Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen
Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen
Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
een collectief geconstateerd causaal verband voldoende is om dat verband ook op<br />
microniveau aan te nemen. 269<br />
6.4.10 Voorts speelt de vraag naar het causaal verband tussen het handelen van de overheid en<br />
ontstane gezondheidsschade. Sinds 1981 heeft de overheid een waarschuwing voor<br />
gezondheidsrisico’s op pakjes sigaretten verplicht gesteld. 270 Een verwijt dat de overheid in<br />
de toekomst mogelijk zal worden gemaakt, is dat hij te laat is gaan waarschuwen voor de<br />
aan roken verbonden risico’s of dat de voorlichting onvoldoende is geweest. Mocht dit<br />
komen vast te staan, dan dient de vraag te worden beantwoord of dit onrechtmatig<br />
handelen tot gevolg heeft gehad dat personen zijn gaan roken of zijn doorgegaan met<br />
roken. Zou de (potentiële) roker bij eerdere, uitgebreidere of indringendere voorlichting<br />
hebben afgezien van of zijn gestopt met roken? Ook in dit verband zal waarschijnlijk een<br />
onderscheid moeten worden gemaakt tussen macro- en microniveau. Waar wellicht op<br />
macroniveau een verband kan worden gelegd tussen (de aard en/of tijdstip van het geven<br />
van) voorlichting en het absolute aantal rokers in Nederland, is niet gezegd dat ook voor<br />
een individuele roker kan worden aangenomen dat hij niet zou zijn begonnen of zou zijn<br />
gestopt met roken als eerder of indringender voorlichting door de overheid was gegeven.<br />
In beginsel rust de bewijslast in een procedure op de benadeelde. De roker zal dienen aan<br />
te tonen dat zijn rookgedrag verband houdt met (niet) door de overheid gegeven<br />
voorlichting; bij eerdere of andersoortige overheidsinformatie zou hij niet (meer) hebben<br />
gerookt. Het is echter ook denkbaar dat de bewijslast in de lijn van de jurisprudentie ten<br />
aanzien van de schending van veiligheidsnormen wordt omgekeerd en dat de overheid zal<br />
moeten stellen en bewijzen dat de gezondheidsschade ook zou zijn ontstaan bij het eerder<br />
of anders geven van voorlichting. 271<br />
6.4.11 Dat sprake is van overlijdens- of letselschade is ook van belang voor de omvang van de<br />
schadevergoeding. Dat volgt onder meer uit art. 6:98 BW. In dit artikel is bepaald dat<br />
269 . Voor gevallen waarin het (feitelijk) causaal verband niet kan worden vastgesteld, wordt de<br />
laatste tijd wel een oplossing gezocht in het aannemen van proportionele aansprakelijkheid<br />
of toerekening naar kansbepaling. Zie bijvoorbeeld Frenk 1995, p. 482 e.v. en Akkermans<br />
1997. Zie ook Kantongerecht Middelburg 1 februari 1999, VR 1999, 117. In deze uitspraak<br />
heeft de kantonrechter een zgn. proportionele aansprakelijkheid aangenomen van een<br />
werkgever voor het ontstaan van longkanker bij een werknemer die tijdens zijn<br />
werkzaamheden aan asbest was blootgesteld. De longkanker zou veroorzaakt kunnen zijn<br />
door de blootstelling aan asbest, door roken of door een combinatie van beide. De<br />
kantonrechter achtte art. 6:101 BW toepasselijk en veroordeelde de werkgever tot<br />
vergoeding van de schade naar rato van de kans dat de longkanker was veroorzaakt door de<br />
asbestblootstelling, welke kans op basis van een deskundigenbericht op 26% werd gesteld.<br />
270 . Zie het Aanduidingenbesluit sigaretten en shag (Warenwet) van 29 april 1981, Stb. 1981,<br />
329. In art. 1 lid 1 sub a van dit besluit is bepaald dat op de verpakking onder andere moest<br />
worden opgenomen: "Roken bedreigt de gezondheid. (...)" Bij besluit van 9 december 1986<br />
(Stb. 642) is dit gewijzigd. Naar aanleiding van de Europese tabaksrichtlijn uit 1989, die in<br />
1994 in Nederland is geïmplementeerd, is de tekst sinds 1994 gewijzigd in de huidige tekst.<br />
Zie KB van 4 oktober 1994, Stb. 720.<br />
271 . Vergelijk omtrent het schenden van een waarschuwingsplicht HR 26 januari 1996, NJ 1996,<br />
607. Vergelijk voorts HR 16 juni 2000, NJ 2000, 584.<br />
110