06.12.2012 Views

Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen

Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen

Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

waarvan de overheid zelf producent (i.e. rechthebbende) is, behoudens een gemaakt<br />

voorbehoud.<br />

4.4.22 Op grond van art. 11 Aw bestaat geen auteursrecht op wetten, besluiten en<br />

verordeningen, die door de openbare macht zijn uitgevaardigd, noch op rechterlijke<br />

uitspraken en administratieve beslissingen. Voor zover het auteursrecht op deze werken<br />

niet bij de overheid berust, maakt beschikbaarstelling van deze werken door de overheid<br />

geen inbreuk op de rechten van derden. Art. 8 lid 1 Databankenwet is de evenknie van<br />

art.11 Aw. De overheid bezit geen sui generis databankenrecht met betrekking tot<br />

databanken waarvan zij zelf de producent is en waarvan de inhoud bestaat uit door<br />

wetten, besluiten en verordeningen, door haar uitgevaardigd, rechterlijke uitspraken en<br />

administratieve beslissingen.<br />

4.4.23 Er geldt verder dat bij schendingen van de intellectuele eigendomsrechten de<br />

toerekenbaarheid van het handelen van de inbreukmaker in het algemeen snel wordt<br />

aangenomen. Dat zal bij de overheid a fortiori gelden nu bij onrechtmatig handelen van<br />

de overheid de toerekenbaarheid, zoals hiervoor reeds is gebleken, wellicht geen rol van<br />

betekenis meer speelt. 127<br />

4.5 Reputatieschade<br />

4.5.1 Het is denkbaar dat de overheid informatie geeft die schadelijk is voor de reputatie van<br />

een bepaalde burger (reputatieschade). 128 In dit verband is het onderscheid tussen juiste<br />

en onjuiste informatie niet altijd doorslaggevend, maar het speelt wel altijd mee. Het is<br />

wel beslissend bij feitelijke mededelingen, maar niet bij een waardeoordeel. Met<br />

betrekking tot het doen van mededelingen of het geven van informatie die iemands<br />

reputatie schaadt, moet in het algemeen een tweetal belangen worden afgewogen. Dit zijn<br />

het belang om niet blootgesteld te worden aan lichtvaardige verdachtmakingen en het<br />

belang om misstanden in de samenleving aan te kunnen pakken. 129 Daarbij moet een<br />

aantal omstandigheden in de beoordeling worden betrokken, waarbij het zojuist genoemde<br />

onderscheid tussen feitelijke mededelingen en waardeoordelen van belang is.<br />

127 . Zie hiervoor 4.3.7.<br />

128 . Zie daaromtent bijvoorbeeld HR 27 juni 1986, NJ 1987, 898 m.nt. MS (Methadonbrief). Zie<br />

daaromtrent ook Asser-Hartkamp 4-III, nr. 288.<br />

Het kan daarbij gaan om een groot scala aan informatieverstrekking. Denkbaar is dat voor<br />

de concurrentiepositie van een bedrijf schadelijke informatie wordt verstrekt, de integriteit<br />

van een burger in twijfel wordt getrokken of omtrent een strafvorderlijk onderzoek of<br />

procedure mededelingen worden gedaan.<br />

129 . HR 24 juni 1983, NJ 1984, 801 m.nt. MS (Gemeenteraadslid); HR 6 januari 1995, NJ 1995,<br />

422 m.nt. EJD (Het Parool/Van G.); HR 8 maart 1985, NJ 1986, 437 m.nt. CJHB<br />

(Herrenberg/Het Parool). Zie voorts bijvoorbeeld <strong>Giesen</strong> 2001, p. 260.<br />

52

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!