig voor u<br />

werken. Ik ben in de wereld gekomen om Mijzelf aan u te openbaren, opdat gij zoudt geloven. Ik ga<br />

naar de Va<strong>der</strong> om in uw belang met Hem samen te werken. Het doel van het weggaan van Christus<br />

was het tegengestelde van wat de discipelen vreesden. Het betekende geen definitieve scheiding. Hij<br />

ging hun vóór om hen een plaats te bereiden, opdat Hij zou kunnen we<strong>der</strong>komen en hen tot Zich nemen.<br />

Terwijl Hij woningen voor hen bouwde, moesten zij karakters opbouwen naar de gelijkenis Gods.<br />

Nog waren de discipelen verbijsterd. Thomas, die altijd met twijfel te kampen had, zei: “Here, wij<br />

weten niet, waar Gij heengaat; hoe weten wij dan de weg? Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de<br />

waarheid en het leven; niemand komt tot de Va<strong>der</strong> dan <strong>door</strong> Mij. Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook<br />

Mijn Va<strong>der</strong> gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt gij Hem gezien”.<br />

Er zijn niet vele wegen die naar de hemel leiden. Ie<strong>der</strong>een mag niet zijn eigen weg kiezen. Christus<br />

zegt: “Ik ben de weg..; niemand komt tot de Va<strong>der</strong> dan <strong>door</strong> Mij”. Se<strong>der</strong>t het evangelie voor de eerste<br />

maal was gepredikt, toen in Eden werd verklaard dat het Zaad van de vrouw de kop van de slang zou<br />

vermorzelen, was Christus verhoogd als de weg, de waarheid en het leven. Hij was de weg toen Adam<br />

leefde, toen Abel het bloed van het geslachte lam, waar<strong>door</strong> het bloed van de Verlosser werd<br />

431

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!